Kunsthistorica Sandrine Colard: ‘Expo “Congoville” is een kans om het verleden te herdenken’

© Julien De Bock

De Belgisch/Amerikaanse kunsthistorica Sandrine Colard cureert, op verzoek van Pieter Boons, de tentoonstelling Congoville in het Middelheimmuseum te Antwerpen.

U doctoreerde met een proefschrift over de geschiedenis van de fotografie in het koloniale Congo. Waarom bent u zo gebeten door dit onderwerp?

Sandrine Colard: Dat heeft een persoonlijke reden – ik ben de dochter van een Belgisch-Congolees echtpaar – en het heeft met mijn aangeboren liefde voor kunst te maken. Het is stuitend hoe weinig mensen weten over de koloniale geschiedenis van België én over de Congolese en Afrikaanse kunstenaars die toen actief waren. Dat wil ik veranderen. Met dat onderzoek en met deze expo. De titel Congoville verwijst naar een fictieve stad waar alle tastbare en niet-tastbare sporen van de koloniale periode in het 21e-eeuwse België te vinden zijn. Congoville is een kans om het verleden te herdenken. Daarvoor is het nooit te laat.

Waarom is mevrouw Colard de perfecte curator, meneer Boons?

Pieter Boons: Zij bouwde als onderzoeker en curator een internationale expertise op in hedendaagse Afrikaanse kunst. Sandrine is ook vertrouwd met de postkoloniale samenleving in België. Dat maakt haar tot dé partner om de verborgen koloniale geschiedenis van het Middelheimmuseum en de nabijgelegen Koloniale Hogeschool te onderzoeken. Het Middelheimmuseum ligt in een historisch park dat sinds 1910 publiek is – twee jaar nadat Leopold II de Congo Vrijstaat moest afstaan aan de Belgische staat.

Het is stuitend hoe weinig mensen weten over de koloniale geschiedenis van België.

Vanuit welk idee stelde u de expo samen?

Colard: Antwerpen kon zich ontwikkelen door de import van koloniale goederen. Ik nodigde vijftien kunstenaars uit die in hun werk focussen op die wisselwerking tussen België en Congo. Het uitgangspunt is ‘de zwarte flaneur’. De kunstenaars nemen je mee in hun verhalen, waarin ze reageren op de sporen van het koloniale verleden. We flaneren door dat verleden.

Welk werk opent Congoville?

Colard:Le chemin du couleur van Pascale Marthine Tayou, een Gentenaar met Kameroense roots. Je loopt over een weg met kleurige kasseien het park en de expo in. Niemand wordt gelukkig van de koloniale geschiedenis, maar wandelend langs de sporen ervan kunnen we evolueren naar een gelukkiger samenleven.

Ook de in Brussel wonende kunstenaars Sammy Baloji en Pélagie Gbaguidi zijn present. Wat tonen zij?

Colard:Van Baloji hebben we in het Braempaviljoen The Other Memorial – een bronzen halve bol, gemaakt als monument voor de Afrikaanse soldaten die meevochten tijdens de Eerste Wereldoorlog – en Untitled, een installatie met lege kogelhulzen opgevuld met planten. Van Gbaguidi tonen we The Missing Link. Dicolonisation Education By Mrs Smiling Stone, wat ze maakte voor Documenta 14 in 2017. Stel je een klasje voor met houten banken, foto’s, videobeelden en lange wimpels met rode, zwarte en blauwe lijnen en lichaamsafdrukken die de pijn van deze periode tekenen. Op de schoolbanken werd tot voor kort amper aandacht besteed aan de koloniale geschiedenis van België. Gelukkig is er nu onder meer door de beweging Black Lives Matter een kentering.

Boons: Bij de expo hoort ook een fietsroute die uitgestippeld werd door een groep jonge Antwerpenaren met Congolese roots, en een catalogus die niet enkel een herinnering wil zijn, maar een vertrekpunt van meer dergelijke projecten.

Congoville vindt van 29 mei tot 3 oktober plaats in het Middelheimmuseum te Antwerpen.

De catalogus Congoville van Pieter Boons en Sandrine Colard, Cornell University Press / Leuven University Press, 272 blz., 39,50 euro middelheimmuseum.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content