Kroniek van de week: het einde van de teleurstellende regering-Michel en dito verkiezingscampagne (plus een pronostiek)

Econoom Geert Noels (Econopolis) © belga
Ewald Pironet

Het ging de voorbije week onder andere over de ontgoochelende prestaties van de regering-Michel en de oorzaken daarvan, de never ending story van CD&V en Arco, en de verkiezingscampagne die – oef! – haar einde nadert. Knack-redacteur Ewald Pironet blikt terug.

1. Manke modellen

‘De modelbouwers moeten hun huiswerk opnieuw doen.’

Paul De Grauwe (London School of Economics) in De Morgen

De scherpe analyse door econoom Gert Peersman van het beleid van de regering-Michel, die vorige week in Knack verscheen, blijft nazinderen. Zijn collega Paul De Grauwe bejubelde het Peersman-rapport begin deze week in De Morgen als ‘een magistrale studie’.

‘Belgische bedrijven gebruiken de lastenverlagingen niet om jobs te creëren maar om hun winstmarges te verhogen.’

De Grauwe distilleerde twee conclusies uit het rapport-Peersman. Eén : ‘Het beleid van loonkostenverlaging door minder patronale lasten heeft zijn grenzen bereikt. Belgische bedrijven gebruiken die lastenverlagingen niet om jobs te creëren maar om hun winstmarges te verhogen. Ze kunnen dat doen omdat er te weinig concurrentie heerst. Het beleid van loonkostenverlaging heeft grote budgettaire implicaties gehad en is mede verantwoordelijk voor het falen van de regering-Michel in het realiseren van de vooropgestelde budgettaire objectieven. Dat beleid heeft bijgedragen tot een verdere herverdeling ten voordele van kapitaalbezitters. Een beleid van loonkostenverlaging dat als doel heeft jobs te creëren kan alleen maar werken als er een scherper concurrentiebeleid wordt gevoerd in België.’

De tweede conclusie van de Grauwe is ook niet mis: ‘We moeten de gebruikte economische modellen van het Planbureau, van de Nationale Bank en van het VIVES-instituut in vraag stellen. Die hebben belangrijke positieve effecten van loonkostendalingen op de tewerkstelling voorspeld. Die zijn niet uitgekomen, waarschijnlijk omdat de onderliggende hypothese van die modellen was dat er voldoende concurrentie heerst in België. De modelbouwers moeten hun huiswerk opnieuw doen.’

‘We moeten de gebruikte economische modellen van het Planbureau, van de Nationale Bank en van het VIVES-instituut in vraag stellen.’

Met die tweede vaststelling sluit De Grauwe aan bij eerdere kritiek over de betrouwbaarheid van cijfers, die in een vorige ‘Kroniek’ al werd gesignaleerd . In een dubbelinterview in Knack zei ex-minister Johan Van Overtveldt (N-VA) een paar weken geleden nog: ‘Ik heb er net al op gewezen dat de Europese Commissie, het Planbureau en in minder mate de Nationale Bank in hun beoordeling van essentiële cijfers als de begroting systematisch fout zaten. Dat heeft veel te maken met hun modellen: die houden wel rekening met de vraag in de economie, maar veel minder met het aanbod.’ SP.A-voorzitter John Crombez was het daarmee volmondig eens: ‘Daar heeft Johan een punt.’

Zonder betrouwbare cijfers kun je geen goed beleid voeren. De modellen waarop economen hun cijfers baseren zijn aan herziening toe.

2. Slechte begrotingscijfers: de oorzaken

‘De kritiek van alle begrotingsspecialisten is unaniem over de cijfers. Het zou fair zijn om ook op de oorzaken te duiden: de falende arbeidsmarkt/economie in het zuiden en geen wil van middenveld om efficiëntere overheid te hebben.’

Geert Noels (Econopolis) op Twitter

Eén dag nadat de éminence grise onder de begrotingsspecialisten, Wim Moesen (KU Leuven) in Knack had becijferd dat het begrotingsbeleid van de regering-Michel niet beter was dan dat van de regering-Di Rupo en het beleid onder Charles Michel (MR) had bestempeld als ‘homeopatisch’, stuurde econoom Geert Noels een tweet de wereld in waarin hij zegt dat alle begrotingsspecialisten het ‘unaniem’ eens zijn over de cijfers. Dat klopt. Desondanks blijven regeringspartijen en -leden de duidelijke cijfers ontkennen. Minister van Financiën Alexander De Croo (Open VLD), bijvoorbeeld, deed de conclusies van Moesen af als ‘onzin’.

Noels heeft ook gelijk als hij de falende arbeidsmarkt en economie in Wallonië en het ontbreken van een efficiënte overheid aanduidt als oorzaken van onze slechte begrotingscijfers en hoge overheidsschuld. Ook dat is al vaker aangestipt, bijvoorbeeld door Pierre Wunsch, gouverneur van de Nationale Bank, een maand geleden in Knack. Even citeren wat hij zei over de ondermaatse economische prestaties in het zuiden van het land en de gevolgen:

Ex-minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) zei onlangs in Knack dat je de begroting pas in evenwicht krijgt als de werkzaamheidsgraad naar 75 procent gaat, terwijl we nu aan 70 procent zitten. Klopt dat?

Pierre Wunsch: Nee. In 2006 en 2007 lag onze werkzaamheidsgraad nog een stuk lager, en toen hadden we een begrotingsoverschot.

Van Overtveldt zei ook dat Vlaanderen al een werkzaamheidsgraad van 75 procent heeft, tegenover 64 procent in Wallonië en 61 procent in Brussel. Het probleem ligt volgens hem vooral bij de Franstaligen.

Wunsch: Daar heeft hij een punt. Als Wallonië en Brussel de werkzaamheidsgraad zouden verhogen, zou dat niet alleen positief zijn voor de begroting: een job blijft de beste weg om uit de armoede te raken, en de Waalse armoederatio is twee keer zo hoog als de Vlaamse.”

Gouverneur van de Nationale Bank Pierre Wunsch
Gouverneur van de Nationale Bank Pierre Wunsch© BELGA

Over onze weinig efficiënte overheid was Wunsch even duidelijk:

De kloof tussen België en het gemiddelde van de eurozone groeit. Waarom kunnen andere Europese landen hun schuld sneller afbouwen dan wij?

Wunsch: Dat heeft ongetwijfeld met onze politieke cultuur te maken. In pakweg Nederland en Duitsland ligt de nadruk meer op verantwoord management van de openbare financiën.

Bedoelt u dat de Belgische overheid te veel uitgeeft?

Wunsch: Aan de inkomsten kan het moeilijk liggen, in elk geval: op dat vlak zit ons land aan de top. Met een belastingdruk van bijna 44 procent volgen we net achter Denemarken en Frankrijk. Onze overheid geeft wel veel uit, ja. Het overheidsbeslag ligt nog altijd boven de 50 procent van het bbp – het gemiddelde in de eurozone ligt rond de 46 procent. Dat hoeft geen probleem te zijn. Je kunt hoge belastingen heffen om daarmee een goed beleid te voeren. In onze maatschappelijke keuzes leunen we dicht aan bij de Scandinavische landen. We hebben een genereuze sociale zekerheid en de staat speelt een belangrijke rol in de samenleving. Maar uit vergelijkende studies blijkt wel dat we niet de meest efficiënte overheid hebben.

Wij krijgen geen waar voor ons geld?

Wunsch: Inderdaad. Over die efficiëntie gaat het te weinig in het maatschappelijke debat. De laatste politicus die er iets fundamenteels aan wilde doen, was Luc Van den Bossche (SP.A), die rond de eeuwwisseling minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen was. Dat is al een hele tijd geleden, hè? Als er een probleem opduikt, trekken we daar 100 miljoen of 1 miljard euro voor uit, en dan stopt het meestal. Wordt dat geld ook goed gebruikt? Dat is een cruciale vraag, want geld efficiënter gebruiken is óók een vorm van besparen.

De taxshift bleek een taxcut en kost de overheid geld.

Er is nog een derde reden waarom de begrotingscijfers van de regering-Michel zo teleurstellend zijn, en die noemt Noels niet: de taxshift. De taxshfit moest voor de schatkist een nuloperatie zijn, de belastingen op arbeid zouden verschoven worden naar belastingen op vervuiling, consumptie en vermogen. Maar de taxshift bleek ondergefinancierd, ze was niet budgetneutraal, de taxshift bleek een taxcut en kost de overheid geld. De totale kostprijs loopt op tot 8 miljard euro. En het rapport-Peersman heeft aangetoond dat het twijfelachtig is dat door de taxshift veel jobs zijn bijgekomen.

3. De CD&V en Arco

‘De Arco-coöperanten wachten al jaren en we moeten ervoor zorgen dat de vergoeding er komt in de volgende regeerperiode.’

CD&V-vicepremier Kris Peeters.

Vicepremier Kris Peeters (CD&V)
Vicepremier Kris Peeters (CD&V)© BELGA

Bij de vorming van de regering-Michel liet de CD&V in het regeerakkoord opnemen dat de Arco-coöperanten, die hun geld verloren bij de val van Dexia, door de overheid zouden worden vergoed. Dat is nog niet gebeurd. Nu maakt de CD&V zich bij monde van Kris Peeters sterk dat de volgende regering daarvoor zal zorgen. Het was en is nog altijd zeer de vraag of Europa ooit zal toestaan dat de Belgische overheid één euro uitkeert aan de Arco-coöperanten. Een vergoeding van de gedupeerden zal in de eerste plaats moeten komen van Beweging.net (het vroegere ACW), want Arco was een financieringsvehikel van die christelijke werknemersorganisatie en zij draagt in dit faliekant dossier ook de grootste verantwoordelijkheid. CD&V durft dat nog steeds niet luidop zeggen.

4. Einde campagne

‘Oef!’

Zowat iedereen.

De kiescampagne sleept zich naar haar einde. Het was een lange campagne, die al enkele maanden voor de lokale verkiezingen van 14 oktober 2018 begon. De fut was toen al enige tijd uit de regering-Michel en de campagne zelf ging over alles en niets.

Het lijkt erop heel wat kiezers enkele dagen voor de stembusgang geen idee hebben voor welke partij ze zullen stemmen. Velen weten wel voor welke partij ze zeker níét zullen stemmen. En het zou best kunnen dat er meer dan ooit totaal verschillend wordt gestemd voor de regionale, federale en Europese verkiezingen. Dat alles maakt het voorspellen van de verkiezingsuitslag nog moeilijker dan anders. Daarom juist toch dit pronostiekje, voor de Kamer:

N-VA: 27 procent (2014: 32,5 procent)

CD&V: 17 procent (2014: 18,5)

Vlaams Belang: 16 procent (2014: 6 procent)

Open VLD: 13 procent (2014: 15,5 procent)

SP.A: 11,5 procent (2014: 14 procent)

Groen: 11 procent (2014: 8,5 procent)

PVDA: 4,5 procent (2014: 3 procent)

Zondagavond weten we het, natuurlijk. Maar wat denkt u?

Partner Content