Peter Mertens (PVDA)

‘Jeremy Corbyn is een spiegel van het huidige tijdperk in Europa’

Peter Mertens (PVDA) Kamerlid PVDA

‘Als het van Tony Blair afhangt zijn er 251.417 harttransplantaties nodig in Labour’, schrijft Peter Mertens (PVDA). De Britse ex-premier suggereerde dat wie met zijn hart op Jeremy Corbyn stemde, een dokter moest raadplegen. Voor Mertens is de overwinning van Corbyn geen verrassing.

Voor hetzelfde hadden de voorzittersverkiezingen bij Labour op een nieuw rondje om ter verst plassen tussen ‘de kinderen van Blair’ kunnen uitdraaien. Gladgepolijste carrièrepolitici, technocraten en ‘corporate politicians’, zoals die tegenwoordig alle parlementen van het continent bevolken. En niemand die nog weet bij welke partij ze passen, zo inwisselbaar ze zijn binnen de grote Thatcheriaanse consensus. “Het is niet nieuw als ik zeg dat heel veel parlementsleden vandaag hun taak niet als een roeping, een taak of een dienst zien, maar eerder als een zoveelste upper-middle-class carrière-optie die niet even goed betaald wordt dan vergelijkbare beroepsbezigheden.”, zo omschrijft socioloog Owen Jones de algemene sfeer in het Britse Lagerhuis gevat.

“Dit is een moment waarop een rugby-tackle aan de orde is”

Gelukkig kregen we geen saai rondje tussen carrière-Blairisten. En dat is te danken aan Jeremy Corbyn. Zij kandidatuur werd slechts in laatste instantie mogelijk, toen een aantal leden van de rechtervleugel in Labour besloten dat het best wel wat spannender mocht worden, en de drie Blairistische kandidaten ook wel wat oppositie aan de linkerzijde konden gebruiken. Net voor het aflopen van de deadline zorgde de rechtervleugel voor de laatste van de benodigde 35 handtekeningen van parlementairen. En zo kon backbencher Jeremy Corbyn, dertig jaar lang op de laatste of voorlaatste rij in het Britse Lagerhuis, zijn kandidatuur net voor sluitingstijd indienen. Zonder enige hoop op een overwinning op de Blairistische partij-top. Naarmate de populariteit van Corbyn steeg, werden steeds meer Labour-kopstukken uit hun fancy restaurants en appartementen teruggeroepen om een beschadigingscampagne te starten. “Dit is geen ogenblik om de sereniteit van de wandeling te eerbiedingen. Het is een moment waarop een rugby-tackle aan de orde is”, zo vertelde Tony Blair onomwonden (de man schept ondertussen miljoenen met allerlei exclusieve lezingen). Hoe meer de Blairisten hun mond open deden, hoe populairder Corbyn werd. Corbyn is authentiek, niet-te-koop, consequent en links-voor-de-raap en dat zijn terreinen waarop geen enkele Blairist thuis geeft.

“Onze grootste overwinning, dat is Tony Blair” verklaarde Thatcher fier

In de zomer van 2002 verklaarde Margareth Thatcher voor een bomvolle conventie van de Tories in Southampton: “Onze grootste overwinning, dat is Tony Blair. Wij zijn er in zelfs geslaagd om onze opposanten te doen veranderen”.

‘Ik ken bij ons genoeg socialisten die het land hebben afgedweild met de u0022derde wegu0022 om nadien zo snel mogelijk bij een bank aan de bak te komen’

Gelijk had ze, Thatcher. Onder aanvoeren van Tony Blair en ideoloog Anthony Giddens verzonnen de travaillisten het concept van ‘De Derde Weg’ om de volledige capitulatie voor het gedachtengoed van Margaret Thatcher te maskeren. Ik ken tal van SP.a’ers en PS’ers die ook ons land hebben afgedweild met die zogenaamde “derde weg” om nadien zo snel mogelijk bij een bank of een verzekeringsmaatschappij aan de bak te komen. De Thatcherianen bakenden de grenzen af, en zorgden dat ook Labour braafjes binnen de zandbak bleef spelen.

Steeds verder naar rechts, naar de consensuspolitiek van dertien-in-een-dozijn

“Je land er boven op helpen, dat kan maar door de macht van de vakbonden uit te schakelen”, noteerde Margaret Thatcher in haar memoires, “We moesten wachten op de revolte van de 140.000 mijnwerkers om dat te kunnen bereiken.” Eenmaal de ruggengraat geknakt, was ook de belangrijkste tegenmacht in het land gebroken en lag de weg open voor een ongebreidelde doorbraak van het kapitaal. De nieuwe neoliberale consensus, dat was het slopen van de hoogste belastingschalen, het privatiseren van publieke nutsbedrijven, het steeds verder beteugelen van de vakbonden, en het pamperen van de financiële elite in The City. Labour-leider Tony Blair veranderde daar niets aan toen hij premier werd. Integendeel. Hij zorgde voor de ‘re-branding’ van Labour naar New Labour. Hip, upper-middle-class, en pro-business. Weg van de arbeidersklasse, weg van wie uit de boot valt. Met de hulp van overbetaalde opiniebureaus steeds verder naar rechts, naar de consensuspolitiek van dertien-in-een-dozijn. Onder Blair en onder zijn opvolger Gordon Brown werd het Thatcherisme een soort permanent gegeven.

De ‘modernisering’ van de Blairisten was één grote maatschappelijke achteruitgang

De ravages zijn enorm. Nergens in West-Europa vandaag is de ongelijkheid groter dan in Groot-Brittannië, met dank aan Thatcher én aan Blair. In hun baanbrekende studie ‘The Spirit Level’ tonen onderzoekers Richard Wilkinson en Kate Pickett aan hoe zeer die ongelijkheid ingrijpt op de samenleving.

‘Wie denkt te moeten besparen op gezondheidzorg, onderwijs, of het sociaal weefsel mag de ‘maatschappelijke kost’ van dit soort evoluties eens in rekening brengen.’

Beide onderzoekers leggen uit hoe een duale maatschappij zorgt voor een toename van geestelijke gezondheidsproblemen en druggebruik, voor een daling van de fysische gezondheidszorg en de levensverwachting, voor de toename van fenomenen zoals obesitas en kinderzwangerschappen, en ook voor een toename van straatgeweld en een exponentiële stijging van het aantal gevangenen. Wie denkt te moeten besparen op gezondheidzorg, onderwijs, of het sociaal weefsel mag de ‘maatschappelijke kost’ van dit soort evoluties eens in rekening brengen. De winst op korte termijn verdwijnt in het niets met het maatschappelijke verlies op lange termijn. De ‘modernisering’ die de Blairisten overal op het continent predikten, bleek één grote maatschappelijke achteruitgang te zijn.

Als het van Blair afhangt zijn er 251.417 harttransplantaties nodig in Labour

“Mensen die met hun hart op Corbyn stemmen hebben een transplantatie nodig”, zo had Tony Blair het tij nog proberen te keren. Als het van Blair afhangt zijn er dus 251.417 harttransplantaties nodig in Labour, want dat is het aantal stemmen dat Jeremy Corbyn uiteindelijk verzamelde. De werkelijkheid is eenvoudiger. Die kwart miljoen mensen willen gewoon dat Labour opnieuw een hart krijgt, in plaats van de koude kapitalistische business-mentaliteit van de vernieuwers. Die vernieuwers, de streepjespak-travaillisten die nog nooit de werkvloer hebben gezien en hun postje hebben gekregen via Blair, spuwen dezer uren wel meer moois rond. “Die type komt recht uit Jurassic Park gelopen”, zo schreeuwen ze de conservatieve pers vol.

‘Iemand als Corbyn brengt net zuurstof in dit verstikte politieke landschap.’

Het mocht niet baten. Velen zien in New Labour als de tweede conservatieve partij van het VK, en de politiek van Blairisten als een politiek van de voorbije eeuw. De kwart miljoen stemmen voor Corbyn lijken vooral uit drie milieus te komen: de traditionele basismilitanten in de bastions van Labour, de vakbondsleden, en de vele nieuwe jonge leden. Zoals, Chris uit Wales, student musicologie: “Allemaal zeggen ze dat. Dat Corbyn de oude wereld is. Dat zijn ideeën dépassé zijn. Maar mijn generatie heeft nooit iets anders gekend dan de zogezegde ‘vernieuwers’ in de sociaaldemocratische partijen, en het zijn precies zij die ons samen met de conservatieven naar de besparingspolitiek hebben geleid, diezelfde politieke die iedereen verstikt. Iemand als Corbyn brengt net zuurstof in dit verstikte politieke landschap.”

Corbyn als uitdrukking van de anti-besparingsbeweging in Europa

Jeremy Corbyn is een spiegel van het huidige tijdperk in Europa. Hij is de specifieke Britse uitdrukking van de anti-besparingsbeweging die op het hele continent bestaat, en die op dit ogenblik in elk land een andere vorm krijgt. Corbyn is in die zin een uitzondering omdat ze de uitdrukking is van een linkse stroming in een sociaaldemocratische partij, terwijl de vernieuwing overal elders links van de sociaaldemocratie gebeurt. Dat kan, doorheen de specifieke Britse politieke context van een bijna de-facto twee-partijen-systeem en het historische travaillisme van Labour.

Overal elders in de Europese sociaaldemocratie is het nog steeds al Blairisme dat de klok slaat. Dat heeft de Europese crisis over Griekenland onlangs nog hard aangetoond. In Frankrijk is de PS van François Hollande aan de macht, die op geen enkel vlak een breuk heeft kunnen maken met het besparingsbeleid dat Sarkozy voor hem had ingezet. Bij onze noorderburen hesen de sociaaldemocraten van Diederik Samson zich naast Rutte in het kabinet, en Rutte II werd nog rechtser dan Rutte I al was. In Duitsland mocht de SPD sinds lang weer meedoen in een grote coalitie met de CDU. Tijdens de Europese crisis over Griekenland werd pijnlijk duidelijk dat partijleider Sigmar Gabriel bondskanselier Angel Merkel vaak langs rechts voorbij schoot, onder meer in de dreiging om Griekenland dan maar ‘uit de Euro’ te zetten als de Griekse regering niet zou neerleggen bij de opgelegde besparingskoers. Het programma van Corbyn is een breuk met de hele politiek van Hollande, Samson en Gabriel.

De oprichting van een nationale investeringsbank

Het travaillistische Labour is altijd nauw verbonden geweest met de vakbonden. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is de vakbondsleiding in het verleden vaak een dam geweest om tegen linkse kandidaten in Labour te pleiten, om de keuze van het partij-establishment uit Westminster te helpen doorduwen. De steun van de vakbondsleiding voor Corbyn was dus minder evident dan het lijkt. Maar Corbyn kreeg met zijn verhaal voor sterke openbare diensten de steun van Unison, met meer dan één miljoen leden de grote vakbond uit de openbare sector. Andere bonden volgden. Corbyn is ook voorstander van een democratische hernationalisering van spoorwegen en energie. Heel de financiële elite staat op haar achterste poten bij zo’n voorstellen, maar Corbyn kan op de steun van een grote meerderheid van de bevolking rekenen. Een recent onderzoek van YouGov toont aan dat meer dan vier op vijf Britten pleiten voor een hernieuwde nationalisering van de openbare gezondheidsdienst NHS. En meer dan twee op drie Britten is voorstander van de hernationalisering van de energie-bedrijven, de post en de spoorwegen.

Corbyn pleit voor de oprichting van een nationale investeringsbank om nieuwe publieke investeringen mogelijk te maken. In het onderwijs, in de woningsector, in ecologische vernieuwing, in de industrie. “Het is een proces dat toelaat om ook ons competentieniveau te verhogen, met hoog gekwalificeerde jobs”, aldus Corbyn. “We hebben geld bijgedrukt om de banken los te trekken, maar dat geld is grotendeels verdwenen in de zakken van enkelen. Waarom kunnen we dat geld niet investeren in tastbare doelen waar iedereen in het land kan van profiteren?”

Ondergronds verzet in de eigen partij

Corbyn zal een gevecht moeten aangaan met de Tories. Maar het gevecht in zijn eigen partij zal veel moeilijker worden. Corbyn haalde het dankzij meer dan 16.000 vrijwilligers, tegen het establishment van de Labour-partij in. Terwijl bijna 60 procent van de leden voor Corbyn stemden, kreeg hij nog geen 10 procent van de parlementsleden achter zich. Geen enkele leider in de 115-jarige geschiedenis van Labour werd ooit verkozen met de steun van zo weinig parlementsleden. De kloof tussen de partij in Westminster, de parlementaire fractie, en de afdelingen aan de basis is enorm. Terwijl het enthousiasme aan de basis groot is, en de partij opnieuw duizenden nieuwe leden aantrekt hebben verschillende parlementsleden van Labour volgens de krant The Telegraph al gezegd in verzet te gaan tegen het voorzitterschap van Corbyn. Ofwel door “alle steun in het parlement terug te trekken” en geen enkele partijbeslissing te ondersteunen, ofwel door “ondergronds te gaan” en terug te slaan wanneer “the time is right” (sic).

“De overwinning van Corbyn is slechts het gemakkelijkste gedeelte”

“Je moet er niet aan twijfelen. Als dit een ongelooflijke politieke gebeurtenis is, dan was het tegelijkertijd ook het gemakkelijkste gedeelte. De uitdagingen waar Corbyn nu voor staat zijn ongelooflijk groot. Diegenen die geïnspireerd werden door zijn boodschap moeten meer doen dan voor hem te stemmen”, vertelde de jonge Britse socioloog Owen Jones afgelopen weekend aan The Guardian. Er is een groot gevaar dat Corbyn de gijzelaar wordt van de parlementaire fractie, als hij er niet in slaag om de duizenden activisten aan de basis van de partij te organiseren en hen mee een beslissende stem in de partij weet te geven. “Corbyn heeft weinig aanhangers in de parlementaire Labour-partij. Brede conferenties moeten helpen om de politieke oriëntatie van Labour vast te leggen, zodat Labour-parlementsleden die tegen de partijlijn stemmen, duidelijk rebelleren tegen de partij en niet alleen tegen de partijleider”, aldus Jones.

De moeilijkste taak voor Corbyn moet dus nog komen, en het is lang niet zeker of hij alle obstakels uit het mijnenveld van het Britse establishment, of dat nu Thatheriaans of Blairistisch is, zal weten te overwinnen. Maar zeker is wel dat Corbyn een frisse wind doet waaien, en op zijn minst de Thatcher-consensus doorbreekt die Groot-Brittannië nu al een kwarteeuw in een verstikkende greep houdt.

Partner Content