21,7 procent van bedienden heeft bedrijfsauto, aantal blijft toenemen (Acerta)

Het aandeel bedienden dat een bedrijfswagen heeft, blijft stijgen. In 2020 ging het om 21,7 procent, ruim 5 procent meer dan in 2019 (20,6 procent).

Dat blijkt uit een mobiliteitsbarometer van hr-dienstverlener Acerta.

In vergelijking met 2015, toen 17,3 procent van de bedienden met een bedrijfswagen rondreed, nam hun aandeel met meer dan een kwart toe. In de afgelopen zes jaar was er – op een stagnatie in 2018 na – een aanhoudende stijging.

De auto bleef in 2020 ook veruit het meest gebruikte vervoermiddel voor woon-werkverkeer, zo blijkt voorts uit de barometer. Het aandeel woon-werkverplaatsingen die (minstens voor een deel) met de auto werden gedaan, steeg zelfs van 77,5 procent vorig jaar naar 78,3 procent. Een op de drie (33,3 procent) werknemers gebruikte de fiets, een stijging met 9 procent, meestal in combinatie met een ander vervoermiddel, terwijl 14,6 procent altijd de fiets nam. Het openbaar vervoer moest vorig jaar licht terrein prijsgeven (van 8,3 naar 8,1 procent).

Corona helpt fiets en auto

Volgens Acerta zijn die evoluties onder meer te wijten aan de coronapandemie. ‘Corona heeft de fiets een boost gegeven, maar de auto op zijn troon gehouden. Dat laatste hoeft niet noodzakelijk slecht te zijn, want ook na corona zullen we door het succes van thuiswerk minder kilometers van en naar het werk afleggen’, zegt mobiliteitsexpert Charlotte Thijs.

De gegevens in de mobiliteitsbarometer van Acerta zijn gebaseerd op een steekproef met de werkelijke loongegevens van de werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector.

Partner Content