De federale ministers Muylle en Bellot reikten in het keuringstation van Zemst de 10 miljoenste Car-Pass uit. De eerste Car-Pass werd op 1 december 2006 overhandigd. Sindsdien heeft het systeem zijn nut volop bewezen en is tellerfraude in België zo goed als verdwenen.
Twintig jaar geleden werd er in België nog duchtig gesjoemeld met de kilometerteller van tweedehandsvoertuigen. Naar schatting 10% van alle occasies werden toen verkocht met een teruggedraaide teller. Dit vormde niet alleen een groot probleem voor de consumenten, maar ook voor de bona fide bedrijven van de autosector, die geconfronteerd werden met oneerlijke concurrentie en imagoschade. Om aan die kwalijke praktijken paal en perk te stellen, beslisten de automobielclubs, de beroepsfederaties van de autosector en de federale overheid om samen een sluitende oplossing uit te werken, het zogenaamde Car-Pass systeem.
Voor de invoering, was er sprake van fraude bij ongeveer 10 procent van de verkochte tweedehandswagens, nu is dat nog slechts 0,2 procent. De consument heeft dankzij de Car-Pass dus veel meer zekerheid dat hij geen kat in een zak koopt. Dat betekent concreet dat de afgelopen 13 jaar ongeveer 1 miljoen kopers behoed zijn voor fraude. Wetende dat een teruggedraaide teller, de koper algauw 1.500 euro kost, heeft de Car-Pass de Belgische consumenten dus gedurende al die jaren 1,5 miljard euro bespaard. Dit resultaat was enkel mogelijk dankzij de dagelijkse aanlevering van tellerstanden door de ganse autosector.
Momenteel heeft Car-Pass al meer dan 225 miljoen gegevens verzameld. Sinds 1 maart van dit jaar, bevat het Car-Pass document nu ook informatie over de milieuprestaties van het voertuig (CO2-emissies en Euronorm) en toont het of het voertuig nog een keuring na ongeval moet ondergaan. De koper kan zich op die manier een beter beeld van de auto vormen en onaangename verrassingen vermijden. (Belga)
