Het gelijk van low impact man: ‘Hoe slechter het gaat met het klimaat, hoe beter dat is voor mij’

STEVEN VROMMAN: ‘Het wasrek staat bij ons in het midden van de woonkamer. Dat is de warmste plaats in huis.’ © BAS BOGAERTS
Michel Vandersmissen
Michel Vandersmissen Redacteur van Knack

Toen Steven Vromman zich veertien jaar geleden heruitvond als de low impact man werd er al eens meewarig naar hem gekeken. Door de huidige energiecrisis krijgt hij plots veel navolging.

U ziet er zo gewoon uit’, zeggen ze weleens wanneer ze hem ontmoeten. De ontgoocheling is dan bijna tastbaar. ‘Maar het is niet omdat ik mij een low impact man noem dat ik een soort freak zou zijn’, zegt Steven Vromman. ‘Wat hadden ze dan verwacht, een sjofele man met een baard tot op zijn enkels? Eigenlijk leef ik niet zo bijzonder.’

Als we hem aan het eind van ons gesprek vragen wanneer hij nog iets nieuws heeft kocht, loopt hij minutenlang te zoeken in zijn compacte appartement in Sint-Amandsberg. ‘Nieuw? Dat zal niet veel zijn, want ik koop bijna alles tweedehands. Misschien een boek.’ Na nog wat gedrentel in zijn woonkamer annex keuken vindt hij toch wat. ‘Kijk, een Zweedse percolator. Gekocht bij Ikea.’

Steven Vromman besliste in 2008 om zijn ecologische voetafdruk te verkleinen. De gevolgen zie je in zijn woning. Het wasrek staat in het midden van de woonkamer. ‘Dat is de warmste plaats in huis. Veel mensen zullen dat niet netjes vinden, maar praktisch is het wel.’ De ramen hebben driedubbel glas, het speelgoed in de kinderkamer is tweedehands of gekregen van anderen. Opvallend weinig elektrische toestellen ook. ‘Ik heb wel een superzuinige koelkast en een microgolfoven. Vroeger zou ik dat toestel niet geduld hebben, maar het is van mijn nieuwe partner. Soms moet je compromissen sluiten.’

Waarom besliste u in 2008 om uw ecologische voetafdruk te verkleinen?

Steven Vromman: Ik nam loopbaanonderbreking omdat ik mijn werk als directeur van een Leuvense milieuorganisatie een beetje beu was. Ik was te veel bezig met administratie, financiën en personeelszaken, en niet met de essentie: het milieu. Dat bedrijfje berekende toen al de ecologische afdrukken van anderen. Ik dacht: wat als ik die tips nu eens zelf zou toepassen? Mijn voornemen haalde tot mijn verrassing uitgebreid de pers.

Voelt u zich een pionier, een visionair zelfs?

Vromman: Het is wel opmerkelijk dat de media nu vol staan met tips voor energiebesparingen, terwijl ik daar veertien jaar geleden meewarig voor werd bekeken. Ik was een wereldvreemde alternatieve groene jongen. Het voelt goed dat meer mensen beginnen te denken zoals ik. Alleen is mijn motivatie puur ecologisch, terwijl het voor de meesten nu vooral om sparen draait.

Hoezeer is uw leven veranderd?

Vromman: Ik woonde toen in een slecht geïsoleerde huurwoning, zoals er nog altijd te veel zijn. Omdat mijn huisbaas geen zin had in investeringen begon ik zelf kleine dingen op te lossen – tochtgaten opvullen en zo. Maar zo gaan de zaken natuurlijk niet vooruit. Daarom kocht ik een jaar later een supergeïsoleerd appartement in dit cohousingpand. Ik ben toen ook volledig gestopt met vlees en vis eten, plastic gebruiken enzovoort. Ik heb geen auto meer en reis niet langer met het vliegtuig. Bij alles wat ik deed, zocht ik telkens naar de meest ecologische optie.

Nu passen mensen hun levensstijl aan om te besparen. U maakte toen keuzes die net duurder waren, zoals biologische voeding.

Vromman: Ik geef waarschijnlijk meer uit aan gezonde biovoeding. Biogroenten zijn duurder, maar wel lekkerder. Een witbrood uit het warenhuis is zeker goedkoop, maar je kunt het uitwringen als een spons. Geef mij dan maar een duurder en voedzamer zuurdesembrood van bij de bakker. Ik gebruik ook de app Too Good to Go (dienst waar restaurants en winkels onverkochte voeding aanbieden, nvdr). Besparen doe ik eerder op andere zaken. Ik koop bijvoorbeeld uitsluitend tweedehandskleding, en ik ben al twintig jaar klant bij de burgercoöperatie Ecopower. Mijn energiefactuur is daardoor lager dan bij een traditionele energieleverancier. Ze zeggen nu dat energie pokkeduur is – en dat klopt ook wel – , maar je kunt evengoed beweren dat gas en olie tot voor kort te goedkoop waren. Mijn vader was architect. Hij ontwierp in de jaren tachtig grote huizen zonder isolatie. Dat was volgens hem ook niet nodig, omdat stookolie spotgoedkoop was. Tja.

low impact man
© BAS BOGAERTS

Zijn uw voorschotten ook zo fel gestegen?

Vromman: Voor elektriciteit en verwarming betaal ik 170 euro per maand. Dat is meer dan een verdubbeling in vergelijking met twee jaar geleden, maar het valt nog mee als ik hoor dat andere gezinnen vele honderden euro’s vooruit moeten betalen. Ik hoop nog wat terug te krijgen op de eindafrekening, want ook wij zijn nog iets zuiniger geworden. Het is in ons cohousingpand een sport geworden om er zo lang mogelijk mee te wachten om de verwarming op te zetten.

Houdt u uw uitgaven minutieus bij?

Vromman: Het eerste jaar heb ik dat zeker gedaan. Als ik één tip kan geven, dan is dat wel: hou je meterstanden van water, gas en elektriciteit goed in het oog. Kijk minstens een keer per maand hoeveel u hebt verbruikt. Wetenschappelijk onderzoek leert dat als je dat doet, je spontaan 3 à 4 procent bespaart. Mensen die elke dag op de weegschaal staan, vermageren ook.

Wat houdt u nog in de gaten?

Vromman: Hoeveel kilometer ik rijd met de auto. Ik heb geen eigen auto, maar ik gebruik af en toe een deelwagen, voor het werk of een vakantie. Wij gaan altijd met vakantie in een straal van 300 à 400 kilometer. Wat ik uitgeef aan kleren en ontspanning hou ik minder bij, vooral omdat het zo weinig is. Kleren kosten me minder dan 100 euro per jaar, en ze zijn allemaal tweedehands. Ik koop ook zelden een nieuw elektronisch toestel. Ik vraag me altijd eerst af of ik het echt nodig heb, en of ik het dan ook tweedehands kan kopen. Mijn laptop is refurbished en mijn smartphone is een fairphone. Gewone smartphones zijn vervuilend, en worden vaak gemaakt door kinderen in een derdewereldland. Het businessmodel van fabrikanten als Apple en Samsung is er ook nog eens op gericht dat je om de twee jaar een ‘vers’ toestel moet kopen. Een fairphone bevat geen grondstoffen uit conflictgebieden, en het toestel is volledig moduleerbaar. Dat betekent dat elk onderdeel apart te vervangen is. Daardoor gaan die toestellen minstens tien jaar mee. Ze zijn niet zo goedkoop – deze kost 540 euro – , maar je krijgt er wel vijf jaar garantie op.

Hebt u aan comfort of levenskwaliteit ingeboet?

Vromman: Ik vind van niet, maar ik leef wel bewuster. Ons water wordt opgewarmd door een zonneboiler. Als ik nu onder de douche sta, geeft het mij net meer voldoening en levenskwaliteit omdat ik weet dat de natuur het water heeft opgewarmd en dat ik geen ecologische schade aanricht. Omdat ik principieel geen vliegreizen maak, beperkt dat mijn actieradius, maar ik heb niet het gevoel dat ik iets mis omdat ik de piramiden van Gizeh nog niet heb gezien.

Hebben uw kinderen ooit geklaagd over de low impact man?

Vromman: Dat gebeurde weleens, al heb ik altijd geprobeerd om ze voldoende keuzevrijheid te geven. De afspraak was dat wij thuis geen vlees zouden eten, maar ze mochten dat wel doen bij vrienden, of op kamp. Ik zweer bij tweedehands, maar als ze zelf iets nieuws wilden kopen met hun zakgeld, dan was dat nooit een probleem. Je mag kinderen niet te veel pushen. Anders lok je toch maar een tegenreactie uit.

Waarover klaagden ze dan wel?

Vromman: Bijvoorbeeld als het te koud was in huis. Nu zijn ze het huis uit, en ze leven nog altijd grotendeels als vroeger. Ze leven bijvoorbeeld alle twee veganistisch. Ze hebben evenmin een auto, maar wel een iPhone.

Weet u precies hoeveel geld u bespaart als gevolg van uw levensstijl?

Vromman: Dat is moeilijk te zeggen. Mensen willen een concreet cijfer, maar dat zal nooit helemaal kloppen. Ik ben zelfstandige, en mijn inkomen komt bijna volledig van lezingen bij verenigingen, scholen en bedrijven. Dat levert gemiddeld 2000 euro netto per maand op. Daar staat ongeveer 1500 euro aan kosten tegenover. De belangrijkste kosten zijn de afbetaling van mijn hypotheek en de energiekosten, samen goed voor on- geveer 950 euro. Aan voeding geven we 400 à 500 euro per maand uit. De rest is bijna verwaarloosbaar.

Wat vindt u van de rol van de overheid?

Vromman: Ze speelt paniekvoetbal. Deze crisis zat er al lang aan te komen, maar helaas beperken onze politici zich tot kortetermijndenken. Het is goed dat men van alles probeert omdat een grote groep mensen in de problemen komt. Maar nu gaat te veel aandacht naar het goedkoper maken van energie, bijvoorbeeld door stookoliecheques uit te delen. Zelfs aan mensen die dat niet nodig hebben. Men zou dat geld beter gebruiken voor duurzame oplossingen, zoals huizen beter isoleren of warmtepompen subsidiëren.

Waarom gebeurt dat niet?

Vromman: Omdat politici denken vanuit de angst de verkiezingen te verliezen. Zo missen ze veel kansen. Ze onderschatten hun kiezers, want de meerderheid zou een duurzame politiek op de lange termijn wél goedkeuren. Mensen zouden het appreciëren als de regering hardop zou zeggen dat we het met minder moeten doen. Politici zouden wat minder rekening moeten houden met roepers die om steun komen bedelen, maar wel drie keer per jaar het vliegtuig nemen voor een citytrip. Die hebben geen recht om te klagen. En ze verdienen ook geen stookoliecheques.

Geeft u nu meer lezingen dan voor de energiecrisis?

Vromman: Ik merk dat de aanvragen al een tijdje stijgen. Het is cynisch om te zeggen, maar hoe slechter het gaat met het klimaat, hoe beter het is voor de low impact man.

Zijn de reacties op uw lezingen nu anders dan veertien jaar geleden?

Vromman: De meewarigheid en het cynisme zijn veel minder dan vroeger, en ik krijg opvallend meer vragen over energie uit de zaal. Vijftien jaar geleden zagen niet veel mensen dat er een urgent probleem was met ons klimaat. Ondertussen weet iedereen welke ravage een waterbom kan aanrichten, of wat een extreem hete en droge zomer betekent. De onverschilligheid gaat er snel uit.

Welke boodschap zou u willen geven aan de lezers van Knack?

Vromman: Dat ze goed moeten beseffen dat het feestje van ‘altijd meer’ voorbij is. We moeten anders gaan leven. Dat betekent niet noodzakelijk dat we achteruit zullen gaan, maar we zijn gereduceerd tot consumenten. Besef dat kicks of het materiële niet het belangrijkste is in het leven. Wel dingen die niet duur zijn, zoals vriendschappen, de stilte in de natuur, een goede gezondheid. Veel mensen hebben dat herontdekt tijdens de coronacrisis. We moeten ons leven weer in eigen hand nemen, en weghalen van de marketeers.

Steven Vromman

– 62 jaar

– Studeerde sociale agogiek

– Vond zichzelf in 2008 opnieuw uit als de low impact man

– Schreef verschillende boeken met tips voor ecologisch leven: Low Impact Man, Low Impact Kids en Stop met Klagen.

– In 2020 verscheen zijn eerste roman, Amor Mundi.

Partner Content