Hip hop Haïti!

Wyclef Jean Enorm populair bij de jongeren. © reporters
Hannes Cattebeke
Hannes Cattebeke Freelance journalist voor onder meer Knack

Vorige maand werden overal ter wereld herdenkingen gehouden voor de slachtoffers van de aardbeving in Haïti. In New York kreeg de Amerikaans-Haïtiaanse hiphopper Wyclef Jean de eer om de technologiebeurs Nasdaq te openen. Zijn boodschap: ‘Haïti is klaar om zaken te doen.’ Toen klonken al enige tijd geruchten dat Jean een gooi zou doen naar het presidentschap in het land waar hij zijn kinderjaren had doorgebracht.

Op zijn negende ruilde Jean samen met zijn ouders en zijn oudere broer de verpauperde eilandstaat in de Caribische Zee voor de Verenigde Staten. Wyclef stortte zich op de muziek en groeide via de hiphopband Fugees uit tot een van de meest succesvolle Amerikaanse rappers. Al wie naam en faam heeft in de r&b-wereld heeft al met hem samengewerkt. Jean -aka Clef – is niet bang van een zeemzoete ballade en maakt ontegensprekelijk deel uit van de blingblinggeneratie. Al zet hij zich met zijn sociaal engagement toch enigszins buiten de machocultuur die daar heerst. Jean verwijst graag naar zijn roots en hoe hij het heeft gemaakt. Getuige zijn album uit 2009 From the Hut, To the Projects, To the Mansion. Dat zijn statige herenhuis in Florida amper gefinancierd raakte en vervolgens onderwerp werd van een aanslepende rechtzaak, deed er even niet toe.

Ook het liefdadigheidsfonds Yéle Haiti dat hij in 2005 oprichtte, kwam al in opspraak vanwege financieel wanbeheer. Geen wonder dus dat niet iedereen in Haïti op het puin stond te juichen toen Jean vorige week zijn presidentiële ambities officieel bevestigde. Veel oudere Haïtianen staan op zich al sceptisch tegenover landgenoten die hun land verlaten om ergens anders hun geluk te zoeken. Maar bij de jongeren is de multimiljonair wél enorm populair. Gezien de bevolkingspiramide op Haïti, waar amper 3,5 procent van de bevolking ouder is dan 65, is dat een enorme troef. Bovendien komt de kandidatuur van Jean niet helemaal uit het niets. Een aantal jaren geleden bracht hij If I was president uit, een nummer waarin hij na de titelzin zingt: ‘dan werd ik verkozen op vrijdag, vermoord op zaterdag en begraven op zondag’. Echte plannen om de stap naar de politiek te zetten, had hij toen nog niet. Dat liet hij naar eigen zeggen nog liever een tiental jaar over aan zijn oom Raymond Alcide Joseph, sinds 2005 de Haïtiaanse ambassadeur in de Verenigde Staten en openlijk kandidaat voor de komende presidentsverkiezingen op 28 november.

Oom Raymond groeide na de verwoestende aardbeving in januari uit tot een van de belangrijkste internationale woordvoerders van de Haïtiaanse gemeenschap. Wyclef moest met Yéle Haiti niet onderdoen. Om de haverklap werd hij geïnterviewd over de 250.000 dodelijke slachtoffers en de ravage op Haïti. Zijn instelling zamelde al meer dan 9 miljoen dollar in. Plots besefte Jean dat als de rapper president wilde worden, dit wellicht het ideale moment was. Net zoals het volgens hem ook het ideale moment is om in Haïti te investeren. ‘Alles moet heropgebouwd worden. We kunnen met het land een nieuwe start maken.’ Voor het overige komt Jean voorlopig niet veel verder dan enkele holle hiphopfrasen en een ‘L’union fait la force’ met een zwaar Amerikaans accent. Daar-tegenover staat dat hij de komende maanden de andere kandidaten mijlenver achter zich zal laten als het aankomt op de zoektocht naar wereldwijde aandacht en middelen voor zijn geboorteland. Nu nog een plan om met die miljoenen eindelijk een staat uit te bouwen.

Hannes Cattebeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content