Bart Cornand

Het eetcafé El Negocito in Gent is een voorbeeld voor de Belgische jazzscene.

Nee, chic is het er niet. Geen rode pluche zoals in de Brusselse Music Village, geen zangeressen in paillettejurken. Maar de Chileense dipsaus van twee euro is een killer, en de kaalgekapte baksteenmuren voeren je naar de New Yorkse loftscene. Vroeger was dit het café van de Bende van de Miljardair, die vandaar de nabijgelegen hoerenbuurt controleerde. Vandaag heeft Dirk Trioen plaatsgemaakt voor een verfrissend gemengd en internationaal publiek, van studenten tot jongere ouderen. El Negocito in de Gentse Brabantdam is een club met een missie. Noem het een laboratorium voor geïmproviseerde muziek, met vertakkingen van freejazz tot punk. Maandelijks worden uitgelezen muzikanten aangesteld tot artist in residence, waarbij ze verschillende ensembles kunnen uittesten. Liefst vier avonden per week vind je er de betere namen van de Belgische avant-garde. Sinds kort kunnen de bands hun sets er professioneel opnemen.

Bij de eerste worp van het huislabel staat één man centraal: de Italiaans-Gentse drummer Giovanni Barcella. Hij staat in de machinekamer van drie erg verschillende bands: het duo met tenorist Jeroen van Herzeele, Moker, en Backback.

De projecten van Van Herzeele, gepokt en gemazeld in de klassieke jazz, werden met de jaren steeds kleuriger. Stilaan kwam één constante naar boven: zijn voorliefde voor de free van de late John Coltrane. Op de titelloze duoplaat Barcella-Van Herzeele (***) trekt hij die lijn door: in één lange ruk van 47 minuten fluisteren, schuifelen, krabben en schreeuwen de twee de voegen uit de muren, zonder daarbij – en daar durfde het vroeger al eens fout te lopen – de zin voor dosering en spanningsbogen te verliezen.

Totaal anders maar even goed: Backo, de tweede cd van Backback (***), met naast Barcello ook gitarist Filip Wauters en saxofonist Marc De Maeseneer. Voorman en gitarist Filip Wauters smeult en schroeit als vanouds – geen speed sweeping, dat mag duidelijk zijn, maar hoekige lijnen en wijds-wringende akkoorden die het midden houden tussen Mark Ribot en David Hidalgo. De track Matanzas, met een lang parlando van Barcella, is met voorsprong onze favoriete: als er ooit een remake van de film Paris Texas wordt gemaakt, moet dít het centrale nummer op de soundtrack worden (‘I knew these people. These two people… ‘)

Dé uitschieter tussen deze eerste releases is zonder twijfel de nieuwe van Moker (***1/2). De ploeg van gitarist Mathias Van De Wiele (Bart Maris, trompet; Zeger Vandenbussche, tenorsax; Kristof Roseeuw, bas; Barcella, drums) is sinds het debuut Naptime (2002) uitgegroeid tot een van de interessantste bands van het land. De uitbreiding met klarinettist Jordi Grognard is bovendien een meesterzet. Ragba-Haring klinkt als een dronken streetparade die een ingeslapen dorp wakker schudt, en tracks als Lochting en Delirium Bleu bewijzen alweer dat Van De Wiele een bijzondere componist is. Als u de kans krijgt om Moker live aan het werk te zien, laat ze dan niet voorbijgaan. In El Negocito, bijvoorbeeld. Een miljardair zal de uitbater waarschijnlijk niet worden. Maar zijn initiatief is one in a million.

Bart Cornand

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content