Factcheck: investeren in natuurparken loont, maar rendement moeilijk te berekenen

© Sarah Yu Zeebroek
Brecht Castel

‘Eén euro investeren in grote natuurgebieden levert tien euro op voor de lokale samenleving’: dat zei Ignace Schops op Radio 1. Dat cijfer blijkt moeilijk hard te maken, maar dat investeren in natuurparken loont, staat vast.

Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier meer over hoe we werken.

Op Radio 1 werd Ignace Schops, directeur van vzw Regionaal Landschap Kempen en Maasland, geïnterviewd over de waarde van natuurparken. Hij wees onder andere op de economische winst die er te rapen valt: ‘Eén euro investeren in grote natuurgebieden levert tien euro op voor de lokale samenleving.’

Wanneer we contact opnemen met Schops, legt hij uit dat de inschatting een ‘gemiddelde is van verschillende studies’ en ‘is gebaseerd op Fins onderzoek’. Hij levert een resem publicaties en wetenschappelijke onderzoeken aan over het rendement van natuurgebieden.

Alleen in het Finse artikel wordt specifiek gesteld dat investeren in natuurgebied een rendement van 1:10 oplevert. Milieueconoom Sebastien Lizin (UHasselt) vindt het moeilijk om die studie te beoordelen: ‘Het lijkt gebaseerd op een economische impactanalyse, maar over de precieze aanpak is geen transparantie.’

Een andere studie die specifiek een rendement van 1:10 aanhaalt, lijkt niet te bestaan. Volgens een studie van de Wereldbank zorgt elke euro die een overheid investeert in natuurgebied voor een rendement in lokale economieën van 6,2 tot 28,2 euro. Het rendement kan dus zowel lager als hoger uitvallen.

Die ruime variatie verbaast bio-econooom Liesbet Vranken (KU Leuven) niet. ‘Het is complexe materie, want de winst van bosbehoud valt moeilijk in euro’s uit te drukken. Een voorbeeld. Doordat bosgrond goed water doorlaat, vormt bosgebied een goede buffer tegen overstromingen. Als je dat bos kapt, zul je meer rioleringen en dijken moeten bouwen. Die kosten kun je vermijden door het bos te laten staan. Bovendien vermijd je zo mogelijk overstromingsschade, ook dat moet je doorrekenen.’ Vranken wijst er ook op dat wandelen in een bos kan helpen in de strijd tegen burn-outs. ‘Genieten van een wandeling kán in geld worden uitgedrukt’ zo haakt Lizin in. ‘Daarvoor bestaat een heel arsenaal aan economische waarderingsmethodes. Maar door die vele methodes is het moeilijk om er een exact bedrag op te plakken.’

Natuurgebied kan ook toeristen aantrekken, die in de buurt al eens iets nuttigen. Ook over hun financiële impact bestaat onenigheid onder economen. Toerisme-econoom Jan van der Borg (KU Leuven): ‘Als een toerist 100 euro betaalt voor een hotelovernachting profiteert niet alleen het hotel, maar ook de toeleveranciers van dat hotel. Dat noemen we multipliers, maar die worden in economische studies vaak veel te hoog ingeschat.’

Is een rendement van 1:10 nu een realistische inschatting? Lizin vindt het nog ‘aan de bescheiden kant’, Vranken zou het ‘zo hoog niet durven te zeggen’ en volgens Van der Borg lijkt 1:10 ‘heel veel’. Er heerst dus onenigheid en de bestaande studies geven geen uitsluitsel.

Conclusie

Verschillende onderzoeken wijzen op een positief effect van investeren in grote natuurgebieden voor de lokale samenleving. Een rendement van 1:10 is volgens sommige experten echter overdreven. We beoordelen de uitspraak daarom als eerder waar.

Bronnen

In het artikel vindt u links naar alle gebruikte bronnen. En verder:

Mailverkeer met Ignace Schops, 12-15 december 2022

Mailverkeer met Sebastien Lizin (UHasselt), 14-15 december 2022

Mail- en telefoonverkeer met Liesbet Vranken (KU Leuven), 13-15 december 2022

Mail- en telefoonverkeer met Jan van der Borg (KU Leuven), 13-14 december 2022

Alle bronnen werden laatst geraadpleegd op 11 januari 2023.

Partner Content