Het bestand dat begin september werd gesloten tussen de regering van Oekraïne en de pro-Russische rebellen in het oosten van het land heeft volgens de VN het bloedvergieten vertraagd maar zeker niet gestopt. Er zijn sindsdien bijna 1.000 doden gevallen. En met de mensenrechten is het lamentabel gesteld.
De cijfers zijn afkomstig van het Hoog-Commissariaat voor Mensenrechten van de Verenigde Naties.
Sinds het bestand op 5 september werd ondertekend zijn er gemiddeld per dag 13 doden gevallen. In totaal zijn er in 10 weken 957 dodelijke slachtoffers gevallen aan weerszijden van conflict, al valt het volgens het Hoog-Commissariaat, in een mededeling, niet uit te sluiten dat een aantal van de doden, 838 mannen en 119 vrouwen, eerder zijn gevallen en pas na het bestand gerapporteerd. Sinds half april zijn er bij het gewapend conflict in Oekraïne 4.317 mensen gesneuveld.
Dubbel aantal vluchtelingen
Volgens het bestand zouden beide partijen zware wapens en buitenlandse soldaten terugtrekken uit de zone van conflict. Of dat gebeurd is, is heel erg de vraag.
Volgens het Hoog-Commissariaat blijven er in elk geval buitenlandse, Russische, strijders aanwezig.
De mensenrechtensituatie is, samengevat, lamentabel. De gewapende groepen en de buitenlandse strijders misdragen zich, en gebruiken martelpraktijken, willekeurige aanhouding, terechtstellingen, dwangarbeid, seksueel geweld en de vernietiging of opeising van eigendommen. Ze gebruiken munitie die de burgers treft, zoals clusterbommen.
In november waren 466.829 mensen hun huis ontvlucht, bijna 200.000 meer dan in september.
(RR)
