In het eerste jaar van de luchtaanvallen van de door de Verenigde Staten geleide coalitie tegen de Islamitische Staat (IS) in Irak en Syrië zijn ook minstens 459 burgers omgekomen, onder wie 100 kinderen. Dat berekent de onafhankelijke monitoringgroep Airwars. De VS geven slechts twee burgerdoden officieel toe. ‘Verontrustend’, zegt Airwars.
Airwars is een project van onafhankelijke journalisten die berichten over de internationale luchtaanvallen tegen de IS controleren. Op 8 augustus is het een jaar geleden dat de bombardementen in Irak begonnen, het offensief in Syrië startte op 23 september 2014. Op zijn website houdt Airwars enkele cijfers bij.
Mogelijk 1.200
Zo telde de groep het voorbije jaar meer dan 5.800 luchtaanvallen, waarvan 3.591 in Irak en 2.275 in Syrië. Daarbij zijn net geen 17.000 bommen en raketten afgevuurd. Airwars zegt geloofwaardige informatie te hebben dat daarbij minstens 459 en mogelijk zelfs meer dan 1.200 burgers om het leven kwamen. Onder hen 100 kinderen. Het aantal IS-militanten dat sneuvelde, schat Airwars op 15.000.
Airwars geeft toe dat informatie uit gebieden onder IS-controle moeilijk te verifiëren is, maar volgens Time zijn de cijfers vergelijkbaar met die van andere groepen.
Contraproductief
Opmerkelijk is dat Washington slechts twee burgerdoden erkent: twee kinderen die omkwamen bij een luchtaanval gericht op aan Al-Qaeda gelinkte strijders in Syrië.
In zijn rapport over de eerste verjaardag van het offensief noemt Airwars dat ‘verontrustend’. Zo schrijft de groep (pagina 5): ‘Het minimaliseren of ontkennen van alle claims van niet aan gevechten gelinkte doden houdt geen steek en dreigt zelfs in de kaart van de IS en andere groeperingen te spelen.’
Precies
Nog volgens Time gaf kolonel Wayne Marotto, een woordvoerder van de coalitie, geen commentaar op het rapport, maar zei hij enkel dat er ‘geen ander leger in de wereld is dat zo hard zijn best doet als ons om precies te zijn. Als een claim over een burgerslachtoffer van de coalitie geloofwaardig blijkt, dan onderzoeken we die en proberen we eruit te leren’. (KVDA)
