De Egyptische regering zegt dat het offensief van het leger op het Sinaï-schiereiland doorgaat ’tot alle terroristische concentratie in de regio verdwenen is’. De dodentol bij gevechten tussen strijders van de Islamitische Staat en het Egyptische leger is opgelopen tot bijna 120.
Het zou gaan om 17 soldaten en 100 IS-militanten, maar volgens lokale media zijn er meer soldaten gesneuveld. De gevechten van woensdag zijn in elk geval de meest gewelddadige in de jongste geschiedenis van de Sinaï.
Ook donderdagochtend vinden nog luchtaanvallen plaats.
Islamitische Staat
Woensdagochtend viel een lokale IS-militie meer dan 15 posten van het leger aan. Ze maakten gebruik van zware wapens. Op enkele plaatsen was er sprake van zelfmoordaanslagen. Het Egyptische leger sloeg meteen terug.
De aanslagen zijn opgeëist door de zogenaamde ‘Provincie Sinaï van de Islamitische Staat’. Die pleegde eerder al aanslagen op het schiereiland, de armste en minst bevolkte regio van Egypte. De omvang en de complexiteit van de jongste aanslagen overstijgt echter alle vorige acties van de groep, wat volgens experts doet vermoeden dat ze steeds meer samenwerkt met het IS-leiderschap in Syrië.
Het was bovendien de tweede grote aanslag in Egypte in één week tijd. Maandag nog werd de openbaar aanklager van Egypte gedood door een bomauto in Caïro.
Toerisme
Vrijdag is het twee jaar geleden dat de Egyptische president Mohamed Morsi werd verjaagd door het leger, dat toen onder leiding stond van huidig president Abdel Fattah el-Sisi.
Sisi heeft de strijd aangebonden met islamisten en de Moslimbroederschap van Morsi gecategoriseerd als terreurbeweging: duizenden leden zijn gearresteerd, tientallen ter dood veroordeeld. Gewelddadige islamisten zinnen op wraakacties tegen de regering.
Doordaat Sisi er niet in slaagt het geweld in te dijken en de veiligheid te verhogen, remt volgens The New York Times ook de economie. Die steunt voor een groot deel op toerisme. (KVDA)
