Bij een aanslag op een markt in Urumqi in het noordwesten van China zijn 31 doden en 94 gewonden gevallen. De terreurdaad werd volgens de centrale overheid gepleegd door de separatistische Oeigoeren, een Turks sprekende moslimminderheid.
In Urumqi in het noordwesten van China reden twee terreinwagens een drukbezochte markt op waarna ze explosieven lieten ontploffen. Daarbij vielen 31 doden en 94 gewonden, laat het Chinese staatspersagentschap weten.
Volgens ooggetuigen reden de twee terreinwagens eerst de markt op, waarna de bestuurders explosieven in het rond gooiden en vervolgens hun eigen auto’s in de prak reden. Eén voertuig ontplofte zelfs te midden van de menigte. Het Chinese ministerie van Veiligheid verklaarde onmiddelijk dat het om een terroristische aanval gaat, gepleegd door de separatistische Oeigoeren.
In de regio Xinjiang, waar Urumqi de hoofdstad van is, heersen al langer spanningen tussen de Oeigoeren en de Han-Chinezen, die meermaals tot gewelddadige conflicten leiden. De Oeigoeren zijn een Turks sprekende moslimminderheid, gekant tegen de Han-Chinezen, de grootste etnische groep in zowel China als de rest van de wereld. De Oeigoeren protesteren tegen de Chinese onderdrukking: er mag niet in hun taal worden onderwezen en alle moskeeën en islamitische scholen werden in het verleden gesloten.
Het is niet de eerste keer dat er in de stad Urumqi een aanslag plaatsvindt als gevolg van de conflicten tussen de Han-Chinezen en de Oeigoeren. In april stierven 3 mensen en vielen er 79 gewonden bij een aanslag op een treinstation. De Chinese overheid vermoedt dat de Eastern Turkestan Islamic Movement (ETIM), een radicale Oeigoerse beweging, aan de basis lag van de terreurdaad, en dat het ook deze keer om Oeigoerse extremisten gaat. (KVW)
