Tapas en bricolage, of visie en politieke moed ?

Open brief aan de heren De Wever en preformateur Di Rupo.

Geachte heren,

De informatie die reeds is verstrekt in de geschreven pers en via radio en TV over de eerste vergaderingen met de 7 partijen na “la semaine de famille” laat niet veel goeds voorspellen over het verdere verloop en vooral over het mogelijk resultaat van de nog te voeren onderhandelingen.

Alles wijst erop dat men het tot nog toe al wel over tapas heeft gehad in de plaats van over borrelnootjes, maar dat, alhoewel men de “plat consistant” al reeds ter tafel heeft gebracht, de disgenoten nog niet hebben durven toetasten aan de hete brij van BHV ( en Brussel in het algemeen ) uit schrik om er hun tong aan te verbranden.

Men heeft het gehad over een aantal van de uitgaanspunten en doelstellingen vervat in de vijf resoluties van het Vlaamse Parlement uit 1999, maar het blijken tot nog toe slechts “tapas” te zijn omdat de bevoegdheden die zouden worden overgeheveld blijkbaar zodanig worden uitgehold door allerhande beperkingen dat dit opnieuw veel weg heeft van bricolage “op zijn loodgieters” , in de negatieve betekenis die men er in het verleden meestal aan Jean-Luc Dehaene heeft toegekend.

Bovendien zijn de Franstaligen in betrokken materies blijkbaar nog zo recalcitrant dat men zich de vraag kan stellen hoeveel de Vlamingen hiervoor gaan “betalen”.

In zijn opiniestuk “Politiek oeuvre” verschenen op Knack.be op 11 augustus stelt Rik Van Cauwelaert dat de staatshervormingen van het verleden gewoon werden afgekocht en dat bij de laatste poging die Dehaene eerder dit jaar nog ondernam om een compromis over de splitsing van BHV te bekomen, hij Di Rupo nog zou hebben toegesnauwd : “T’en fais pas, tu auras ton pognon”. Dehaene zelf geeft in Humo 3648/31 van 03 augustus toe dat de oplossing die hij toen voor ogen had “niet schoon om te zien zou geweest zijn”. Bovendien zegt hij “niet fier te zijn op de constructie die er nu is”, maar wel fier op het feit dat ze toen “de problemen hebben kunnen beheersen”.

Deze uitspraken zijn typisch voor de “loodgieter- probleemoplosser” Dehaene die de pers ontelbare keren heeft toegesnauwd dat hij daar wel zou aan beginnen “wanneer de problemen zich stelden”, maar die zelden blijk heeft gegeven van een echte langetermijnvisie die toelaat van problemen te voorkomen.

Rik Van Cauwelaert schrijft verder in eerder genoemd stuk dat J-L Dehaene en zijn voorgangers nooit werden geconfronteerd met een moment van de waarheid, waarin het voor het land erop of eronder is. “De existentiële tegenstellingen tussen Vlamingen en Franstaligen verdragen geen constitutionele bricolage meer” , en er blijft Elio Di Rupo en Bart De Wever weinig meer over dan “uit te gaan van het meest extreme”, “alleen daardoor kunnen de zaken eindelijk op orde worden gesteld”.

Uit de recente persberichten blijkt nu ook een bijkomende tegenstelling naar voor te komen : de Franstalige onderhandelaars samen met de sp.a en Groen! willen sommige bevoegdheden wel overhevelen naar “de Gewesten”, terwijl NVA en CD&V dit willen doen naar de “Gemeenschappen”.

Ziedaar dan geachte heren Di Rupo en De Wever, dit laatste punt brengt ons eindelijk waar we moeten zijn : we kunnen beginnen aan de “plat consistant”.

Vanzelfsprekend is het na 29 jaar “gordelen” voor elke Vlaamse partij bijna een blasfemie ( “godenlastering” – dit is geen typefout, het betekent lastering “van welke goden dan ook” ) om zelfs maar te durven denken aan het afstaan van om het even welke gemeente aan het Brussels Gewest.

En nochtans, een onafhankelijk Vlaanderen met een “omgordeld” Brussel binnen zijn grenzen is meer dan een illusie : het is een ware “utopie” in de betekenis van een “onmogelijke werkelijkheid”.
Maar ook een “kwantumsprong naar een confederale staat” ( uitdrukking Dehaene in eerder geciteerd Humo interview ) kan uitgaande van een ongewijzigde situatie op dat gebied niet meer zijn dan een illusie.

Volgens het lek in La Libre Belgique van 3 augustus zouden de Waalse onderhandelaars hun eis voor een uitbreiding van Brussel hebben laten vallen. Indien dit zo is hebben zij ongelijk.

Zij hebben ongelijk omdat de Vlamingen ongelijk hebben “geen morzel grond” meer te willen afstaan. Als bewijs hiervan zou alleen al de nieuwe tegeneis van de Walen als compensatie voor een splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde moeten volstaan : volgens diezelfde bron eisen de Waalse onderhandelaars nu immers niet minder dan een uitbreiding van de bestaande faciliteiten in de 6 randgemeenten naar het volledige Vlaams Brabant.

Probeert U beiden nu eens zoals de heer Van Cauwelaert het suggereert uit te gaan van het extreme.

Vlaanderen staat de zes randgemeenten met faciliteiten af aan Brussel ( Sint-Genesius-Rode, Linkebeek en Drogenbos in het Zuiden, Kraainem en Wezembeek-Oppem in het Oosten en Wemmel in het Noorden). Het gaat om 50,77 km2 ( 0,0038 % van de oppervlakte van het Vlaams Gewest ) en 70194 inwoners op 01/06/2010 ( bron fgov.be ), waarvan geraamd 58160 Belgen en waarvan eveneens geraamd maximum 17550 Vlamingen, zijnde 25% ( volgens sommige bronnen 20%, dit is ongeveer 14000 ).
Iedere km2 en iedere Vlaming telt uiteraard, en Wallonië krijgt in dergelijke hypothese een heel pak meer dan een “couloir” naar Brussel, maar :

Het lijdt geen twijfel dat in betrokken gemeenten de percentages in resterende Vlamingen nog verder zullen dalen en dat de druk om de gordel te doorbreken onophoudelijk zal blijven toenemen, zelfs indien er nu toch een nieuwe gebricoleerde staatshervorming zou komen.

Eerder dan te stellen dat de Franstaligen “de kans moeten hebben tot een fusie van het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap over te gaan” ( zie een van de voorafgaanden in de 1e van de 5 resoluties van het Vlaams Parlement van 1999 ( algemene uitgangspunten en doelstellingen – Stuk 1339 ) lijkt het dan voor de hand liggend dat die fusie werkelijkheid zou worden. MR en CDH hebben hier in de voorbije jaren al herhaaldelijk voor gepleit maar tot voor kort kregen ze steeds de wind van voren door de PS. Huidig minister-president met “double casquette” Rudy Demotte heeft zich echter ook al over de wenselijkheid hiervan uitgesproken.
De 2/3 meerderheid die hiervoor nodig is in het federale parlement : geen probleem zeker voor de Vlamingen ? En België is een van zijn vele regeringen kwijt.

Het wordt dan eveneens een logische stap dat het Waalse Gewest van Brussel zijn hoofdstad zou maken. In een van de voorafgaanden van de 3e resolutie ( betreffende Brussel in de volgende staatshervorming – Stuk 1341 ) had het Vlaams Parlement het al over de tweeledigheid van de Belgische federale structuur, die dan voor gevolg heeft dat de twee deelstaten “in hun gezamenlijke hoofdstad” volwaardig kunnen participeren in het beleid waarvan het belang het stedelijk niveau overstijgt.
Men bedoelde in die tekst wel “gezamenlijk” omdat Brussel naast de hoofdstad van Vlaanderen ook de hoofdstad van België is, maar met een Brussel grenzend aan Wallonië is het nogal voor de hand liggend dat het “drie keer” officiële hoofdstad zou worden, naast de officieuze titel van hoofdstad van Europa.

En wat dan verder met Brussel : “Hoofdstedelijk Gewest” of “Stad” of beide ?

Volgens de 5 resoluties en specifiek in de derde is het “beide”, maar er wordt nogal losjes omgesprongen met de terminologie en met de bevoegdheden. Het geheel wordt daarom heel onduidelijk, er zijn nogal wat gebieden waarvoor de “basisverantwoordelijkheid” bij de twee deelstaten ligt, er moeten een pak samenwerkingsverbanden en – akkoorden gesloten worden, en hoe moet men in “godesnaam” ( ook geen typefout ) de volgende zin uit een van de voorafgaanden van de 3e resolutie interpreteren en in de praktijk brengen ? :

“De opbouw vanuit de twee deelstaten impliceert eveneens dat zowel alle bestaande als nieuwe of uitgebreide bevoegdheden van de deelstaten, bijvoorbeeld op het vlak van gezondheids- en gezinsbeleid, volledig toepasbaar zijn te Brussel, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest”.

Brussel ( de 19 gemeenten ) telt op 01/06/2010 in totaal 1.112.637 inwoners, buitenlanders EU en niet-EU evenals vreemdelingen op een wachtlijst inbegrepen. Met de 6 randgemeenten met faciliteiten erbij wordt dit 1.182.831 inwoners voor 25 gemeenten.
Er zijn in de wereld 411 steden met meer dan 1 miljoen inwoners ( citymayors.com ). Spreek je van de “Metropolitan Regions”, dan zijn het er een heel pak meer. Zouden die allemaal over Regionale Regeringen en Parlementen beschikken en opgedeeld zijn in minimum 20 gemeenten ?

Met een Wallonië dat een kilometerslange grens krijgt met het huidige Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet het mogelijk zijn Brussel eerder het statuut van een tweetalige stad te geven en zijn structuren op administratief, politioneel en brandbestrijdingsvlak grondig te herzien en te vereenvoudigen. De Federale regering van het confederale België zou dan in een constructie met evenredige vertegenwoordiging van de beide taalgemeenschappen een voogdijrol kunnen krijgen over Brussel, met beslissingsrecht in de domeinen van zijn driedubbele hoofdstedelijke en zijn internationale functie en in bepaalde persoonsgebonden materies.
De burgers laten kiezen tussen een Vlaamse of een Waalse sociale zekerheid ?, Vanzelfsprekend is dit een heikel punt. Waarom niet op dit vlak de federale overheid een rol laten spelen ?

Een “tweetalige stad”, met zoals het Vlaamse Parlement in zijn 3e resolutie voorstelt “tweetaligheid van de ambtenaren in plaats van tweetaligheid van de dienst” ?

Het feit dat beide taalgemeenschappen in dit land dusdanig uit elkaar zijn gegroeid dat we in de huidige situatie zijn verzeild ligt zonder twijfel ondermeer aan bepaalde te betreuren beslissingen in het verleden m.b.t. het onderwijs. Wil men België werkelijk op de heel lange termijn laten bestaan als een confederale staat zal men die beslissingen moeten terugschroeven : de tweede landstaal moet opnieuw een verplichting worden op alle studieniveaus tot en met inbegrepen de universiteiten die in alle studierichtingen een minimum van bv. 20% van de cursussen in de tweede landstaal zouden moeten geven.

Alleen op die manier kan er op de langere termijn opnieuw een samenhorigheid ontstaan tussen beide gemeenschappen, zelfs al leven we dan in afzonderlijke deelstaten, en met een gezamenlijke bezorgdheid over het welzijn van hun gezamenlijke hoofdstad en zijn burgers.

De senaat afschaffen ? Hervormen ja. Een paritair samengestelde maar verder afgeslankte senaat (met een billijke vertegenwoordiging van de Duitstalige gemeenschap ) zou het instrument kunnen worden waar gewaakt wordt over de samenhorigheid en over de solidariteit in de federale staat, ondermeer door de gewestelijke decreten te toetsen op hun eventuele impact op de andere regio.

De federale staat versterken ? Ja, in die zin dat men artikel 35 van de grondwet nu maar eens moet aanvullen met de exclusieve bevoegdheden van de federale staat. Er zijn materies die federaal moeten blijven en er zijn er die terug naar de federale staat moeten gaan, zoals bv. een deel grensoverschrijdende aspecten m.b.t. het milieu ( luchtvervuiling, geluidsoverlast, grondwater- en oppervlaktevervuiling,… ).

De provincies afschaffen ? Ja. Daar hebben zowat alle partijen aan beide kanten van de taalgrens ooit al wel voor gepleit.

Geachte heren Di Rupo en De Wever,

Wat kan er binnen de huidige Verklaring tot herziening van de grondwet en wat niet ?

Voor wat niet kan kunnen er bindende overeenkomsten gesloten worden tussen de regeringspartijen om betrokken artikelen op te nemen in een Verklaring tot herziening van de grondwet voor de volgende legislatuur.

Rekening houdend met de huidige Verklaring ( persbericht ministerraad 04 mei 2010 ) zou dit wel nog heel wat materies kunnen betreffen, maar…: er moet toch nog iets overblijven voor de toekomst, zoals bv. het afschaffen van de monarchie.

Het argument dat de Koning een bindmiddel blijft voor dit land gaat echt niet op. Het volstaat bijna om in de grondwet het woordje koning te vervangen door president en het probleem is bijna opgelost door er een artikeltje aan toe te voegen, namelijk dat de Belgische President rechtstreeks zal worden verkozen met dien verstande dat het alternatief om enkel Franstalige en enkel Nederlandstalige kandidaten moet gaan.

Veel moed ! Na eventuele principiële overeenkomsten over die te verorberen hoofdschotel kan men dan aan de tapas voor de volgende zitting beginnen. Hopelijk stellen die dan meer voor dan een geroosterd schijfje brood met wat salami of kaas, maar gaat het integendeel op zijn Spaans over een overvloed aan selecties waarin de essentiële ingrediënten niet ontbreken.


Naam en adres bij redactie bekend

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content