2017 wordt erop of eronder

'Is de politiek wel klaar voor een vermogenskadaster?' © ID-Agency

De voorbije twee jaar heeft de regering-Michel haar zelfgecreëerde verwachting nauwelijks ingelost. Hoe kan ze volgend jaar toch nog een succes worden?

Tenzij er vervroegde verkiezingen komen, heeft de regering-Michel nog meer dan twee jaar te gaan. Wat moet ze verwezenlijken om in 2018 zonder schaamrood op de wangen naar de kiezer te kunnen stappen? Zes experts geven concrete tips.

1 Maak een realistische begroting

De regering-Michel mikt sinds het begin op een begroting in evenwicht tegen het eind van de ambtstermijn. De kans is zo goed als onbestaande dat ze daarin slaagt. Het begrotingstekort bleef in 2016 hangen op 3 procent van het bbp, een Europese strafprocedure werd maar nipt vermeden.

De regering zou het best toegeven dat een begrotingsevenwicht tegen 2018 niet realistisch is, vindt begrotingsexpert Wim Moesen (KU Leuven). ‘Charles Michel verliest daarbij wat geloofwaardigheid, maar het is niet het einde van de wereld. Het kalf is nog niet verdronken.’ Moesen stipt aan dat het begrotingsevenwicht zelfs niet echt nodig is, want de Europese Commissie, die de begrotingsregels voor de lidstaten van de eurozone dicteert, vroeg aan België om een jaarlijkse inspanning te doen van 0,6 procentpunt van het bbp. Moesen: ‘Volgens de ramingen zijn er in 2017 voor 0,7 procentpunt structurele verbeteringen, zodat het begrotingstekort dan 2,3 procent zou bedragen. Dat is aanvaardbaar, ook voor Europa. Als je dan in 2018 het begrotingstekort nog eens met 0,6 procentpunt kunt terugdringen, zoals Europa vraagt, kom je uit op een tekort van 1,7 procent.’ Dat vindt Moesen een verdedigbare prestatie: ‘Het komt overeen met wat een overheid normaal uitgeeft aan echte publieke investeringen, aan bakstenen en mortel.’ Grote investeringen in infrastructuur zijn gerechtvaardigd, want die verkeert in een erbarmelijke staat – herinner u de instortende tunnelplafonds.

2 Verlaag de vennootschapsbelasting

De regering-Michel heeft met de taxshift de fiscaliteit al wat hervormd, maar dat was slechts een eerste stap. Er moet meer volgen. ‘Het meest concrete dossier dat nu op tafel ligt, is de verlaging van de vennootschapsbelasting’, zegt fiscaal expert Michel Maus (VUB). Hij vindt de plannen van minister Johan Van Overtveldt (N-VA) daarvoor heel valabel: in ruil voor een lager tarief voor alle bedrijven worden de vele gunstregimes en aftrekposten geschrapt. Maus: ‘Als Van Overtveldt erin slaagt om de hervorming van de vennootschapsbelasting vóór het einde van de ambtstermijn door te voeren, wordt hij de belangrijkste minister van Financiën sinds de Tweede Wereldoorlog. Een hervorming met zo’n envergure zou de reputatie van de hele regering opkrikken.’

Maar als de regering-Michel er niet in slaagt om de vennootschapsbelasting te verlagen en de fiscaliteit verder te hervormen, ‘dan is deze regering op fiscaal vlak niet veel meer dan windowdressing, waarbij men vooral zichzelf op de borst klopte’, vindt Maus. ‘Dan lopen we achter op de Europese landen die hun vennootschapsbelasting verlagen, en dreigen er zware economische gevolgen.’

3 Voer een dual income tax in

De roep om een belasting op vermogen weerklinkt steeds luider. De regeringspartij CD&V legt het idee bij elke begrotingsbespreking op tafel, en houdt een verlaging van de vennootschapsbelasting tegen zolang er geen meerwaardebelasting komt. ‘Een rechtvaardiger fiscaliteit’, heet het – al wil de partij natuurlijk ook een trofee om haar vakbondsachterban mee te sussen.

Om dat alles waar te maken, pleiten experts voor een belastingsysteem dat enerzijds de inkomsten uit arbeid belast, en anderzijds tegen een eigen tarief de inkomsten uit vermogen. Zo’n dual income tax-systeem bestaat al in de Scandinavische landen. Ook Michel Maus is er een voorstander van: ‘Ik verwijs daarbij naar de fiscale hervormingen van de Amerikaanse president Ronald Reagan in 1986: inkomen is inkomen, ongeacht de bron ervan. En je moet dat allemaal min of meer op dezelfde manier belasten. Dus niet alleen de meerwaarden van aandelen, obligaties en dergelijke, zoals je nu weleens hoort. Ook de meerwaarden op goudstaven, postzegels of oldtimers en de werkelijke huurinkomsten moeten dan worden belast. Dat veronderstelt wel een vermogenskadaster. Is de politiek daar rijp voor?’

4 Respecteer de sociale partners

Bij het begin van deze regering dachten sommige ministers dat ze de sociale partners niet meer nodig hadden. Dat maakte de uitvoering van de beslissingen er niet makkelijker op. ‘Bij het aantreden van de coalitie zijn er wonden geslagen’, zegt arbeidsmarktspecialist Luc Sels (KU Leuven). ‘Hopelijk kan het wat worden hersteld.’

Als de regering-Michel erin slaagt om de Wet Wendbaar Werkbaar Werk volledig uit te voeren, zou ze alsnog belangrijke punten scoren. De wet bestaat uit een reeks kleine ingrepen, zoals nachtwerk in e-commerce, de invoering van systemen van loopbaansparen (waarbij werknemers verlof kunnen opsparen), annualisering van arbeidstijd (de berekening van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur over een periode van één jaar in plaats van per trimester) enzovoort.

5 Maak zieken en invaliden meer verantwoordelijk

De kosten van ziekte- en invaliditeitsuitkeringen stijgen al jaren. Steeds meer mensen doen er een beroep op. Dat heeft te maken met demografische trends – oudere mensen zijn nu eenmaal meer ziek -, maar het lijkt ook een vluchtheuvel voor mensen die vroeger makkelijker aan een werkloosheidsuitkering konden komen. N-VA-voorzitter Bart De Wever zei bij herhaling dat er alleen nog in de sociale zekerheid kan worden bespaard. Daarbij komen ongetwijfeld de exploderende uitgaven voor ziekte en invaliditeit in het vizier.

Maar ook zonder de uitspraak van De Wever moet de regering-Michel de uitgaven voor ziekte- en invaliditeitsuitkeringen onder de loep nemen. ‘Het is een gevoelige kwestie, maar er is geen alternatief’, zegt arbeidseconoom Ive Marx (UAntwerpen). ‘Mensen die ernstig ziek zijn mogen natuurlijk niet zonder uitkering komen te zitten, maar die uitkeringen mogen geen alternatief zijn voor een brugpensioen of een vervroegde uittreding. Dat is niet alleen een verantwoordelijkheid voor de werknemers, want ook sommige werkgevers maken er handig gebruik van. Het is afwachten of de regeringsmaatregelen dat voldoende zullen kunnen afremmen.’

6 Doe iets aan de ongelijkheid

Geen enkele regeringspartij is verkozen met de belofte dat ze iets aan de ongelijkheid zal doen. Sommige regeringsleden vinden het thema niet echt een probleem, want in vergelijking met veel andere Europese landen is de ongelijkheid in ons land vrij klein. Toch kan er beter iets aan worden gedaan. Vlaams minister van Armoedebestrijding Liesbeth Homans (N-VA) heeft zich voorgenomen om de kinderarmoede in Vlaanderen te halveren – één op de acht kinderen wordt in armoede geboren. Ook de federale ploeg zou zich achter zo’n ambitie kunnen scharen.

‘Als de federale regering van armoedebestrijding een doelstelling zou maken, zou ze een warmer gelaat krijgen’, vindt gezondheidseconoom Lieven Annemans (UGent). Maar het gaat om meer: ‘Ongelijkheid is een probleem dat een hele samenleving kan ontwrichten. Het is ook de belangrijkste oorzaak voor de ongelijke toegang tot de zorg. Armen krijgen niet de zorg die ze verdienen, ze wachten langer om naar de dokter te gaan of medicijnen te kopen. In België stellen 700.000 à 800.000 mensen hun gezondheidszorg uit om financiële redenen. Wie daar iets aan wil doen, moet onvermijdelijk iets doen aan het Belgische armoedeprobleem.’

7 Herteken écht de overheid

De regering-Michel had zich voorgenomen om de federale overheid te hertekenen. Daar kwam niet veel van in. ‘Ik raad de regeringsploeg aan om haar licht op te steken in Zweden en Nederland’, zegt professor overheidsfinanciën Herman Matthijs (UGent en VUB). ‘In weinig landen wordt zó’n groot deel van de welvaart door de overheid uitgegeven als in België. De regering-Michel zou al tevreden zijn als ze volgend jaar het overheidsbeslag kan terugdringen tot 53 procent van het bbp. Maar Zweden zit op 48 procent van het bbp, Nederland zelfs op 46 procent. Waarom kan het bij ons dan niet minder?’

De regering-Michel mag zich er niet te makkelijk van afmaken, vindt Matthijs: ‘Administratieve taken die een overheid niet meer hoeft uit te voeren, moet ze afstoten. De taken die een overheid wél moet doen, moet ze beter uitvoeren.’

Door PETER CASTEELS en EWALD PIRONET

‘Als Van Overtveldt de vennootschapsbelasting kan hervormen, wordt hij de belangrijkste minister van Financiën sinds WOII.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content