De Reactor

Recensie ‘Madonna met bontjas’ van Sabahattin Ali:”Het kritische gehalte van een liefdesverhaal”

De Reactor De Reactor, platform voor literaire kritiek

De eerste uitgave van Madonna met bontjas ging vrijwel onopgemerkt voorbij. Ondertussen, zeventig jaar en 85 edities later, gingen er meer dan een miljoen exemplaren over de toonbank.

De Reactor, platform voor kwaliteitsvolle literaire kritiek, levert elke week een gedegen recensie aan Knack.be. Nog literaire honger? Neem dan ook een kijkje op hun site

Toen de populaire in Istanboel gevestigde krant Hakikat tussen 1940 en 1941 Madonna met bontjas, de derde en laatste roman van Sabahattin Ali (1907-1948), in episodes publiceerde, gebeurde dit nagenoeg onopgemerkt. De reacties waren zacht uitgedrukt lauw te noemen.

Vandaag, meer dan zeventig jaar na de verschijning van de eerste uitgave in boekvorm (1943), werden er nagenoeg een miljoen exemplaren van verkocht. Sinds 1998 waren er maar liefst vijfentachtig edities bij de Turkse uitgever YKY, de laatste nog in maart 2017. Volgens de uitgever werd driekwart van dat miljoen exemplaren verkocht in de voorbije drie jaar, dus ongeveer sinds het presidentschap van Recep Tayyip Erdogan in 2014. Ter vergelijking: van Orhan Pamuks jongste boek gingen er in Turkije ‘slechts’ 231.000 over de toonbank. Het uitzonderlijke succes van Madonna met bontjas lanceerde een hele reeks recente vertalingen. Zo verscheen een gloednieuwe Engelse vertaling begin vorig jaar in de prestigieuze reeks Penguin Classics en zorgde schrijver Erdal Balci onlangs voor een knappe Nederlandse vertaling. Hoe kunnen we de commerciële triomftocht van deze klassieker verklaren?

Ali – een van de grote klassieke vertellers uit de Turkse literatuur – is de auteur van een klein, maar geliefd en gewaardeerd oeuvre. Hij schreef in zijn korte leven drie romans, een toneelstuk, een zeventigtal gedichten en vijf verhalenbundels. Het gros van zijn werk hoort thuis in de realistische en naturalistische traditie, waarin hij het harde noodlot van de ‘kleine’ Turk aanklaagt en een links georiënteerd politiek standpunt inneemt. Zeventig jaar terug was Ali in het Turkije van de presidenten Atatürk en later Ismet Inönü een dissidente stem. Met zijn fictiewerk klaagde hij het eenpartijstelsel en het kemalisme aan.

Ali begon gedichten en korte verhalen te publiceren vanaf 1926. In 1928 ging hij met een beurs achttien maanden lang studeren in Berlijn. Hij keerde terug met een open geest en begon Duitse les te geven. Wegens zijn kritische teksten of politiek getinte manier van lesgeven werd hij verschillende keren gevangengezet. In 1932 kreeg hij een gevangenisstraf van één jaar vanwege een satirisch gedicht over Atatürk (zie ook de bijna 2.000 rechtszaken tegen personen door wie Erdogan zich beledigd of bespot voelt) en in 1945 werd hij wegens zijn te scherpe teksten uit zijn lerarenambt gezet. Ali werd het centrum van een haatcampagne tegen zijn persoon, maar hij demonstreerde zijn gedrevenheid en richtte in 1946 samen met Aziz Nesin, een van Turkijes meest prominente schrijvers, het enorm populaire satirische tijdschrift Marko Pasa op. In 1948 belandde hij opnieuw in de gevangenis en bij zijn vrijlating besloot hij te vluchten naar Bulgarije. Een agent van de Turkse geheime politie vermoordde Ali bij het oversteken van de Turks-Bulgaarse grens. De overlevering wil dat hij werd doodgeslagen met een schop toen hij aan het lezen was.

De sfeervolle en subtiele liefdesgeschiedenis Madonna met bontjas onderscheidt zich van de rest van Ali’s literaire productie, niet alleen door de uitzonderlijke verkoopcijfers, maar ook omdat het veeleer expressionistische kenmerken vertoont en een ongecompliceerd liefdesverhaal als plot heeft. Het boek wordt mede hierdoor al te vaak (en te gemakkelijk) afgeschreven als een onschuldige, zelfs huilerige liefdesroman. Deze conclusie verraadt een oppervlakkige lezing. Er is immers meer aan de hand dan enkel de liefde tussen de twee hoofdpersonages Raif en Maria.

Madonna met bontjas is een raamvertelling. De vijfentwintigjarige anonieme ik-verteller – een aan lager wal geraakte schrijver in spe – slentert in de jaren dertig rond in Ankara, sinds 1923 de hoofdstad van de jonge Turkse Republiek. Via een vroegere klasgenoot kan hij als klerk aan de slag in een houtfabriek. Daar krijgt hij een bureau toegewezen in de kamer van de vertaler Duits, de oude mijnheer Raif, ‘een zwijgzame, meelijwekkende man, die niemand kwaad doet’. Ondanks het leeftijdsverschil kunnen de twee het goed met elkaar vinden. Maar Raif is ziekelijk en komt steeds vaker niet opdagen op kantoor. De verteller zoekt de oude man dan maar thuis op voor dringende vertaalopdrachten. We leren de kinderen en familieleden kennen waarmee Raif onder één dak samenwoont (de lethargische, vijandige sfeer daar doet denken aan de romans van Albert Cossery). Die minachten hem en profiteren van zijn slome lankmoedigheid en zachte inborst. Op een dag vraagt Raif aan de naamloze protagonist om hem het zwarte schrift te brengen dat hij verstopte in zijn bureau en waarin hij geregeld in het geniep las. Hij vraagt om het te vernietigen. De verteller wil het eerst lezen en belooft Raif om het de volgende dag terug te brengen en dan pas te verbranden. In het schrift begint de binnenvertelling: Raifs studententijd in Berlijn.

Het schrift start op 22 juni 1933 en Raif is nu de ik-verteller. Hij beschrijft gebeurtenissen van ’tien, twaalf… misschien wel vijftien jaar terug in de tijd’. De jonge Raif, die kunstenaarsambities heeft, wordt door zijn welgestelde vader vanuit Istanboel naar Berlijn gestuurd om het maken van zeep onder de knie te krijgen. Zeep is al snel het minst van zijn zorgen in het mondaine Berlijn van de jaren twintig. Hij leert er Duits, leest verhalen van Ivan Toergenjev en Theodor Storm, slijpt de nachtelijke straten en schuimt de talrijke musea af. In het pension waar hij logeert, is hij als jonge Turk graag gezien door de andere bewoners. Het ligt tenslotte nog vers in het geheugen dat zijn vaderland tijdens de Eerste Wereldoorlog naast Duitsland vocht. Tijdens een tentoonstelling met moderne kunst raakt hij volledig in de ban van een schilderij waarop een vrouw is afgebeeld, gehuld in een bontjas. Dag na dag vergaapt hij zich aan het portret (‘nu was alles anders’), tot hij tijdens een van zijn bezoeken door de kunstenares zelf aangesproken wordt. Ze worden goede vrienden en zien elkaar dagelijks. De verlegen, onervaren Raif en de vrijgevochten, onafhankelijke ‘nieuwe’ vrouw voelen zich tot elkaar aangetrokken, maar consumeren hun liefde niet. Ze verliezen zich liever in eindeloze gesprekken (Ali’s dialogen zijn wonderbaarlijk!) over de grenzen van de vriendschap en de liefde.

Het is onmogelijk om Madonna met bontjas te lezen los van de politieke actualiteit in Turkije. Maureen Freely, een van de vertalers van de Penguin Classics-editie, geeft in een boeiend artikel in The Guardian een mogelijke verklaring voor het recente en onverwachte verkoopsucces van de klassieker. Zij citeert de auteur en essayist Kaya Genç. Volgens hem schuilt de grote aantrekkingskracht van Ali’s roman in de weigering om toe te geven aan de traditionele rolpatronen waar het Erdogan-regime zo hard op hamert. Mannen moeten ‘echte’ mannen zijn, vrouwen horen aan de haard en moeten zoveel mogelijk Turken baren. Raif noch Maria beantwoordt aan deze verwerpelijke stereotypen. Via veelvuldige subtiele referenties hekelt Ali voorgekauwde ideeën rond geslacht, kracht en maatschappelijke positie. Raif krijgt bijvoorbeeld vaak typisch ‘vrouwelijke’ eigenschappen toebedeeld of wordt als ‘vrouwelijk’ beschreven (‘Ze nam me op van boven tot onder. “En u lijkt wel een beetje op een vrouw” zei ze plotsklaps.’), terwijl Maria een eerder ‘mannelijke’ attitude vooropstelt (‘Ik ben altijd openhartig. […] Wat dat betreft lijk ik op een man.’). De geliefden staan symbool voor een vrijheid waarvan in het huidige Turkije enkel nog gedroomd kan worden. Het verdoken liefdesverhaal biedt de lezers hoop in een beperkende maatschappij, aldus Genç.

Samen met eerder verschenen vertalingen van klassiekers zoals Radeloos als we waren van Baris Biçakçi (Leesmagazijn, 2015) en De lanterfanter van Yusuf Atilgan (Uitgeverij Jurgen Maas, 2016), laat Madonna met bontjas vermoeden dat er nog heel wat voortreffelijke Turkse literatuur te ontdekken valt. Tussen de lijnen van deze intrigerende roman schuilt een huiveringwekkende en brandend actuele realiteit. Freely stelt dat wie tranen laat bij dit liefdesverhaal, tegelijk ook treurt om het monddood maken van alle kritische stemmen. Die van gisteren, maar ook die van vandaag.

Laurent De Maertelaer

Sabahattin Ali, Madonna met bontjas, Van Gennep, Amsterdam, 2017, ISBN 9789461644565, 223 p.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content