Raad van State neemt pensioenleeftijd van 67 onder vuur

Daniel Bacquelaine (MR), minister van Pensioenen © Belga

De Raad van State is allerminst opgezet met het wetsontwerp over het optrekken van de pensioenleeftijd tot 67 jaar.

“Het gaat om zeer complexe wetgeving, elke transparantie ontbreekt”, zo oordeelt het rechtscollege volgens De Morgen. In de wet gaat het niet alleen om de verhoging van de pensioenleeftijd, maar ook om de verstrenging van de voorwaarden voor een vervroegd pensioen en de verhoging van de minimumleeftijd voor een overlevingspensioen.

Maar de Raad van State vraagt zich af of de teksten het recht op sociale zekerheid niet in het gedrang brengen. “Dit brengt een wijziging aan in de geldende pensioenwetgeving die zou kunnen worden beschouwd als een achteruitgang”, staat er in het advies. Het rechtscollege hekelt ook dat ambtenaren, werknemers en zelfstandigen een verschillende behandeling zullen krijgen. “Dit alles resulteert uiteindelijk in een zeer complexe wetgeving waarin elke transparantie ontbreekt, en die voor de burger moeilijk toegankelijk is.”

Omstreden

Het optrekken van de wettelijke pensioenleeftijd is één van de meest omstreden aspecten van het centrumrechtse regeerakkoord. Momenteel ligt die leeftijd op 65 jaar. Bedoeling is die op te trekken tot 66 jaar in 2025 en tot 67 jaar in 2030. Voorts verhoogt de leeftijd waarop men zijn vervroegd pensioen kan opnemen naar 62,5 jaar in 2017 en naar 63 jaar in 2018.

De loopbaanvoorwaarde wordt daarnaast verhoogd tot 41 jaar in 2017 en tot 42 jaar in 2019. Ook past de meerderheid de leeftijd aan waarop de langstlevende echtgenoot op een overlevingspensioen aanspraak kan maken. Die leeftijd wordt van 50 jaar in 2025 naar 55 jaar in 2030 gebracht. (Belga/TE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content