N-VA wil dat ambassadepersoneel beide landstalen beheerst

(Belga) N-VA-senator Danny Pieters vindt dat het ambassadepersoneel dat met publiek in aanraking komt, de landstalen moet beheersen. “Deze personen kunnen namelijk dagelijks in contact komen met landgenoten”, stelt hij in een reactie op het antwoord van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders op een schriftelijke vraag. Pieters vindt het ook merkwaardig dat de minister naar de lonen van het lokaal aangeworven personeel verwijst als excuus voor het niet kennen van de taal.

Reynders antwoordt dat contractuele consulaire agenten in de periode na de aanwerving een voor hun functie overeenkomstig Selor-brevet van de kennis van de tweede landstaal moeten behalen. Nagenoeg de helft van de visumagenten beschikt over dergelijk brevet, hoewel dat niet verplicht is, aldus nog de minister. Voor het lokaal personeel, meestal niet-Belgen, wordt gezocht naar mensen die één van de landtalen beheersen. Maar “rekening houdend met de salarissen die we kunnen aanbieden, moeten we ons in een aantal landen tevreden stellen met personen die slechts een elementaire kennis hebben van één der landstalen”, aldus Reynders, die er nog op wijst dat de ambassades en consulaten over een vormingsbudget beschikken, dat ook taalcursussen Nederlands en/of Frans kan dekken. Pieters vindt dat taalcursussen een standaardpraktijk moeten zijn in ambassades en consulaten. “En dan moet het ook om een ernstig aanbod Nederlandse taallessen kunnen gaan. Misschien kan daarbij samengewerkt worden met de diplomatieke vertegenwoordigingen van Nederland”, suggereert de N-VA-senator nog. (JDH)