Journalistenverenigingen vragen regering beslissing te herbekijken

(Belga) De JournalistenAuteursmaatschappij (JAM), de Vlaamse Vereniging van Journalisten(VVJ) en de Association des Journalistes Professionnels (AJP), protesteren tegen de discriminerende behandeling van de kunstenaars en auteurs, en vragen de regering om deze beslissing te herbekijken. Zo luidt het in een gezamenlijke mededeling.

De verhoging van de roerende voorheffing op auteursrechten discrimineert auteurs en kunstenaars omdat zij daardoor de enige bevolkingsgroep vormen die 10 procent op haar inkomsten moet inleveren voor de sanering van de staatsfinanciën. Andere beroepsgroepen krijgen slechts een status quo op de lonen opgelegd. Roerende voorheffing is een belasting op diverse inkomsten, onder meer op rente op kapitalen. Voor de kunstenaar vormen auteursrechten evenwel vaak het hoofdinkomen dat van jaar tot jaar sterk kan schommelen naargelang zijn productie of succes bij het publiek. Ook voor journalisten – in het bijzonder de karig betaalde zelfstandigen – was de voorheffing op auteursrechten een maatregel die deze groep wat extra zuurstof bezorgde. De regering besliste in haar begrotingsconclaaf om de roerende voorheffing op auteursrechten van 15 tot 25 procent op te trekken. Volgens het kabinet van minister van Financiën Steven Vanackere worden de tarieven op die manier geharmoniseerd. In 2008 besliste zijn voorganger Reynders echter om auteursrechten als roerende inkomsten te behandelen en niet meer als veel zwaarder belaste beroepsinkomsten, precies om de kunstenaars en de hele creatieve sector een stimulans te geven. Dat principe werd gehandhaafd bij de vorige verhoging van de roerende voorheffing van 15 naar 21 procent, toen de auteursrechten op het oude niveau behouden bleven, merken de VVJ, AJP en JAM nog op. (JDH)