“Handelsbelangen bij naam noemen tijdens discussie over buitenlands beleid EU”

(Belga) Wanneer de landen van de Europese Unie samenzitten om hun buitenlands beleid te bespreken, moeten de handelsbelangen die een rol spelen meer bij naam genoemd worden. Dat vindt minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere, die ook bevoegd is voor Buitenlandse Handel. “Het is geen schande te erkennen dat een Unie die op zoek is naar groei, handel moet kunnen drijven.”

Vanackere was vrijdag en zaterdag in het Poolse Sopot. Hij nam er deel aan de zesmaandelijkse informele vergadering van de Europese buitenlandministers. Tijdens zo’n bijeenkomst worden de grote dossiers van het buitenlands beleid van de EU besproken. Het viel Vanackere op dat economische aspecten maar weinig aan bod komen tijdens zo’n gedachtenwisseling. “Vaak hoor je dat in sommige dossiers bepaalde handelsbelangen een rol spelen, maar die worden dan niet expliciet genoemd.” Een voorbeeld (dat Vanackere niet zelf gaf, nvdr.) is dat van het Europese embargo op Syrische olie. Voor lopende contracten gaat het embargo pas op 15 november in omdat het Italiaanse ENI in Syrië een groot contract heeft. Nu de Europese economie dringend op zoek is naar groeimogelijkheden, mogen de lidstaten gerust erkennen dat ze handelsopportuniteiten zoeken in de groeilanden, vindt Vanackere. Handel mag wel niet tegen elke prijs gedreven worden, beklemtoont hij. Concreet wil Vanackere dat de Europese commissaris voor Handel – nu is dat Karel De Gucht – mee aan tafel schuift tijdens de informele vergaderingen van de buitenlandministers. (MUA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content