Di Rupo: ‘Provincie best geplaatst voor coördinatie in Wetteren’

Premier Elio Di Rupo verwerpt de felle kritiek op de aanpak van de ramp. Ook Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege benadrukt dat de diensten ‘alles gedaan hebben wat ze konden en moesten doen.’

Samen met minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet kwam eerste minister Elio Di Rupo persoonlijk poolshoogte nemen van de situatie in Wetteren na de treinramp.

Di Rupo en Milquet verwerpen de felle kritiek op de aanpak van de ramp. Er gingen stemmen op om de federale overheid bevoegd te maken voor de afhandeling van het ongeval. Tegelijkertijd benadrukte Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) in het Vlaams Parlement dat de Vlaamse diensen alles gedaan hebben wat ze konden en moesten doen.

‘Ik begrijp de kritiek niet’
“De overheden hebben hun werk goed gedaan”, zegt Di Rupo. “We willen alle bewoners zo snel mogelijk naar huis laten gaan, maar hun gezondheid komt op de eerste plaats. We begrijpen de ongerustheid en het ongeduld bij de bewoners. Alle provinciale en federale middelen worden ingezet. De verschillende diensten waren snel ter plaatse en hebben heel goed werk geleverd.”

“Sinds het begin van de ramp is er heel goede coördinatie en samenwerking tussen de diensten”, zei Milquet. “We werken permanent met 300 mensen in de hulpverlening. Ik begrijp de kritiek niet.”

Na een briefing door het coördinatiecomité in Wichelen liet Di Rupo weten dat de provinciale overheid het best geplaatst blijft om de coördinatie uit te voeren. De gouverneur kan blijven rekenen op alle steun van het federale niveau.

Eerder had staatssecretaris voor Mobiliteit Melchior Wathelet gezegd dat de provincie Oost-Vlaanderen zelf moet beslissen of ze de afhandeling van de treinramp al dan niet overdraagt aan de federale overheid. ‘Ofwel voelen ze dat ze het nog aankunnen, ofwel niet’, zei hij op Radio 1.

Vlaams Parlement: ‘Geen partijpolitieke spelletjes’
Ook in het Vlaams Parlement werd gedebatteerd over de treinramp in Wetteren. Tijdens een actualiteitsdebat werd de mogelijke impact op mens en milieu besproken. Veel vragen over het treinongeval blijven nog onbeantwoord. De meeste fracties deden dan ook een oproep om de ramp grondig te analyseren en daaruit lessen te trekken.

Naast enkele kritische opmerkingen over de soms moeizame communicatie waren er ook vragen over het optreden van de betrokken Vlaamse diensten. Vlaams minister Joke Schauvliege (CD&V) hamerde er in haar antwoord op dat de coördinatie bij provinciegouverneur Jan Briers (N-VA) ligt en dat de Vlaamse diensten optreden op zijn vraag of op vraag van het crisiscentrum.

Op de kritiek van Groen dat er sprake was van een gebrekkige coördinatie en dat ook minister Schauvliege daarin verantwoordelijkheid droeg, antwoordde de CD&V-minister: “Bij een ramp is het niet de bedoeling op te vallen, maar om dingen op te lossen. De gouverneur is belast met de coördinatie en communicatie. We hebben gedaan wat we konden en moesten doen. We hebben al onze knowhow ter beschikking gesteld.”

Volgens Schauvliege zullen de Vlaamse diensten (OVAM, INBO) de ramp verder opvolgen, maar is het te vroeg om een “ecologisch bilan” op te maken. De meeste fracties deden een oproep geen partijpolitieke spelletjes te spelen rond het dossier. Oppositiepartij LDD ziet in het voorval wel een extra bewijs dat het nodig is om de provincies af te schaffen en dat rampencoördinatie beter wordt toegewezen aan “professionals” en niet aan een “achterhaalde bevoegdheid zoals de provinciegouverneur”.

Niet naar huis voor 18 mei

Ondertussen kunnen de 47 bewoners van 17 huizen in een straal van 250 meter rond de plaats van de ramp, voor 18 mei zeker niet terug naar huis. Dan moet het wrak van de trein volledig verwijderd zijn. De eerste terugkeeroperatie werd maandagavond afgebroken na ongunstige meetresultaten.

Volgens het crisiscentrum zijn sinds het begin van de ramp in totaal een tweehonderdtal personen naar het ziekenhuis gebracht. Vijf mensen blijven momenteel opgenomen maar ze zijn buiten levensgevaar. Een 64-jarige man kwam om het leven. De nabestaanden van het slachtoffer beslisten om een klacht tegen onbekenden in te dienen wegens onopzettelijke doding. (Belga/TE/AVE)