De studentendoop anno 2016: ‘De apenverhalen komen vooral van ouders’

Studentendoop. © BELGA

Samen met de herfstbladeren vallen elk jaar ook de meningen over studentendopen met massa’s uit de lucht. Volgens sommigen moeten ze dringend op de schop, volgens de studenten én plaatselijke politie waren ze nog nooit zo goed geregeld. ‘Om een kleine doop goed voor te bereiden, heb je drie maanden nodig.’

Wie studeert of woont in een studentenstad, associeert de herfst met de typische geur van studentendopen die het midden houdt tussen eieren, ketchup, mayonaise, bloem en andere vuiligheid. Met die aroma’s komen ook de verhalen mee over beruchte dopen uit het verleden.

Dat het meer dan verhalen zijn, blijkt uit enkele krantenberichten van de laatste jaren. Zo verschijnen enkele (ex-)studenten dierengeneeskunde van de universiteit van Luik op 12 oktober voor de rechter, omdat ze in 2013 een studenten hadden gedwongen om tien liter water te drinken. Ze raakte daardoor in coma. Het is niet het enige, maar wel veruit het zwaarste doopincident van de laatste jaren.

Vorig jaar berichtteVeto dat een ongelukkige combinatie van azijn en mosterd enkele studenten van de KU Leuvencampus in Kortrijk brandwonden had bezorgd. Het jaar daarvoor moesten vijf studenten van VRG Gent naar het ziekenhuis na het eten van rauw vlees.

Vandaag moet de Leuvense doop acht bladzijden aan regels volgen. Geen mest, slachtafval, visafval of GFT. De EHBO-kit staat klaar, persoonlijke spullen worden bewaard

In 2013 was dan weer het hek van de dam toen de dieronvriendelijke dooppraktijken van studentenclub Reuzegom bekendgeraakten. De schachten moesten dat jaar een konijn verzorgen, om dat op het einde van het jaar op te peuzelen. Enkele jaren daarvoor sneden ze een biggetje de keel over.

Het incident in Groningen waarmee het debat over studenten dit jaar begon, is van een heel ander kaliber. Daar werd een schacht – voor leken: aspirant-lid – van studentenclub Vindicat zo hard op zijn hoofd geslagen dat hij een hersenoedeem, een gevaarlijke vochtophoping, opliep. De Rijksuniversiteit Groningen en de stad overwegen er nu zelfs om de ontgroening, zoals het ritueel in Nederland heet, af te schaffen.

Acht bladzijden regels

De studentendoop anno 2016: 'De apenverhalen komen vooral van ouders'
© Veto/Bart Heleven

Ook in Leuven heeft dat plan op tafel gelegen, zegt studentenflik Rik de Langhe. ‘Qua overlast liep het toen echt uit de hand, met ontzettend veel smurrie op de straten. Met de onderwijsinstellingen, studentenverenigingen, politie en stad hebben we dan gekeken hoe we dat konden oplossen.’

Het resultaat is het doopcharter, dat al een zevental jaar de leidraad is voor schachtentemmers. Althans, de verenigingen die verbonden zijn aan studierichten (de kringen) hebben het ondertekend. De andere verenigingen (de clubs) niet, maar zij dopen ook niet op Leuvens grondgebied.

Vandaag moet de Leuvense doop acht bladzijden aan regels volgen. Geen mest, slachtafval, visafval of GFT. Geen maskers, vermommingen, wapens of nepbloed op de openbare weg. Geen dronkenschap, noch voor schachten, noch voor doopmeesters. Schachten mogen niet worden blootgesteld aan koude of zware uitputting. De EHBO-kit staat klaar, persoonlijke spullen worden bewaard.

De studentendoop anno 2016: 'De apenverhalen komen vooral van ouders'
© Veto/Bart Heleven

Nog een opvallende regel: lidmaatschap van een Leuvense kring mag niet staan of vallen met de doop. Voor de clubs geldt dat niet, voor een groot deel van de Vlaamse studentenverenigingen wel.

‘De meeste verenigingen in Gent laten ongedoopten niet mee cantussen, maar voor de rest zijn ze overal welkom, van cultuuravonden tot boekenverkopen’, zegt Pieter De Pauw, studentenbeheerder van de UGent. Hij is zelf student en vormt de schakel tussen de universiteit en de studenten. ‘Onze vicepreses is zelfs niet gedoopt’, vult Jef aan, voormalig schachtentemmer, studententaal voor de persoon die onder andere dopen organiseert, van een Leuvense kring.

In de politiecodex

Niet alleen in Leuven staan de krijtlijnen voor de doop op papier, ook in Gent en Antwerpen. De overeenkomsten daar komen qua inhoud overeen met die van de Vlaams-Brabantse conculega’s. Eén verschil: in Leuven staan er geen straffen op overtredingen, in Gent en Antwerpen wel, en dan nog op vraag van de studenten zelf.

In Antwerpen staat het integrale doopcharter sinds dit jaar zelfs in de politiecodex. Studenten kunnen zo GAS-boetes krijgen

‘De universiteit komt enkel tussen bij heel zware overtredingen’, zegt De Pauw. ‘Voor de rest vertrouwt ze erop dat studenten zelf hun verantwoordelijkheden nemen. En dat doen we ook, vandaar dat er op het rauwvleesincident na niets ernstigs meer is gebeurd de laatste jaren.’

De studentendoop anno 2016: 'De apenverhalen komen vooral van ouders'
© Veto/Bart Heleven

‘Wil je kijken naar wat er misgaat of naar wat er goed gaat?’, vraagt De Pauw zich af. ‘Eén ernstig incident op vijf jaar. Ik wil dit niet minimaliseren, wel in perspectief plaatsen.’ Ook in Leuven werkt het charter volgens De Langhe.

In Antwerpen staat het integrale doopcharter sinds dit jaar zelfs in de politiecodex. Studenten kunnen dus GAS-boetes krijgen bij overtredingen. ‘Zo houden ook individuele studenten zich eraan, niet enkel de verenigingen’, zegt Wouter De Boeck, voorzitter van het Antwerps Studentoverleg.

Werftoiletten en afvalcontainers

Los van het charter is communicatie het codewoord in alle de Vlaamse studentensteden, en dat vraagt tijd. De respondenten zijn het er over eens dat een doop in de vakantie al moet voorbereid worden. Volgens De Pauw beginnen grote clubs er al zes maanden op voorhand aan.

‘We bereiden een heel draaiboek voor. Zolang de politie dat niet heeft goedgekeurd, gaat de doop niet door

Jef, Leuvense ex-schachtentemmer

‘Voor het doopseizoen begint, weet ik van elke kring perfect wanneer en waar de doop plaatsvindt en hoe die ongeveer gaat verlopen’, zegt studentenflik De Langhe. Dat bevestigt Jef. ‘We bereiden een heel draaiboek voor, met het eten dat we gebruiken en de spelletjes die we serveren. Zolang de politie dat niet heeft goedgekeurd, komt er geen doop en mogen we geen terreinen gebruiken van de KU Leuven.’

Hetzelfde verhaal in Antwerpen, waar alle vuile delen plaatsvinden aan de Kaaien. ‘Er zijn werftoiletten en afvalcontainers voorzien’, zegt De Boeck. ”t Is niet meer Ad Fundum (de film van Erik Van Looy over studentendopen, nvdr). ‘Meer en meer draait een doop niet om het pure ontgroenen, maar om sociaal contact. Steeds minder studenten geven er onderweg de brui aan.’

Op de tanden bijten

Toch gebeurt het nog af en toe dat iemand de doop staakt. Dat zogenaamde schachtentemmers de hele doop lang brullen tegen eerstejaars, af en toe op kleinerende wijze, blijft voor veel tegenstanders van de doop moeilijk te verteren.

De meeste schachtentemmers begrijpen de bezorgdheid, maar zeggen ook dat het een rollenspel hoort te blijven. ‘Een schachtentemmer mag nooit echt vernederen’, zegt De Pauw. ‘Wie de rollen niet doorziet en er daarom over gaat, is een sadist.’

Wie het rollenspel niet doorziet, is een sadist

Pieter De Pauw, studentenbeheer UGent

‘Uiteraard moet je als schacht een beetje op je tanden bijten, maar alle partijen moeten ook hun grenzen kennen. Op elk moment kun je opstappen’, benadrukt Lies Snyders, schachtentemmer van de Antwerpse club Magistra. ‘De schachtentemmers focussen niet op één persoon, maar roepen op de groep. Dat zorgt voor een enorme binding, die voor altijd blijft.’

Bij een incident is het belang van een ombuspersoon, ook belangrijk, zegt Caro Van Praet, vicepreses van de Antwerpse studentenclub Klio. ‘Je moet altijd tegen iemand kunnen zeggen dat het niet meer gaat, ook al blijft het toneel.’

Openheid

‘De excessen die elk jaar naar boven komen, heb ik noch gezien, noch gehoord. Niet als agent, niet als student en niet als studentenflik’

Rik De Langhe, Leuvens studenteninspecteur

Blijft de vraag waar de straffe verhalen vandaan blijven komen. ‘Ik heb in Leuven gestudeerd, ben er al een aantal jaar aan de slag en ben nu studentenflik. De excessen die elk jaar naar boven komen, heb ik noch gezien, noch uit eerste hand gehoord. Niet als agent, niet als student en niet als studentenflik’, zegt De Langhe.

‘De apenverhalen komen vaak van moeders en vaders van studenten’, weet studentenbeheerder De Pauw. ‘Vroeger ging het presidium op donderdag inkopen doen als het vrijdag doop was.’ Nu vraagt de kleinste doop een nauwgezette voorbereiding. ‘We blijven worstelen met de anekdotes uit het buitenland, hoe hard we ook werken om incidenten te vermijden.’

In Antwerpen speelt de locatie aan de Kaaien volgens De Boeck een rol. ‘Niet veel volk ziet dat.’ Verder wil de student meer openheid over de dopen. ‘Er wordt nu al beter over gecommuniceerd, maar het is nog niet open genoeg. Vrijuit vertellen over hoe het er vandaag aan toegaat zwakt grote verhalen af.’ (JVL)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content