Bart Verest

De bom onder de groenestroomcertificaten halen, vergt meer dan 5 minuten politieke moed

Bart Verest Consultant bij E&C, een internationaal bedrijf dat advies geeft rond energie

Hoewel Groen een voorzet gaf, lijkt geen enkele politieke partij er baat bij te hebben het debat te openen over de opstapelende kosten van de groenestroom- en warmtekrachtcertificaten in Vlaanderen, zegt energiespecialist Bart Verest.

De kosten van de groenestroom- en warmtekrachtcertificaten in Vlaanderen stapelen zich op als zijn ze een zwaard van Damocles dat ons boven het hoofd hangt. De bom onder onze elektriciteitsrekening wordt alsmaar groter. Net op een moment wanneer de bevoegdheid van de nettarieven wordt overgedragen naar de gewesten, de netbeheerders onderhandelen over een eenheidstarief en er zo nog meer onzekerheid dreigt. Hoog tijd om iedereen wakker te schudden en een grondig debat te voeren, vindt Bart Verest, Consultant bij E&C Consultants

Na lange, aanslepende onderhandelingen werd met de zesde staatshervorming, het zogenoemde Vlinderakkoord, ons reeds bestaande Belgische labyrint verder uitgebreid. BHV is gesplitst en de Senaat ontmanteld. Buiten het feit dat de Gordel nu z’n identiteit kwijt is, werden er ook een aantal bevoegdheden overgedragen van het federale niveau naar de gewesten en gemeenschappen. Voortaan wordt de materie van de distributietarieven ondergebracht bij de gewesten. Vanaf 1 juli 2014 nemen de VREG, Cwape en Brugel deze taak over van de CREG. Maar zo ver zijn we voorlopig nog niet.

In z’n Memorandum 2014-2019 trekt de VREG aan de alarmbel. Zo roept het op tot de ontwikkeling van een ‘stabiel decretaal kader’: ‘Als op Vlaams niveau geen decretale initiatieven terzake ondernomen worden blijft de federale wetgeving inzake distributienettarieven van toepassing. Dit is problematisch want het is een wetgevend kader dat nog niet is toegepast door de CREG en er bestaat ook nog geen tariefmethodologie die in overeenstemming is met dit kader.’.

De Vlaamse regulator pleit voor een vereenvoudigde procedure om de tariefmethodologie op te maken. Geen verrassing aangezien het de taak is van de regulator (in deze de gewestelijke regulator) om de tariefmethodologie op te stellen. Zonder methodologie is het immers moeilijk een tarief vast te leggen. Wat als die methodologie er nog niet is op het moment van de bevoegdheidsoverdracht? Laten we vooral dat juridisch vacuüm vermijden.

Voorlopig bevinden de distributietarieven zich in een stand-still fase aangezien ze vanaf 2012 tot en met 2014 geblokkeerd werden. Eerder gaf Eandis al aan dat we vanaf 2015 een tariefverhoging mogen verwachten. In het Vlaams Parlement maakte Vlaams minister van Energie Freya Van den Bossche(SP.A) duidelijk dat dit pas tegen 1 januari 2016 voorzien is. Krijgen we in 2015, na de bevriezing, dan nieuwe tarieven die (retroactief?) herzien worden in 2016? U merkt dat ook dit ruimte geeft voor juridisch getouwtrek.

Vanwaar deze verhoging? In 2012 waarschuwde de SERV in een advies aan de ministerraad al voor grote overschotten aan groenestroom- en warmtekrachtcertificaten. Hierdoor zagen we de afgelopen periode de marktprijs van deze certificaten sterk dalen. De Vlaamse regering trok in juli 2013 dan ook aan de noodrem. Door een tijdelijke maatregel kregen netbeheerders 170 miljoen euro om zo de minimumsteun verder te kunnen garanderen.

Daarnaast werden 1,5 miljoen groenestroomcertificaten en 1 miljoen warmtekrachtcertificaten bevroren om zo te voorkomen dat netbeheerders die doorrekenen in hun tarieven. Helaas zal wat bevroren wordt ook ooit ontdooien. Omwille van de lage marktprijs doen veel aanbieders beroep op de distributienetbeheerders. Zij zijn verplicht om de certificaten aan een gegarandeerde minimumprijs op te kopen. Hierdoor krijgen ze een berg certificaten in hun schoot geworpen met een financiële kater tot gevolg.

In december 2013 onthulde De Tijd al een stukje van een nieuwe SERV-studie waar momenteel aan gewerkt wordt. In de studie wordt de kost die de eindverbruiker boven het hoofd hangt, geraamd op ongeveer 2 miljard euro. De vraag is dan ook niet of deze kost zal doorgerekend worden aan de eindverbruiker maar wanneer. De BTW-verlaging van 21 naar 6 procent is hierdoor snel vergeten.

Het is duidelijk dat de noodmaatregel van de Vlaamse Regering de druk even van de ketel haalde maar zeker geen structurele oplossing biedt. De bubbel die ons op dit moment boven het hoofd hangt zijn kosten die reeds zijn gemaakt. Wie zijn gat verbrand moet op de blaren zitten maar bij een ongewijzigd beleid zal deze kost verder toenemen.

Indien de tarieven ook voor 2015 worden bevroren omwille van de bevoegdheidsoverdracht betekent dit niet dat men op andere vlakken ondertussen niets kan doen. Er is nood aan structurele maatregelen. Een oplossing kan het verlagen van de minimumsteun zijn, het optrekken van de quota om zo extra vraag te creëren of het hervormen van het ondersteuningsmechanisme voor de hernieuwbare installaties van de early adopters.

Het eerste gebeurde vorig jaar gedeeltelijk waardoor de steun voor de meest recente installaties zich op aanvaardbare niveaus bevindt, ver onder de steun die werd vastgelegd voor installaties uit de beginperiode. Een gelijklopende steunverlaging voor de oudere installaties is voor sommigen even erg als vloeken in de kerk, maar wie van hen die in 2010 reeds investeerden in een zonne-energie-installatie waarbij hij/zij 450 euro per certificaat ontvangt, heeft die investering nog niet terugverdiend? Het systeem van de onrendabele top zou een betere oplossing zijn voor zij die de investering nog niet terugverdiend hebben. Anderzijds zorgt dit wel voor een instabiel investeringsklimaat en kan zo’n beslissing ervoor zorgen dat de verdere uitbouw van hernieuwbare energie wordt gehypothekeerd en het vertrouwen in de politiek als investeringspartner verder wordt ondermijnt.

Een andere mogelijke oplossing is het spreiden in de tijd. Hierdoor wordt een deel van deze kost betaald door toekomstige energieverbruikers. Vraag is of zij moeten voorzien in de genereuze subsidie voor early adopters? Terzelfdertijd kunnen ook toekomstige afnemers genieten van de hernieuwbare bronnen die nu zijn gezet en zijn het deze vroege vogels die een vraag hebben gecreëerd en er zo voor hebben gezorgd dat we nu zonnepanelen hebben aan betaalbare prijzen.

Het is duidelijk dat geen enkele politieke partij er baat bij heeft om deze koe de bel aan te binden in de aanloop naar de ‘moeder aller verkiezingen’. De vraag is wie de politieke moed heeft om het wel te doen en in staat is om verder te kijken dan 25 mei 2014? Sire, zijn er nog staatsmannen? Misschien nog wel. Groen- voorzitter Wouter Van Besiengeeft in zijn boek ‘Beter’ een eerste aanzet met het voorstel om groenestroomcertificaten te betalen met ‘algemene middelen’.

De bevoegdheidsoverdracht en prijsontdooiing vallen in grote mate samen met de Vlaamse zoektocht naar een eengemaakt distributietarief. De impact hiervan mag niet onderschat worden aangezien de distributietarieven een aanzienlijk deel uitmaken van ieders elektriciteitsfactuur. Hoeveel dit percentage nu reeds bedraagt is niet eenduidig te omschrijven aangezien deze tarieven sterk verschillen tussen de distributienetbeheerders onderling en afhankelijk zijn van ieders specifieke aansluitingssituatie.

Een belangrijk onderdeel van het eenmakingsvoorstel dat Eandis in de afgelopen maanden op tafel legde draait om het uitvoeren van een meerjarentarifering en het solidariseren van de kosten van de openbare dienstverplichting. Laat dit nu net twee aspecten zijn die op dit moment nood hebben aan krachtdadige besluitvorming en geen onderdeel mogen worden van politieke spelletjes tussen intercommunales.

Vijf minuten politieke moed volstaan hier niet. Er is nood aan een grondig politiek debat om beide problemen aan te pakken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content