‘De aantrekkingskracht van geweld blijkt vaak pas ná de feiten’

© BelgaImage
Simon Demeulemeester

Wanneer jongeren geweld plegen, doen ze dat niet alleen omdat het thuis slecht gaat. ‘Ook het geweld op zich kan hen aantrekken’, zegt criminologe Evi Verdonck.

Slechte vrienden, een drugsverslaving of een gebroken gezin: het zijn klassieke verklaringen voor geweld door jongeren. ‘Maar dat geweld wordt vaak tot die externe risicofactoren gereduceerd’, zegt criminologe Evi Verdonck (KU Leuven). Voor haar doctoraat onderzocht zij of ook de intrinsieke aantrekkingskracht van geweld een rol kan spelen.

Aan 44 mannelijke geweldplegers (recidivisten en eenmalige agressors) tussen 14 en 25 jaar vroeg ze welke betekenis zijzelf aan hun daden gaven. ‘Voor een klein deel was het geweld op zich de motivatie. Opmerkelijk: die aantrekkingskracht was hun vaak pas ná de feiten helemaal duidelijk geworden. De jongens genoten van de adrenaline die door hun lijf gierde. En nog meer genoten ze van de imagoboost: vrienden bewonderden hen, mensen spraken erover, soms haalde hun vechtpartij zelfs de krant.’

Als vrienden en familie juist reageren, kunnen ze geweldplegers uit hun negatieve spiraal halen

Ook opmerkelijk: binnen een criminele context, zo bleek, hielden de jongemannen zich nog altijd aan een klassiek waardepatroon. Verdonck: ‘Geweld tegen weerlozen keurden ze af. Kinderen of vrouwen sloegen ze niet. En, vonden ze: je laat iemand opstaan vooraleer je doorgaat met op zijn gezicht te timmeren. Over wat zij fair fights noemden, gevechten zoals hooligans die bijvoorbeeld organiseren, vertelden ze met fonkelende ogen. Zo praatten ze het geweld goed.’

Voor de meeste jongemannen vloeide geweld dan ook voort uit een ander misdrijf, zoals een overval. ‘Dat gaat gepaard met extreme gevoelens, zoals angst of de behoefte om zich loyaal te tonen. Door een slachtoffer te verwonden, bewezen ze hun trouw aan de groep. Op dat moment kanaliseerden ze daardoor die extreme gevoelens. Maar daarna kwam de herbeleving. Eén jongen vertelde dat hij ’s nachts de beelden weer voor ogen had en de slachtoffers weer hoorde huilen.’

Het gevaar daarvan is dat jongeren van de weeromstuit opnieuw vluchten: in drank en drugs, of door prostituees te bezoeken. ‘Bij een minderheid gaan de emoties daardoor vervlakken. Eén jongen vond een overval plegen even betekenisloos als naar de bakker gaan. Het risico bestaat dan dat je almaar verder gaat.’ Maar dat is geen ijzeren wet, benadrukt Verdonck: ‘Het is de klassieke vecht-of-vluchtreactie. De één zal bij een winkeldiefstal uiteindelijk overgaan tot een gijzeling. De ander kan door de reactie van een slachtoffer wakker schrikken en zal daarna geen geweld meer verdragen. Ook in dat geval speelt de omgeving een belangrijke rol, zij het een positieve. Als vrienden en familie juist reageren en het geweld afkeuren, kunnen ze geweldplegers uit die negatieve spiraal halen.’

Van de 44 geweldplegers die Verdonck sprak, was er maar één die ooit iemand had willen vermoorden ‘omdat hij wilde weten hoe dat voelde’. Het herinnert aan het motief dat een van de moordenaars van Maja Bradari opgaf. Dat Nederlandse meisje van 16 werd in 2003 vermoord door drie vrienden van 19, 18 en 17 jaar oud. De rechter weigerde dat motief te aanvaarden. ‘Dat is een lacune’, vindt Verdonck. ‘Met mijn doctoraat wil ik die vullen, en aantonen dat iemands intrinsieke motivering wél kan dienen om geweld te verklaren.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content