“België moet druk uitoefenen voor uitvoering gevangenisverdrag”

(Belga) Er blijft een fundamenteel probleem met de wil van Marokko om het verdrag met België over de bijstand en gedetineerden en overbrenging van gevonnisten uit 1997 uit te voeren. België moet diplomatieke druk uitoefenen en als ultiem middel dreigen met de opschorting van de ontwikkelingssamenwerking met partnerland Marokko. Dat vindt N-VA-senator Karl Vanlouwe, die woensdag andermaal minister van Justitie Annemie Turtelboom ondervroeg over het dossier.

Op basis van het verdrag werden vorig jaar vijf veroordeelde Marokkanen naar hun thuisland teruggebracht om daar hun straf uit te zitten. Er was ook sprake van een principiële beslissing over de overbrenging van nog eens 19 veroordeelden, maar daar is nog niets van in huis gekomen. Woensdag kondigde Turtelboom aan dat er 56 dossiers aan de Marokkaanse autoriteiten werden overgemaakt met het oog op een overbrenging naar Marokko. Op 29 april was er nog bilateraal overleg om de samenwerking te verbeteren, aldus nog de minister. Begin dit jaar hadden 1.329 gedetineerden de Marokkaanse nationaliteit. Daarbij is evenwel geen onderscheid gemaakt tussen verdachten en veroordeelden, en geen rekening gehouden met mensen die de dubbele Belgische-Marokkaanse nationaliteit beschikken. Volgens de gegevens van de FOD Buitenlandse Zaken zaten er deze maand 51 Belgen in een Marokkaanse cel. Van hen bezitten er 43 ook de Marokkaanse nationaliteit, die dus niet in aanmerking komen voor een overbrenging naar een Belgische cel. Voor Karl Vanlouwe kan een soepele uitvoering van het verdrag uit 1997 bijdragen in de vermindering van de overbevolking van de Belgische gevangenissen. Hij vindt dan ook dat ons land alles moet doen om Rabat te bewegen om het verdrag beter toe te passen. (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content