De federale gerechtelijke politie van Brussel moet vandaag 45 procent van het personeel ter beschikking stellen van het federaal parket voor terrorismedossiers. Daardoor blijft er nauwelijks nog mankracht over voor dossiers van gemeenrecht zoals banditisme, waarschuwt procureur Jean-Marc Meilleur.
Het is niet de eerste keer dan Brussels procureur Jean-Marc Meilleur de alarmbel luidt over het groot aantal mensen dat de federale gerechtelijke politie van Brussel moet vrijmaken voor terrorismedossiers van het federale parket. ‘Vroeger ging het om 25 tot 30 procent, maar dat aandeel is vandaag opgelopen tot 45 procent’, zei hij in de Kamer, tijdens een zitting van de onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart.
Het probleem is dat de gerechtelijke politie zich niet meer kan bezighouden met dossiers van het gemeenrecht, aldus de Brusselse procureur. Hij waarschuwde dat dit ook tot problemen leidt bij de lokale politie, die op haar beurt overbevraagd dreigt te worden.
Ruim 1.000 Brusselse terrorismedossiers in 2016
Dat het aantal terrorismedossiers de laatste jaren spectaculair gestegen is, toonde Meilleur aan met de evolutie in Brussel. In 2010 had het Brusselse parket 145 dossiers rond terrorisme geopend. In 2013 steeg dat naar 220, in 2014 waren dat er al 267, vorig jaar 789 en in de eerste tien maanden van dit jaar zit men al aan 820 terrorismedossiers over meerderjarigen en 230 dossiers over minderjarigen.
Van deze ruim 1.000 dossiers werden er 76 dossiers gefederaliseerd en dus overgemaakt aan het federale parket. 558 dossiers werden zonder gevolg geklasseerd. ‘Het lokaal parket functioneert dus als filter voor het federale parket’, besloot Jean-Marc Meilleur.
(Belga/SK)
