In het hoofd van Tadej Pogacar, de man die altijd blijft proberen

Tadej Pogacar recht de rug bovenop Cauterets-Cambasque. Hij heeft de strijd om de gele trui weer nieuw leven ingeblazen. © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Woensdag hing Tadej Pogacar half knock-out in de touwen, donderdag sloeg hij keihard terug in de Tour de France. Waar komen zijn strijdershart en immuniteit tegen druk vandaan?

Je bent een tweevoudig Tourwinnaar die de vorige editie verloren heeft, mede door het ‘masterplan’ van Jumbo-Visma in de fameuze rit naar de Col du Granon. Een dag nadat je elastiek is geknapt en je grote concurrent zichzelf naar een minuut voorsprong heeft gekatapulteerd, zie je dezelfde ploeg een soortgelijk plan ontvouwen op de Col du Tourmalet.

Wat denk je dan, in de wetenschap dat als Jonas Vingegaard je hier lost en in het zog van Wout van Aert richting het dal en naar de finish in Cauterets kan vliegen je kansen op de eindoverwinning nog meer zullen slinken? Tadej Pogacar vertelde na de aankomst wat er op dát moment door zijn hoofd spookte: ‘Als me hetzelfde overkomt als gisteren, mag ik mijn koffers pakken en naar huis gaan.’

Terwijl veel renners, zelfs kampioenen, onder die druk gekraakt zouden zijn, bleef de Sloveen kalm en sereen: ‘Ik zei tegen mezelf: blijven aanklampen, niet opgeven tot de top. En dan zijn het alleen nog Jonas, Wout en ik op de laatste klim. Gelukkig had ik goeie benen om dat ook uit te voeren.’

Goede benen waarmee Pogacar op de klim naar Cauterets-Cambasque deed wat weinigen de dag ervoor hadden verwacht: Vingegaard uit het wiel knallen en de ritzege pakken. Door voor een keer passief te koersen, het slim te spelen en het juiste moment uit te kiezen om een counterpunch te plaatsen. Met een diepe buiging aan de finish erbovenop.

De dead man walking was weer springlevend. Per toeval in het thermenstadje Cauterets, waar ze er al sinds de zestiende eeuw prat op gaan dat ze alles kunnen genezen. In het geval van Pogacar ook de blutsen die zijn aura van beste renner ter wereld de dag ervoor had opgelopen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dat de Sloveen niet panikeerde toen Jumbo-Visma een nieuw masterplan ontplooide, hoeft niet te verbazen. Het is eigen aan zijn karakter om zijn geest niet te laten vertroebelen door wat anderen doen. Zoals hij na de aankomst ook zei: ‘Je kunt plannen hebben zoveel je wilt: plan A, plan B, plan C… het hele alfabet voor mijn part. In de koers gebeuren elke dag honderd dingen, je kunt niet met alles rekening houden. En je weet niet of het werkt. Dat is wielrennen.’

Kalm in stresssituaties

Het is een koelbloedigheid en stressbestendigheid die Pogacar van jongs af aan heeft meegekregen. Nooit legden zijn ouders Mirko en Marjeta hem enige druk op, altijd bleven ze ijzig kalm toen hun zoon voor zijn eerste prijzen in de jeugdcategorieën reed. Winnen of verliezen, het was eender, zolang hij maar zijn best deed.

Een eigenschap die Pogacar overnam en die ook in zijn eerste maanden als 19-jarige profrenner bovendreef. Zijn ex-ploegleider Allan Peiper is nog altijd verbaasd over de rust die zijn poulain toen al uitstraalde, hoe hij nooit in paniek raakte in stresssituaties. Niet toen hij na de Cadel Evans Great Ocean Road Race in Australië zijn paspoort was kwijtgeraakt en pas na veel administratief gedoe weer naar huis kon vliegen. Niet toen hij in zijn volgende race, de Ronde van de Algarve, met ritwinst de leiderstrui veroverde en in de slotetappe slim zijn eigen tempo koos toen hij op de slotklim even moest lossen. Waarna hij terugkeerde en de eindzege veiligstelde.

Anderhalf jaar later, in september 2020, trok Peiper nog grotere ogen toen hij zag hoe cool Pogacar bleef op weg naar zijn eerste gele trui in de Tour, ondanks de 1 minuut en 21 seconden die hij na een val had verloren in de waaierslag naar Lavaur. Waarop hij de ploegleiding op de rollen en in de teambus voorspelde: ‘Morgen is een andere dag. Dan ga ik aanvallen.’

Peiper had hem op het hart gedrukt dat zijn tegenstanders de minste kans zouden grijpen om hem te liquideren, en dat hij even meedogenloos moest zijn als hij zelf die kans kreeg. Zo gezegd, zo gedaan: de volgende dag pakte Pogacar al veertig seconden terug, na een supersonische beklimming van de Col de Peyresourde.

Ook toen de Sloveen in de derde week op de Col de la Loze vijftien seconden verloor op Primoz Roglic en het geel onhaalbaar leek, bleef hij positief, zonder energie te verliezen aan negatieve gedachten. De dag voor de beslissende tijdrit naar La Planche des Belles Filles danste Pogacar zelfs in de bus. En tijdens de opwarming van die cruciale chronoproef maakte hij doodleuk een videocall met het thuisfront, tot verbazing van zijn gestresseerde ploegleiding.

Nog veelzeggender: zijn reactie toen hij even ervoor de mecaniciens een witte wegfiets zag monteren, voor op de Champs-Elysées, als eindwinnaar van de… witte trui. ‘So they don’t think I can do it?’ vroeg hij lachend aan Peiper. Met ‘it’ doelend op het veroveren van de géle trui. Weinigen die dat nog geloofden. Behalve hijzelf. Waarna hij het schijnbaar onmogelijke ook waarmaakte.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Nooit opgeven

Zijn emotionele stabiliteit verklaarde Pogacar in 2021 in een interview met Cyclingnews.com: ‘Ik ben niet perfect en word soms kwaad als het even tegenzit. Ik probeer dat echter niet te tonen. Zeker in races is het belangrijk dat je niets geks doet, gefocust blijft. Tijd verliezen, lekrijden of vallen is nooit leuk, maar het heeft geen zin om je op te winden. Beter zo snel mogelijk oplossen, en verder racen.’

Als 19-jarige neoprof had hij in een gesprek met het Britse wielerblad Rouleur al verteld dat hij een nederlaag altijd positief en analytisch benadert: ‘Wat kan ik doen om de volgende keer wél te winnen? Verliezen scherpt mijn drang om te verbeteren alleen maar aan. Mijn grootste vrees? Dat ik blijf steken, geen progressie meer boek.’

In die tijd stond op zijn Instagramaccount nog zijn toenmalige motto: ‘Ik ben een renner. Nog niet de beste, maar daar streef ik naar. Ik zal het misschien nooit bereiken, maar zal nooit ophouden met proberen.’ Drie jaar later is die mantra verdwenen uit zijn insta-bio – hij ís intussen de beste renner ter wereld. Het is wel de slogan geworden van zijn jongerenteam in Slovenië: ‘Altijd blijven proberen en nooit opgeven.’

Steun van Urska

Niet toevallig vertelde Pogacar na zijn nederlaag in de Tour van 2022 dat hij in zijn hoofd klaar was voor de dag waarop hij ‘slechts’ tweede zou worden. Dat nederlagen bij het wielrennen horen, en dat juist dat de sport zo speciaal maakt. Pogacar zei zelfs dat hij op een of andere manier blij was dat hij de Tour verloren had. Omdat het hem nog hongeriger maakte. En omdat hij van uitdagingen houdt. Met name de uitdaging die Jonas Vingegaard en Jumbo-Visma hem hadden voorgeschoteld.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Een uitdaging die na het afgelopen voorjaar, waarin hij zelfs in de Ronde van Vlaanderen iedereen verpletterde, nog groter werd door zijn val in Luik-Bastenaken-Luik en zijn tijdsverlies van ruim een minuut op Vingegaard in de Touretappe richting Laruns.

Na de rit kwam er nog slechter nieuws bovenop. Zijn koersende vriendin Urška Zigart had in de Giro Donne na een val moeten opgeven met een hersenschudding. Ze monterde hem ’s avonds op, vertelde Pogacar. Zelfs hij heeft dat soms nodig. Met resultaat, want met Urška in gedachten deed hij op de Col du Tourmalet wat Allan Peiper hem als jonge prof had geleerd: kalm blijven en niet opgeven, en vervolgens op de slotklim meedogenloos terugslaan.

Of hij daarmee ook deze Tour zal winnen, valt nog af te wachten. Maar Tadej Pogacar leerde ons allen wel één zaak: onderschat nooit het hart van een kampioen.

Partner Content