Na de reguliere voetbalcompetitie: een festival van verkeerde keuzes

Genk raasde als een TGV door de competitie, maar met het eindstation in zicht kwam er wat zand in de machine. © Getty

Het reguliere seizoen in de Jupiler Pro League zit erop. Na een spetterende apotheose maken de clubs de balans op. Onze conclusie: KRC Genk verkeek zich op het vertrek van Paul Onuachu en de drie degradanten hebben het een beetje zelf gezocht.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Club Brugge nog naar play-off 1, de degradatie van Zulte Waregem en Union dat nog naast Genk kwam: de slotspeeldag was er een om nooit te vergeten. Na 34 speeldagen rest alleen nog de vraag: waar hebben clubs hun slag geslagen of waar lieten ze het liggen? Hoe kon Eupen zich alsnog redden, waar liep het mis voor Anderlecht en hoe zag Genk zijn voorsprong slinken?

De start van OHL en de opmars van Union

Een eerste vaststelling: Oud Heverlee Leuven schoot als een komeet uit de startblokken. De mannen van Marc Brys begonnen met grote ambities aan het seizoen en konden in de beginfase lang aanklampen. Maar door de blessures van sleutelspelers als Mathieu Maertens en Siebe Schrijvers konden ze dat niveau niet aanhouden. Na tien speeldagen stond Leuven nog bij de eerste vijf, maar daarna ging het bergafwaarts. Even leek OHL nog in aanmerking te komen voor play-off 2, maar ook dat zat er niet meer in. Opnieuw een gemiste kans dus, want de club mikt wel degelijk hoger dan waar het dit seizoen is geëindigd.

De blessure van Mathieu Maertens kwam wel heel ongelegen voor OH Leuven. © Getty

Union maakte de omgekeerde beweging. Het kende een moeilijke start onder het nieuwe bewind van Karel Geraerts en zonder de vertrokken Deniz Undav. Maar na een tijdje vond Union zijn ritme terug en steeg het gestaag in de rangschikking. De Brusselse club zette ook een straffe reeks in de Europa League neer en heeft nu zelfs de titel in het vizier. Het ietwat hobbelige parcours van de beginfase is al lang vergeten.

Ook opmerkelijk: Westerlo, Standard en Cercle Brugge legden een vergelijkbaar parcours af. Het was wat zoeken in het begin, maar daarna werden ze zeer constant, met een plaats in de top 8 als beloning.

Slappe eindsprint van Genk, Anderlecht ondermaats

De curve van KRC Genk is indrukwekkend, maar geeft ook een ietwat vertekend beeld. Nadat ze op de openingsspeeldag hadden verloren op Club Brugge, keken de Limburgers niet meer achterom. Onder leiding van een ontketende Mike Trésor sprongen ze na twaalf speeldagen over koploper Antwerp. In januari leek Genk al zeker van de titel, maar het vertrek van topschutter Paul Onuachu hakte er stevig in.

Zijn vervanger Tolu Arokodare kon dezelfde stootkracht niet brengen en dus moest Genk naar oplossingen zoeken. Ally Samata krikte zijn niveau wat op, scoorde een paar doelpunten en ook Joseph Paintsil bleek van goudwaarde. Maar het mocht niet baten: Genk leverde uiteindelijk nog zijn volledige voorsprong in en gaat nog een spannende eindfase tegemoet.

Anderlecht begon allesbehalve slecht aan het seizoen. Kersvers coach Felice Mazzu, overgekomen van Union, kon echter niet bevestigen en al snel bleek dat zijn soort voetbal niet bij paars-wit paste. Al had hij er ook de spelers niet voor. Toen beloftecoach Robin Veldman overnam, was er weer even hoop. De Nederlander bracht realisme in de ploeg en kreeg de supporters opnieuw mee in het verhaal.

De passage van Robin Veldman zorgde voor gemengde gevoelens. Hij verrichtte goed werk, maar was te belangrijk voor de jeugdopleiding om aan te blijven als T1.

Zijn passage was van korte duur want Anderlecht wilde hem per se bij de beloften houden en dus kwam Brian Riemer. De joviale Deen deed het vooral Europees goed en zorgde ook in de competitie voor een bescheiden remonte. Paars-wit kon weer aansluiten bij de top 8, maar in de slotfase liep het volledig fout. Door het verlies tegen Genk, de Europese blamage bij AZ Alkmaar en de snertwedstrijd tegen KV Mechelen is het seizoen nu al afgelopen. Een bijzonder zure appel voor de fans.

Degradatie zelf in de hand gewerkt

De drie degradanten hebben het achteraf bekeken volledig aan zichzelf te danken. KV Oostende begon sterk aan het seizoen en leek niet meteen in de problemen te komen. Toch kwam er die overmoedige trainerswissel, die het verval inleidde. Dominik Thalhammer moest een ander soort voetbal brengen, maar dat bleek, in het midden van het seizoen en met een kern die hij zelf niet had samengesteld, een onmogelijke opdracht. De Oostenrijker vond geen oplossingen en ging roemloos ten onder.

Vormer was zeker een versterking voor Zulte Waregem, maar misschien niet de juiste. © Getty

Seraing bengelde van bij het begin onderaan en kon nooit een reeksje neerzetten. Tijdens de winter ondernam het ook geen stappen om de kern wat aan te dikken, wat gezien de omstandigheden echt wel nodig was. Zulte Waregem deed dat wel en leek zo op weg om zich alsnog te redden. De komst van Ruud Vormer en Christian Brüls zorgde voor wat ervaring en kwaliteit aan de bal. Maar het was in de defensie dat het schoentje wrong. Een massa tegendoelpunten leidde tot vermijdbare nederlagen en daar was de laatste match tegen Cercle Brugge het perfecte voorbeeld van. Essevee kon toen twee keer scoren, maar kreeg er ook drie binnen. Een extra defensieve versterking was misschien een betere optie geweest.

Eupen profiteerde van dat alles en wist zich te redden. Door hier en daar een gelijkspel mee te pikken, bleef het net boven de gevarenzone. De Panda’s hebben uiteindelijk slechts twee keer bij de laatste drie gestaan. Ook al bereikten ze met een 1-5 tegen Zulte Waregem en een 7-0 verlies op Club Brugge de voorbije twee weken de bodem, toch bleken ze consistent genoeg gepresteerd te hebben om zich van een verlengd verblijf in de Jupiler Pro League te verzekeren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content