Wim Derave

‘De Dodentocht mag zijn naam geen eer aandoen’

Wim Derave Professor inspanningsfysiologie (UGent)

‘Gek genoeg is niet een tekort aan water en de uitdroging het probleem tijdens intensief sporten, maar net het tegenovergestelde’, schrijft professor Wim Derave, die een aantal bedenkingen formuleert bij het inkorten van de Dodentocht.

De Dodentocht! Klinkt een beetje zoals de Ironman, de Everest marathon, de Hardrock 100 miles of de Tor des Geants. Een krachtige naam die tot de verbeelding spreekt. Dat maakt indruk en trekt veel mensen aan. Dan kan je zeggen dat je van ijzer bent, of een dodelijk zware tocht overleefde. Ook de afstand doet ertoe. Honderd kilometer, dat is nogal wat! Daarentegen staat 65 kilometer een beetje lullig op je tijdslijn, aldus een teleurgestelde Ruben Van Gucht, en vele anderen die zich inschreven voor de Dodentocht en door de aangekondigde hittegolf een light-versie voorgeschoteld krijgen.

Maar die stoere namen mag je dus ook niet té letterlijk nemen. Het is niet de bedoeling dat je écht komt te sterven tijdens de Dodentocht. Daarom neemt de organisatie geen risico en wordt de tocht dit jaar met een derde ingekort.

Zijn de omstandigheden dan zo uitzonderlijk en gevaarlijk dit weekend? Eigenlijk niet. Er worden dagelijks in veel extremere temperaturen veel zwaardere inspanningen geleverd door professionele sporters. De reden waarom intensief sporten in de hitte wordt afgeraden, is omdat je spieren tijdens inspanning warmte produceren, net zoals de motor van een auto. Bij intensief sporten is dat heel veel warmte. Als je dat combineert met de warmte die je opvangt van de zonnestralen, en het gebrek aan afkoelingsvermogen door een omgevingstemperatuur die dicht bij je lichaamstemperatuur zit, dan krijg je oververhitting en soms uitdroging. 

Maar wandelen is niet intensief. Toch niet in die mate dat je je lichaam niet snel genoeg zou kunnen afkoelen met zweet en dat je het verloren vocht niet snel genoeg zou kunnen aanvullen met drank. Dus het is niet ongezond om te wandelen bij erg warm weer. Sommige deelnemers aan de Dodentocht lopen wel, maar die snelheid wordt reglementair beperkt tot maximum 10 km/u en de tocht van de lopers beslaat 10 nachtelijke uren, en ze zijn dus al lang aangekomen vooraleer de hitte uitbreekt. Dus wat is dan het probleem?

Gek genoeg is dat niet een tekort aan water en de uitdroging, maar net het tegenovergestelde. Je kan zo goed je best doen om niet uit te drogen, dat je verwatert. Je lengt aan. Je verzuipt. Net zoals bij mijn kamerplanten: ik geef ze of te veel water dat ze verdrinken of te weinig zodat ze verdorren, maar dood gaan doen ze elke keer. Gewoon, geen groene vingers. Zo is het ook met mensen die een inspanning moeten doen die ze helemaal niet gewoon zijn, en die niet begeleid worden door deskundige mensen. Als ik nu al zie dat bewoners die langs het parcours wonen aangemoedigd worden om extra drank beschikbaar te stellen. Dat de kranten gevuld zijn met ‘Hydrateer!’-adviezen. En dat voor de deelnemers aangeraden wordt om een extra drinkfles mee te nemen om de stukken tussen de talrijke bevoorradingsposten te overbruggen, dan hou ik mijn hart vast.

Het klinkt misschien onwaarschijnlijk, maar er zijn al meer mensen gestorven tijdens marathons door te veel te drinken dan door te weinig. De wetenschappelijke mondvol is hyponatriëmie. Dat ontstaat dus als je gedurende een hele tijd meer water inneemt dan dat je kan afvoeren via zweet en urine. Dan wordt je bloed te waterig, te aangelengd. Dan is de zoutconcentratie in je bloed te laag en kunnen je hersenen niet meer werken. En beleef je een échte dodentocht.

Een wetenschappelijke studie bij deelnemers aan de 2002 Boston marathon, gepubliceerd in het gerenommeerde New England Journal of Medicine, toonde aan dat het probleem van hyponatriëmie (waterintoxicatie) veel frequenter is dan eerst gedacht. Niet minder dan 13% van de finishers had er last van, en 90 van de 15.000 deelnemers had een ernstige vorm van hyponatriëmie. Eén van hen overleed er zelfs aan tijdens die bewuste marathon in 2002. Bijna allemaal hadden ze veel te veel gedronken. Honderden lopers kwamen over de finish met een lichaamsgewicht dat meer dan 3 kilo zwaarder (!) was dan bij de start. U zult begrijpen dat dat nooit de bedoeling kan zijn. Dat waren bijna allemaal niet-geoefende lopers. Het probleem is dus vooral een gebrek aan groene vingers.

Hier mijn advies voor de deelnemers: luister naar de beste raadgever, namelijk het signaal uit je eigen lichaam: ‘dorst’. Dat ingenieus systeem is door miljoenen jaren van evolutie ontwikkeld en is de beste graadmeter voor je nood aan vocht. Mensen die zeggen dat je moet drinken vooraleer je dorst krijgt, of dat het te laat is als je wacht op de dorst, die kennen er niets van of hebben commerciële belangen.

En voor Ruben: Relax, we zullen je niet ontvolgen vanwege die ‘schamele’ 65 km. We beoordelen de kwaliteit van sportjournalisten nog steeds op basis van de manier waarop ze over waanzinnige sportprestaties vertellen, niet op basis van wat ze zelf presteren.

En voor wie de bijnadodentocht liever aan zich laat voorbijgaan en vanavond op café verkoeling gaat zoeken. Zeg het gerust met mijn groeten: “Voor mij geen watertje; wist je dan niet dat ook water dodelijk kan zijn?”

Wim Derave is professor inspanningsfysiologie aan de Universiteit Gent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content