Bogdan Vanden Berghe

‘Willen we het lot van vluchtelingen verbeteren, zullen bedrijven moeten meewerken’

Bogdan Vanden Berghe Bogdan Vanden Berghe is algemeen directeur van 11.11.11.

‘Afrika heeft geen westerse liefdadigheid maar westerse bedrijven nodig’, zei ontwikkelingseconoom Paul Collier deze week in een interview met Knack. ‘Ngo’s zijn bondgenoten voor de langetermijnbelangen van bedrijven, zelfs al staan ze soms in de weg van hun kortetermijnbelangen’, reageert Bogdan Vanden Berghe, directeur van 11.11.11.

Ngo’s zijn arrogant en hebben een moreel superioriteitsgevoel, ‘een ergernis die ik deel met veel Afrikaanse leiders’. Dit citaat komt niet van Victor Orban of Donald Trump, maar van de invloedrijke Britse ontwikkelingseconoom Paul Collier (Knack, 29 augustus 2018), wiens kritische houding ik waardeer, maar niet deel.

Willen we het lot van vluchtelingen verbeteren, zullen bedrijven moeten meewerken.

Volgens Collier moet Europa geen voedselpakketten uitdelen aan de miljoenen Syrische vluchtelingen in Jordanië of Turkije, maar in de plaats daarvan bedrijven sturen die jobs creëren. Maar, zo argumenteert Collier, bedrijven durven dat niet omdat ze bang zijn voor beschuldigingen van exploitatie door westerse ngo’s.

Ngo’s worden in deze redenering tot de grootste vijand van ontwikkeling gebombardeerd want, zo gaat Colliers tirade verder, ‘onder het mom van “opkomen voor vluchtelingen” ontzeggen ze volgens hem diezelfde vluchtelingen hun enige kans op een waardig leven.’ Collier waarschuwt dat arme landen zich niet kunnen ontwikkelen als ze naar ngo’s luisteren en dat het nog ‘het ergste’ is dat ngo’s hun agenda opdringen aan belangrijke organisaties zoals de Wereldbank.

Ngo’s worden tot de grootste vijand van ontwikkeling gebombardeerd.

Het is niet verwonderlijk dat ‘veel Afrikaanse leiders’ de mening van Collier delen: zijn botte aanval op ‘westerse ngo’s’ zal als muziek in de oren klinken van corrupte despoten die kritische pottenkijkers liever kwijt dan rijk zijn. Hoewel het dit keer met Collier uit onverwachte hoek komt, zijn frontale aanvallen op het maatschappelijk middenveld helaas een tendens aan het worden.

Wij werken samen met partnerorganisaties in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten die dagelijks enorme risico’s lopen om vervuiling, uitbuiting en andere wantoestanden aan te klagen. Steeds meer worden de organisaties en hun medewerkers daarvoor vervolgd, gearresteerd, gefolterd en zelfs vermoord. Hen en hun strijd wegzetten als ‘ngo-mensen’ doordrongen van een ‘westers superioriteitsgevoel’ dat arme mensen hun recht op ontwikkeling ontzeggen, is de waarheid meer dan geweld aandoen.

De strijd van lokale organisaties wegzetten als een westers superioriteitsgevoel is de waarheid geweld aandoen.

Een kritisch middenveld dat als klokkenluider fungeert bij wantoestanden, dat de politieke en economische machthebbers tot verantwoording roept is essentieel in elk ontwikkelingsproces, iets wat Collier overigens uitvoerig argumenteert in zijn academisch werk.

Inhoudelijk houdt Colliers argument bovendien geen steek. Met de grote angst van bedrijven voor kritiek van ngo’s lijkt het wel mee te vallen als ik even kijk naar bijvoorbeeld Congo. Sinds de opkomst van de elektrische wagen vallen Amerikaanse en Europese investeerders in de mijnsector elkaar er voor de voeten, ook in conflictgebieden zoals Oost-Congo. De rapporten van ngo’s over kinderarbeid bij de ontginning van het zeldzame kobalt, dat een belangrijk bestanddeel is van batterijen, lijken daar geen enkele invloed op te hebben.

Colliers argument houdt inhoudelijk geen steek.

Dat bedrijven via investeringen in ontwikkelingslanden jobs kunnen creëren en dus welvaart genereren ontkent niemand, ook ngo’s niet. Willen we het lot van vluchtelingen verbeteren, dan zal de privésector moeten meewerken. Nogal wat overheden denken dat ze goed doen voor bedrijven als ze media en middenveld monddood maken, de milieu- en sociale wetgeving versoepelen, vakbondsleiders vervolgen en belastingen verlagen.

Nochtans weten veel ondernemers dat een dergelijk beleid niet goed is voor het bedrijfsleven op lange termijn. Extreme ongelijkheid en sociale onrust die daarmee gepaard gaat, een erosie van het vertrouwen in publieke en private instellingen, de opkomst van populisme en radicaal nationalisme ondermijnen het investeringsklimaat. Kritische middenveldorganisaties die de oorzaken en de ‘drivers’ van deze problemen aanpakken zijn dus objectieve bondgenoten voor de langetermijnbelangen van bedrijven, zelfs al staan ze soms in de weg van hun kortetermijnbelangen.

Niemand ontkent dat bedrijven jobs kunnen creëren.

Ngo’s spelen een essentiële rol bij de verdediging van fundamentele rechten en respect voor de rechtstaat. En dat is in het belang van iedereen. Dus ook van bedrijven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content