Enrique Tarrio, leider van de Proud Boys, in november 2020 bij een protest tegen de verkiezingsuitslag. © Reuters

Hoe organiseerden de Proud Boys de bestorming van het Capitool, en hoe dicht stonden ze bij Trump?

Rudi Rotthier

Dinsdag werd Enrique Tarrio, de gewezen leider van de Proud Boys, veroordeeld tot 22 jaar gevangenis. Wat deden hij en vier andere kopstukken van de extreemrechtse militie die ook veroordeeld werden? Was president Trump van hun plannen op de hoogte? Handelden ze op bevel van Trump? En hoe evolueert de organisatie?

Vier van de vijf Proud Boys, daarbij Tarrio, werden veroordeeld wegens ‘opruiende samenzwering’ bij de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021. Volgens de rechtbank speelden ze een cruciale rol in een poging om de machtsoverdracht te verhinderen.

Tarrio was op die zesde januari niet zelf aanwezig in Washington. Hij was twee dagen eerder uit de stad verbannen nadat hij en zijn volgelingen in december 2000 een vlag van Black Lives Matter van de oudste zwarte kerk van de stad hadden weggehaald en in brand gestoken. Een informant van de politiemacht had Tarrio vroegtijdig op de hoogte gebracht van de verbanning, wat hem in staat stelde een noodcommando te organiseren voor 6 januari. De rechtbank oordeelde dat hij vanop afstand aan de touwtjes zat van wat gebeurde, en dus schuldig was aan wat zijn militieleden aanrichtten.

De militie had zich, net als andere, min of meer gelijkgestemde milities zoals de Oath Keepers, voorbereid op de manifestatie van 6 januari. Proud Boys hadden wapens verstopt in hotelkamers aan de rand van de stad voor het geval Trump de staat van beleg zou uitroepen en de milities zou inschakelen voor ordehandhaving. Ze wisten op voorhand dat het Capitool en vicepresident Mike Pence, als hij de bekrachtiging van de verkiezingsuitslag niet zou tegenhouden, de doelwitten van het protest zouden worden. Die wetenschap was breed verspreid. In interne communicaties hadden de militieleden stadsplannetjes doorgespeeld waarop politieposten aan het Capitool waren gemarkeerd.

Plan in vier punten

Wat was het plan? Onderzoeksjournalisten van The New York Times vatten het samen in vier punten.

De enkele honderden Proud Boys, die niet in hun gebruikelijke ‘kleuren’ waren getooid, maar anoniem opereerden, en zich onherkenbaar tussen de mensenmenigte begaven, negeerden de toespraak van toenmalig president Trump aan het Witte Huis en trokken meteen naar het Capitool, het parlementsgebouw.

Daar zochten ze, in de samenvatting van de Times, de toegangspunten op (1), jutten de menigte op (2), namen deel aan confrontaties en geweld (3), waarbij onder meer barricades werden verwijderd, en wijzigden van locatie als bleek dat de weerstand van de politie te groot was (4). In dat laatste geval zochten ze elders een toegangspunt in de hoop daar een doorbraak te forceren. Op alle punten deden ze alsof ze ‘gewone’ Trumpsupporters waren, die woedend waren over het gesjoemel met de verkiezingsuitslag.

Uiteindelijk was het een van de veroordeelde vijf – Dominic Pezzola – die met een buitgemaakt politieschild een ruit aan de Senaatskant aan diggelen sloeg en zo Trumpaanhangers en Proud Boys toegang tot het Capitool verschafte. Dat was de eerste doorbraak voor de manifestanten. Er zouden er nog volgen. Leiders van de Proud Boys beperkten hun aanwezigheid in het Capitool tot een minimum of bleven buiten.

Dominic Pezzola op 6 januari in het Capitool. © Belga

De militie had haar activiteiten gecoördineerd met andere groepen, zoals de Oath Keepers, zodat ze mekaar niet voor de voeten liepen. Er was onder meer op 5 januari een ontmoeting tussen Proud Boys en Oath Keepers.

Na afloop van de bestorming deelden glunderende groepsleiders van de Proud Boys gelukwensen en jubelberichten. Het resultaat overtrof al hun verwachtingen. Ze waren erin geslaagd, in de woorden van rechter Timothy Kelly die hun rechtszaak voorzat, ‘om onze traditie te breken van vreedzame machtsovergang, die tot de meest waardevolle dingen behoorde die we als Amerikanen hadden. Ik zeg “hadden”. We hebben het niet langer’.

Dominic Pezzola werd vorige week veroordeeld tot 10 jaar gevangenis. Als enige van de vijf werd hij niet veroordeeld voor ‘opruiende samenzwering’. Zoals vele medebeschuldigden toonde Pezzola voor de rechtbank bijna tranerige inkeer. ‘Het spijt me echt’, zei hij onder meer. Hij zou zich voortaan ver weg houden van politiek, beloofde hij. Bij het verlaten van de rechtszaal, nadat hij zijn strafmaat had gehoord, riep hij echter: ‘Trump won’.

In dezelfde zitting werd de feitelijke leider van de acties van de Proud Boys op 6 januari – Ethan Nordean – veroordeeld tot 18 jaar cel. ‘Er is geen excuus voor wat ik deed’, verklaarde hij, in de hoop op een lichtere straf. Nordean bleef tijdens de bestorming weg uit het Capitool.

Proud Boy Zachary Rehl, die een agent met pepperspray te lijf ging, werd veroordeeld tot 15 jaar.

Gratie van Trump

Oorlogsveteraan Joe Biggs, co-leider met Nordean op 6 januari, werd veroordeeld tot 17 jaar.

Biggs deed wat de anderen deden: hij ging door het stof voor rechter Kelly. ‘Ik heb het verknald’, zei hij onder meer, ‘Het spijt me zo… Ik ben geen terrorist. Ik draag geen haat in mijn hart’.

Joe Biggs (met bril en muts) op 6 januari aan het Capitool. © Reuters

Enkele dagen later klonk het heel anders toen hij vanuit de gevangenis naar de radioshow van Alex Jones belde. Jones, bekend omwille van het verspreiden van samenzweringstheorieën, was op 6 januari aanwezig aan maar niet in het Capitool. Biggs, die in het telefoongesprek de vergelijking maakte tussen 6 januari en 1776, het jaar dat het land voor zijn onafhankelijkheid vocht, maakte zich sterk dat Donald Trump hem en de andere Proud Boys gratie zal verlenen als hij in 2024 verkozen wordt. ‘Dat moet hij wel doen’, aldus Biggs, ‘We hebben niets misdaan. We waren zijn supporters die deden wat hij vroeg’.

Daar ligt de grote, onbeantwoorde vraag. Hoe nauw waren Donald Trump, de Proud Boys en andere milities met elkaar verbonden? Wist Trump van hun plannen? Handelden de Proud Boys op zijn bevel?

Enrique Tarrio, de toenmalige chef van de Proud Boys, stond in nauw contact met Trumps adviseur en vriend Roger Stone. Stone en Tarrio deelden privécommunicaties met Michael Flynn (Trumps eerste veiligheidsadviseur en net als Stone in 2020-21 een radicaal medestander van Trump in diens poging om alsnog de verkiezingsoverwinning binnen te halen). Stone werd halvelings als een lid van de Proud Boys beschouwd – hij legde hun ‘verklaring van westers chauvinisme’ af.

Stone had in december 2020 gratie gekregen van Trump nadat hij was veroordeeld tot 6 maanden gevangenis wegens het afleggen van valse verklaringen in het Congres, en het uitoefenen van druk op getuigen. Hij zocht na 6 januari een tweede, preventieve gratie (die hij niet kreeg – hij werd niet in beschuldiging gesteld). Ook Flynn, die had gelogen tegen de FBI, kreeg gratie van Trump.

Roger Stone en Alex Jones in 2018.

Vrijdag verklaarde Tarrio vanuit de gevangenis aan The New York Times, dat procureurs hem in oktober vorig jaar een mild vonnis hadden beloofd als hij zou aangeven hoe hij via drie tussenpersonen had gecommuniceerd met president Trump. Tarrio zei niet wie de drie waren, en ontkende expliciet dat Roger Stone een van de drie was. Hij ontkende ook dat hij in contact had gestaan met Trump.

Speciaal aanklager Jack Smith, die de federale rechtszaken tegen Trump coördineert, voert nog altijd onderzoek naar de connectie tussen Trump en de milities. Daarbij hoort onderzoek naar wat in de dagen voorafgaand aan de bestorming gebeurde in het Willard Hotel in Washington. In dat hotel hielden Trumpgetrouwen, onder meer op 5 januari, topoverleg. Er was op die vijfde januari minstens één telefoongesprek tussen het Witte Huis en het Willard Hotel. Wie er precies op welk moment bij besprekingen in het hotel aanwezig waren, is nog niet duidelijk, maar daar zou volgens sommige leden van de parlementaire onderzoekscommissie een link met de milities kunnen liggen. Ook op 5 januari gaf Trump zijn stafchef Mark Meadows de opdracht om te telefoneren met Stone en Michael Flynn, wat ook een mogelijke piste zou zijn voor contact met de milities.

‘Stand back and stand by’

Afwachten wat de speciaal aanklager hieromtrent weet uit te vissen, en of er een rechtstreekse lijn tussen de president en de milities gevonden wordt.

Tarrio spreekt de theorie van de rechtstreekse connectie tegen. Maar er was zeker sympathie tussen Trump en de Proud Boys.

Tijdens een presidentsdebat met Joe Biden in september 2020 werd Trump gevraagd om het geweld van racistische, extreemrechtse milities zoals de Proud Boys te veroordelen. Trump weigerde en leek de militie aan te moedigen. Hij zei: ‘Proud Boys, stand back and stand by’. Vrij vertaald: ‘Houd afstand en wees paraat’.

De organisatie kon leden werven op basis van de uitspraak. ‘Standing by’, liet Tarrio weten, ‘ik ben paraat’.

De Proud Boys doken op bij manifestaties ten voordele van de president. De campagne van Trump vroeg hen om niet in hun militiekleren te verschijnen.

Toen Trump midden december 2020 via Twitter zijn aanhang naar Washington sommeerde voor de manifestatie op 6 januari (‘Be there, will be wild‘), hadden de Proud Boys geen extra stimulans nodig. Ze zouden er zijn, en ze begonnen zich voor te bereiden.

Adam Kinzinger, Republikeins lid van de parlementaire onderzoekscommissie naar 6 januari, vatte het de voorbije dagen in een interview met The Bulwark als volgt samen: ‘Donald Trump stak de lont aan, die de Proud Boys tot actie bewoog’.

Sinds 6 januari 2021, en sinds de leiding in gerechtelijke problemen verkeert, zijn de Proud Boys min of meer officieel afgestapt van de gewelddadige confrontaties met Antifa en andere linkse organisaties, waarvoor ze vroeger berucht waren. De organisatie, die nog altijd ‘westers chauvinisme’ en antifeminisme voorstaat, en alleen mannelijke leden telt, werkt nu mee aan andere initiatieven, zoals pogingen tot het verbieden van boeken over raciale problemen of over lgbtq-personages in scholen of openbare bibliotheken. 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content