Verenigde Naties over Rohingya: ‘Er staat een nieuwe noodsituatie voor de deur, de tijd dringt’

Mohamed Heron (6) en zijn broer Mohamed Akter (4) zijn Rohingya-vluchtelingen en overleefden raketaanvallen op hun dorp. Ze poseren in het vluchtelingenkamp om hun brandwonden te tonen. © REUTERS

Naast raketaanvallen, etnische zuivering en verkrachtingen, lopen Rohingya-vluchtelingen in de regio Kutupalong in Bangladesh ook het risico te maken te krijgen met overstromingen en landverschuivingen. De Verenigde Natieswillen dat Myanmar actie onderneemt zodat vluchtelingen zich veilig genoeg voelen om terug te keren.

700.000 vluchtelingen uit Myanmar verblijven momenteel in Bangladesh. Meer dan 100.000 van hen zitten in Kutupalong in Cox’s Bazar, nu de grootste vluchtelingennederzetting in de wereld.

In januari maakten Myanmar en Bangladesh afspraken over de terugkeer van vluchtelingen, maar volgens mensenrechtenorganisaties moet de veiligheidssituatie in Myanmar daarvoor eerst drastisch verbeteren.

‘We zitten in een race tegen de klok omdat er een nieuwe noodsituatie voor de deur staat’, zei Filippo Grandi, de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties, eerder deze week vanuit Genève. ‘De Bengalese regering bereidt zich voor op een noodsituatie, maar er moet meer internationale steun komen om een catastrofe te voorkomen’, zei hij. Het vluchtelingenprobleem kan alleen opgelost worden als in Myanmar oplossingen gevonden worden, voegde hij eraan toe.

Volgens Grandi laat de huidige situatie in Myanmar vrijwillige repatriëring van Rohingya-vluchtelingen niet toe.

‘Oorzaken zijn nog steeds niet aangepakt’

De vluchtelingencrisis brak eind augustus vorig jaar uit, toen het Myanmarese leger een operatie begon in het noorden van de staat Rakhine. Daarbij vluchtten duizenden vrouwen, mannen en kinderen naar buurland Bangladesh. ‘De oorzaken van die vlucht zijn nog niet aangepakt’, zegt Grandi. ‘En we hebben nog geen substantiële vooruitgang gezien als het gaat om het probleem van uitsluiting en onthouding van rechten. Dat probleem is in de afgelopen decennia verergerd en geworteld in de ontkenning van het staatsburgerschap.’

Volgens Miroslav Jenca, plaatsvervangend secretaris-generaal voor Politieke Zaken van de VN, is er ‘een zekere vooruitgang geboekt als het gaat om drie prioriteiten van de secretaris-generaal, maar is nog niet alles geïmplementeerd’. Eerst en vooral moet er een einde komen aan het geweld en moet de veiligheid hersteld worden, zegt hij. Hoewel van grootschalig geweld geen sprake meer is, bestaan wel nog zorgen over bedreiging en intimidatie van de achtergebleven Rohingya-bevolking. Ook hebben de VN onvoldoende toegang tot Rakhine om de mensenrechtensituatie in de regio goed te kunnen beoordelen.

Tot slot wil de vluchtelingenorganisatie een vrijwillige, veilige en waardige terugkeer van vluchtelingen naar hun plaats van herkomst of keuze kunnen garanderen. Daarvoor is betrokkenheid van de VN in een vroeg stadium nodig, toegang voor humanitaire hulpverleners, meer vrijheid voor de media en een onafhankelijke onderzoekscommissie.

Partner Content