Pieter Stockmans

Syrische scholen in Istanboel: ‘Ze vroegen me om te spioneren tegen schoolkinderen’

Pieter Stockmans Journalist voor MO*

Bij elke deur die je opent, zie je een nieuwe gesloten deur voor je. En als je eindelijk denkt vrij te zijn dreigen de laatste muren waarop het gebouw steunt, in te storten. Je bent een Syrische organisatie die een school wil openen in Turkije, je bent een Syrische leraar die het zelf niet meer aankan, je bent een Syrisch kind dat naar school gaat om de oorlog te vergeten.

Vele Syrische vluchtelingenkinderen hebben geen paspoort en kunnen zich als “illegaal” dus niet inschrijven in Turkse scholen. Tijdens de conferentie over de Syrische vluchtelingensituatie in Berlijn eind vorige maand gingen landen akkoord om daar iets aan te doen, en meer onderwijskansen te creëren voor Syrische kinderen in Turkije. Ondertussen richtten Syrische organisaties zoals “Can” dan maar zelf scholen op in Turkije. De slogan aan de muur – “wie een school opent, sluit een gevangenis” – verraadt dat het de Syrisch-Koerdische cultuurvereniging menens is. Toch leven het bestuur en de kinderen zelf in een gevangenis.

Hindernissenparcours

Sinds 2012 organiseert Can onderwijs voor 1.500 leerlingen in Istanboel. 70% is illegaal in Turkije, maar dat vormt in de Can scholen geen struikelblok en daar zijn de ouders dankbaar voor. Toch veroordeelt een tweede hindernis alsnog vele kinderen tot de duisternis: geld. Directeur Mohammad Hassan verhoogde het inschrijvingsgeld voor het nieuwe schooljaar van tot 70 euro tot 200 euro. Een doodsteek voor vele Syrische families in Istanboel. Can veranderde van een engel in een duivel.

‘Wij hebben ook kosten’, zegt Mohammad Hassan nadat hij ons in zijn kantoor verwelkomde met koffie en frisdrank. ‘Water- en elektriciteitsverbruik, de maandelijkse huur van het gebouw, de kosten van de schoolbus,… En al drie maanden kan ik het loon van mijn leerkrachten niet betalen. Zonder uitzicht op structurele financiering moeten we geld aftroggelen van de mensen die we willen redden, met pijn in het hart.’

Voortdurende ontsnappingspoging

De zoektocht naar onderwijs is een voortdurende ontsnappingspoging uit de gevangenis. Bij elk obstakel zoeken gezinnen een uitweg: voor sommigen is Can de uitweg, voor anderen het obstakel. Zij zoeken een andere uitweg: terug naar Syrië of naar Europa, in beide gevallen door de zuurverdiende spaarcenten aan smokkelaars te betalen. Mohammad ziet regelmatig kinderen verdwijnen. ‘Onlangs vertelde een jongen me dat hij niet meer naar school zou komen omdat ze naar Denemarken zouden gaan’, zegt hij. ‘Zeker 90% van onze leerlingen spreekt thuis over Europa.’

Bedelen bij de cipier

Twee Syrische mannen lopen het kantoor binnen. Ze komen de school bekijken omdat ze misschien een Saoedi kennen die Can zou willen steunen. Mohammad’s toon verandert in poeslief. Op geld uit de Golf hopen is als bedelen bij de cipier. Tussen elke kiertje naar meer financiële vrijheid moet hij zijn voet zetten. Vele potentiële sponsors geven enkel geld op voorwaarde dat bijvoorbeeld leraressen de hoofddoek dragen, maar Can wil geen streng islamitische school zijn.

Mohammad Hassan, directeur van de Syria Can School in Istanboel, met zijn leerkrachten.
Mohammad Hassan, directeur van de Syria Can School in Istanboel, met zijn leerkrachten. © Xander Stockmans

Mohammad: ‘Onlangs hadden we een lerares met hoofddoek in dienst. Na een paar dagen zag ik kleine meisjes in haar klas met hoofddoek zitten. We drukten de lerares en de kinderen op het hart dat deze school kinderen niet de hoofddoek laat dragen gewoon omdat anderen hen dat zeggen. Syrische scholen die de religieuze gedragscodes volgen, krijgen meer vrijheid van de Turkse overheid en geld uit de Golf.’ Ook Can’s formele vraag om steun aan de gemeente Istanboel werd afgewezen. Mohammad toont het korte antwoord: ‘U deed een aanvraag voor de Can school. We kunnen u niet steunen met geld. Ondertekend, de verantwoordelijke voor sociale verenigingen, 23 juli 2014.’

In de dodencel

Op dat moment dacht Mohammad er even aan om de handdoek in de ring te gooien. ‘Maar alle leraars beslisten samen om bepaalde kosten uit de eigen zak te betalen. Europeanen denken misschien dat we hun financiële steun zouden verspillen, maar je ziet zelf dat we elke cent goed besteden’, zegt hij.

Kinderen stromen naar buiten aan het eind van een schooldag in de Syria Can School in Istanboel.'
Kinderen stromen naar buiten aan het eind van een schooldag in de Syria Can School in Istanboel.’ © Xander Stockmans

De bel rinkelt: speeltijd! In een mum van tijd rennen zeker 50 kinderen krijsend door de smalle gang van de benedenverdieping. Ze verzamelen in een broeierige kamer zonder ramen die dienst doet als speelplaats. Na de pauze gaan we de leslokalen binnen. Alle kinderen veren recht en roepen in koor: ‘Goedemorgen!’ Op de banken zitten leerlingen van 6 tot 15 jaar door elkaar. Aan de muur hangen tekeningen: “Voorkomen is beter dan genezen” en “Wij houden van leraars”.

Aleppo, Aleppo, Aleppo

‘Hoe lang gingen jullie niet naar school door de oorlog?’ vragen we. Bijna alle handen gaan in de lucht: alle kinderen zeggen om de beurt “twee jaar, meester” of “drie jaar, meester”. Als we vragen van waar ze afkomstig zijn, horen we slechts één naam: Aleppo. En als we het de leraar vragen, krijgen we hetzelfde antwoord. Kemal Abdalo moest vluchten uit Aleppo omdat zijn huis werd gebombardeerd. Dat zijn hele bibliotheek onder het puin ligt, heeft hij nog niet verwerkt.

Kemal is een charismatisch man. In de klas gonst het uit alle hoeken “meester Kemal, meester Kemal!” Voor elk kind ligt een schoolboek. ‘De Syrische oppositieregering liet een nieuw curriculum ontwikkelen: het oude curriculum zonder de verwijzingen naar Assad en zonder het vak Landopvoeding’, zegt Kemal.

‘We spreken niet over Assad of de oorlog’

Ook Kemal moest in Syrië “landopvoeding” geven. ‘Elke dag kropte ik mijn woede op omdat ik leugens verkocht aan de kinderen en mezelf’, zegt hij na de les in zijn lege klas. ‘Ik was een machine van het ideologische partijapparaat geworden, maar tegelijkertijd bleef ik actief voor een Koerdische partij. Daarom kwam de geheime dienst me arresteren, in de school. Ze vroegen me te spioneren tegen kinderen in de klas.’ Hij krijgt een krop in de keel. Deze vernedering doet hem nog steeds verdriet.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Over het Assad-regime, de revolutie en de oorlog zeggen ze in de klas niks. ‘In onze klassen zitten ook leerlingen waarvan de ouders het regime steunen’, zegt Kemal. ‘We spreken noch voor, noch tegen het regime of eender welke partij. De kinderen hebben al genoeg oorlog gezien. Onze klassen zijn neutrale leerplaatsen.’

Met toneel, praat- en tekensessies bieden de Can scholen wel psychologische steun en een creatieve uitlaatklep voor getraumatiseerde kinderen. Kemal zag zijn deel van vernielde kindergeesten, maar nooit zal hij Noshin vergeten. ‘Ze huilde zonder ophouden. Na wekenlang proberen kon ik tot haar doordringen en vertelde ze dat soldaten haar hadden verkracht. Ze is 11.’

De oorlog als kans

Kemal benadrukt dat de soldaten van het regime en de jihadisten kinderen niet enkel fysiek kapot maken, maar ook hun geest koloniseren. ‘In plaats van kinderen te leren voor zichzelf te denken, geven hun “leraars” aan kinderen door wat zij geloven. Ze offeren de eenheid van het land op door van kinderen toekomstige machines van oorlog en haat te maken’, zegt hij.

Een lerares voor de klas in de Syria Can School in Istanboel.
Een lerares voor de klas in de Syria Can School in Istanboel. © Xander Stockmans

De kinderen van vandaag zijn de volwassen Syriërs die morgen tegenover elkaar zullen komen te staan. En als kinderen helemaal geen onderwijs volgen, raken hun geesten afgedwaald en verdeeld. Kinderen samenbrengen in neutrale scholen is volgens Kemal de eenheid van Syrië redden. Ironisch genoeg biedt de oorlog een nieuwe kans om die eenheid te herstellen, zij het op kleine schaal: kinderen uit Aleppo, Damascus, Homs, Qamishli zijn voor het eerst verzameld op eenzelfde plaats in Turkije, en leren elkaar en hun land beter kennen.

Kemal is zich bewust van die kans. ‘Hier kan ik al die kinderen aanleren dat Syrië één land is, voor Koerden én Arabieren én alle andere Syrische volkeren’, zegt hij. ‘Daardoor voel ik me vrij als leraar.’

Wantrouwen

Als we vragen of de vrijheid die hij in zijn Syrische school in Istanboel voelt ooit voor heel Syrië zal bestaan, lacht hij cynisch. Zijn toon verandert van cynisch in boos als we vragen of ze het land niet aan extremisten overlaten. ‘Denk je dat we een keuze hebben? Moet ik een boompje opzetten over hoe Europa, de VS, Iran, Saoedi-Arabië en Rusland van ons land een pretpark voor extremisten hebben gemaakt en ons eruit hebben gegooid? We zijn zoals de Palestijnen geworden.’

Wanneer drie Arabische mannen het klaslokaal binnenwandelen, vraagt Kemal of we naar een andere plaats kunnen gaan. Het wantrouwen van weleer zit er nog diep in. Kemal kwam door zijn strijd voor Koerdische rechten te vaak in aanraking met de Syrische geheime dienst om Arabieren nog blindelings te kunnen vertrouwen. Dat hij als leraar vele Arabische families helpt, verandert daar niets aan. Elkaar wantrouwen was in Syrië een overlevingsmechanisme, sinds drie jaar is het een oorlogswapen.

Leraar werd groenteverkoper

Bij valavond pikken we Kemal op aan de school. ‘Tot nu vulde ik voedselhulpformulieren voor families in, de school doet ook dienst als sociaal kantoor’, zegt hij in de taxi onderweg naar zijn appartement. Ook de Syrische taxichauffeur gaat er soms langs, maar naar de lessen kan hij zijn kinderen niet sturen omdat hij het inschrijvingsgeld niet kan betalen. ‘Waarom stuur je je kinderen dan niet naar de gratis extra lessen tijdens de zomermaanden?’, vraagt Kemal.

In Kemal’s appartement leren we de man achter de leraar kennen. In de kale, niet-gemeubelde woonkamer liggen matrassen op de grond en kijkt zijn dochter verwonderd naar infraroodbeelden van Amerikaanse precisiebombardementen in Irak.

Kemal Abdalo, leraar in de Syria Can School, zit op een matras in zijn lege appartement.
Kemal Abdalo, leraar in de Syria Can School, zit op een matras in zijn lege appartement. © Xander Stockmans

Na zijn arrestatie door de geheime dienst in 1985 stopte Kemal met lesgeven en werd hij groenteverkoper. ‘Maar ze hebben me niet kunnen breken: overdag verkocht ik groenten, ’s nachts las ik boeken. In het geheim gaf ik Koerdisch bij mensen thuis. Dat was verboden’, zegt hij terwijl hij het certificaat van de Koerdische vereniging bovenhaalt die in Syrië aan Koerden de eigen taal aanleerde.

Met één oog op de kinderen en het andere op Europa

‘Zovele mensen zag ik zwichten onder de druk van de geheime dienst en rijk worden. Ik ben altijd trouw gebleven aan mijn principes en geef aan een hongerloon les aan vluchtelingenkinderen’, zegt Kemal verongelijkt. Kemal zit in kostuum op een matras in zijn lege woonkamer, boos, vernederd en met vertrappelde waardigheid. Hoe laadt deze man zich elke dag op om de verschroeide bodem weer vruchtbaar te maken waarin het zaad van een nieuwe generatie moet groeien? Zijn antwoord: ‘Ik kijk naar de wereld door een grote deur, niet door een kiertje.’

Door de grote deur ziet hij een zee van kinderen die hij moet voorbereiden op de taak om ooit hun vernielde wereld te hernieuwen. Hij wil niet dat zij onze fouten herhalen. Toch laat hij in zijn hart een andere deur op een kiertje staan, en ziet hij een zee die hem van Europa scheidt. ‘Ik kan het niet meer verdragen’, zucht Kemal. ‘Mijn oudste dochter in Duitsland probeerde ons via gezinshereniging naar daar te halen, maar het verzoek werd afgewezen.’ De man redt een generatie kinderen, maar moet eigenlijk zichzelf redden. ‘Ik moet mijn eigen 14-jarige dochter laten werken in een naaiatelier omdat ik al maanden geen loon krijg.’

Als de laatste steunmuren instorten

Kemal is meer dan een leraar. Hij gaat tegen de stroom in, en staat aan de zijde van de kinderen als een vader. Maar als de helden zelf gered moeten worden, als de muren waarop kinderen steunen zelf dreigen in te storten, als de stroming te sterk wordt, zal ook Kemal loslaten en zich laten meedrijven op de stroom die vele Syriërs in droom of daad meeneemt naar Europa.

Met de hulp van Roni Hossein. Deze reportage kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek. Volg Pieter Stockmans op Twitter en Facebook.

Wil je de Syria Can Schools steunen? Laar het weten via facebook. Met 200 euro kan één kind een heel jaar naar school.

Bekijk hier een fotoreportage over Syrische scholen in Turkije.

Partner Content