Rudi Rotthier

Socialist, zo taai als oud brood en toch de Democratische Donald Trump: Wie is Bernie Sanders?

Hij heeft het voortdurend over de ‘miljardairsklasse’, hij is een zelfverklaarde socialist, hij is knorrig, 74 en houdt niet op met argumenteren. Toch wordt hij vooral door jongeren op handen gedragen, en vult hij zalen of arena’s met tienduizend belangstellenden. Dinsdag gaat hij in het eerste tv-debat van de Democraten in de clinch met favoriet Hillary Clinton.

Elke zaterdag brengt Rudi Rotthier, onze correspondent in Canada en de VS, u met een boeiend achtergrondverhaal een unieke inkijk in de stad of streek waar hij op dat moment resideert.

Bernie Sanders, de onafhankelijke senator uit Vermont, die ooit de vrije liefde bezong, en de maatschappelijk bevrijdende kracht van het vrouwelijk orgasme, is een wat onwaarschijnlijke kandidaat voor het presidentschap.

Hij noemt zichzelf een socialist. Hij preciseert het soms: een democratisch socialist naar Scandinavisch model. Hij verkondigt al 35 jaar min of meer hetzelfde. In zijn programma staat dat de (publieke) universiteit gratis moet zijn, dat het minimumloon tegen 2020 verdubbeld moet worden tot 15 dollar per uur (13,5 euro), dat op grote schaal, ter waarde van 1.000 miljard dollar, openbare werken nodig zijn, zowel om behoorlijke banen te scheppen als om de afbrokkelende infrastructuur van het land weer op peil te brengen. Hij wil de banken terug opdelen in gewone en beleggingsbanken. Hij wil transacties op Wall Street belasten. Hij wil de belastingen op de grootverdieners drastisch optrekken, richting 50 procent. Dat hij het, als hij president wordt, niet alleen zal klaren, zegt hij er steevast bij. Dat het publiek bij de Congresleden zal moeten lobbyen om het gedaan te krijgen. Dat er een “politieke revolutie” moet plaatsvinden.

Zegt een vriend, of in ieder geval iemand die al decennia op hem stemt, in The New Yorker: ‘Bernie is de slechtste persoon om mee op een onbewoond eiland te belanden. Na 2 weken gooi je je voor de eerstaanwezige haai en hoop je dat je zo van zijn gezeur afkomt.’

‘Recht vooruit, snauw’

Maar al zijn vrienden en vijanden zijn het over een ding eens: Sanders gelooft wat hij verkondigt. Bij hem is er geen twijfel rond zijn overtuiging, ernst en motivatie. Dit is wat hij is, kromgebogen, met dun wit haar, een verbeten trek om de mond. Hij voert campagne met een uithoudingsvermogen dat hij toeschrijft aan zijn looptraining als student. Alleen zijn haar verandert bij hem van richting. Voor de rest is hij onvermurwbaar en in quasi-permanente staat van verontwaardiging.

Doorgaans zit er in zijn argumentatie geen greintje humor. Taai, saai. Zo zijn ook zijn verkiezingstoespraken. Zijn aanpak voor een publiek werd door een naaste medewerker in Politico omschreven als ‘Recht vooruit, snauw – recht vooruit, snauw’. “Sta me toe nog iets te zeggen over zwangerschapsverlof”, statistieken over andere landen, snauw. “Laat me nog enkele woorden zeggen over ziekteverzekering”. Cijfers. Snauw. (Sanders is voorstander van een publiek systeem van ziekteverzekering, naar Europees model, en tegen het Amerikaans systeem van privéverzekeringen).

Tussendoor vergeet hij geregeld zijn applauslijnen, zoals: “Zeg nooit dat politiek geen belang heeft. Waarom zouden de Koch-broers 900 miljoen dollar in politiek investeren als het geen belang heeft?” Of: “Deze campagne gaat een boodschap sturen aan de miljardairsklasse. En die is: je kunt niet alles hebben. Je kunt geen belastingvermindering krijgen op een moment dat kinderen in dit land honger lijden. Je kunt geen banen naar China sturen als er hier miljoenen naar werk zoeken. Je kunt je winst niet op de Kaaimaneilanden parkeren als er hier op elke hoek noden bestaan. Jullie hebzucht moet eindigen. Je kunt niet van alle voordelen van Amerika genieten als je weigert je verantwoordelijkheid te nemen”. Snauw.

Bernie Sanders leert te glimlachen voor selfies
Bernie Sanders leert te glimlachen voor selfies© REUTERS

Hij heeft zich intussen knorrig neergelegd bij het fenomeen selfie. Na elke meeting poseert hij, en probeert hij te lachen.

14 miljoen banen

Toen hij in het voorjaar zijn kandidatuur stelde, dacht de politieke pers dat hij niet ver zou komen. In dat opzicht was hij vergelijkbaar met Donald Trump, die men evenmin en lange presidentiële campagne toedichtte. Interessant voor even, dacht men in het geval van Sanders, maar daarna zal dat etiket ‘socialist’ hem wel de das omdoen.

Maar het tegendeel bleek waar. Sanders, met het charisma van de knorrige opa, met een kleerkast waar een dakloze depressief van wordt, bleek een snaar te raken bij een breed, ofwel ouder, ofwel jong, wit publiek, dat hem intussen op handen draagt, en dat de kern van zijn vrijwilligerskorps vormt. Uit peilingen is gebleken dat het etiket socialist, ooit dodelijk in de Amerikaanse politiek, voor jongere kiezers eerder een positieve connotatie heeft (positiever blijkbaar dan het woord kapitalisme). De typische Sanders-aanhanger – alles wordt gepeild – is eerder hoog opgeleid, maar ondanks die hogere opleiding toch niet welvarend. Zijn publiek bestaat bijvoorbeeld uit tweeverdieners die moeten schrapen om hun autotank te vullen, of om een huis af te betalen; studenten die onder het gewicht van hun lening dreigen te bezwijken, en in ieder geval met een schuldenberg aan hun carrière beginnen; leraren in moeilijke middelbare scholen; bejaarden die na de financiële crisis, en na geflopte beleggingen, in fastfoodbanen moeten doorwerken tot ze er het bijltje bij neerleggen. Voor hen is de boodschap van Sanders reëel: gratis hoger onderwijs (in openbare instellingen), hogere verloning, betere banen, een beter sociaal vangnet. Sanders beweert dat hij met zijn massale openbare werken en een jeugdtewerkstellingsprogramma 14 miljoen goede banen zal creëren en zo de “middenklasse” weer op pad zal zetten.

Bernie Sanders in 1974
Bernie Sanders in 1974© /

In nationale peilingen kruipt Sanders dichter naar de Democratische koploper Hillary Clinton toe, maar kampt hij nog altijd met een ernstige achterstand van iets minder dan 20 procent (vier maanden geleden bedroeg zijn achterstand 50 procent). In de staten met de vroegste voorverkiezingen, echter, Iowa en New Hampshire, heeft hij haar bijgehaald of, in het geval van New Hampshire, ruim voorbijgestoken.

De hoop van zijn aanhang is dat hij door goed te presteren in die staten een momentum creëert die hem ook elders naar overwinningen katapulteert.

Geld, geld, geld en vertrouwen

Qua fondsenwerving doet Sanders het bijna zo goed als zijn grote rivaal. Hillary haalde in het voorbije kwartaal 28 miljoen dollar binnen. Sanders, die vooral steunt op kleine bedragen van bescheiden supporters, en die systematisch de grote geldschieters afwijst, de wet wil veranderen zodat het grote geld uit de politiek verdwijnt, haalde 26 miljoen op. Hij heeft bijna 1 miljoen internetdonoren.

Sanders is, ook weer zoals Trump, iemand die afwijkt van de politieke norm. Hij is een onafhankelijke die meedingt voor de Democratische nominatie. De Democraten zijn meer en meer de Republikeinen gaan na-apen, de grote donoren gaan najagen, ze hebben Wall Street gepaaid, zijn de vrije markt en vrijhandelsverdragen gaan omarmen. Wat Republikeinen en Democraten vooral nog onderscheidt, zijn de sociaal-ethische kwesties – Democraten zijn voor holebi- en transgender-rechten, voor abortus, en tot op zekere hoogte voor milieubehoud.

Sanders staat op die punten aan de kant van de Democraten, maar het zijn niet zijn hoofdpunten. Sanders bekritiseert, zoals Trump (en al veel langer dan Trump die overigens qua karakter zijn tegenpool is), de rol van geld in politiek, die van politici marionetten maakt.

Sanders heeft zich altijd, en systematisch, tegen vrijhandelsakkoorden uitgesproken, te beginnen met Nafta, het Noord-Atlantische Vrijhandelsverdrag (zoals Trump, nogmaals), omdat die vrijhandel banen kost, de lonen onder druk zet. De sociale en economische ongelijkheid is de voorbije decennia zo toegenomen dat zelfs Republikeinen er nu over praten. Hillary Clinton praat erover. Maar Sanders praat er al 50 jaar over. Voor hem is het zijn basisargument. De groeiende ongelijkheid maakt Amerika onleefbaar, de groeiende ongelijkheid is in tegenspraak met de “belofte van Amerika”, de belofte van billijkheid. Zijn aanhang gelooft dat Sanders echte verandering zal nastreven als hij verkozen wordt. Hillary’s weliswaar grotere aanhang is veel lauwer. Sanders vult stadions, Hillary vult achterkamertjes, waar ze afspraken afwerkt. Hillary’s aanhang betwijfelt of ze zal doen wat ze belooft.

‘Vijftig tinten grijs’

Hij is zelf, zegt hij, verrast over het succes van zijn campagne, en over de idolatrie die ermee gepaard gaat. ‘Feel the Bern‘ prijkt tegenwoordig op vrouwenborsten en mannenruggen, op hoeden en spandoeken. Hij was beducht voor een flop, vertelde hij aan The Atlantic. Niet omdat hij nooit eerder faalde, want dat heeft hij vaak genoeg meegemaakt, niet omdat zijn ego geen verlies kan verwerken, maar omwille van zijn standpunten, zijn ideeën – men zou zijn programmapunten kunnen wegwuiven als zijn campagne implodeerde.

Een enthousiaste, witte menigte
Een enthousiaste, witte menigte © REUTERS

Dat is niet gebeurd. En er is veel goed nieuws voor Sanders en zijn campagne. Tot ergernis van zijn aanhang volgt daar in de pers doorgaans de toevoeging op: niet dat hij veel kans maakt op de Democratische nominatie, laat staan het presidentschap.

Want er staan nog wel wat obstakels in zijn weg.

Tot dusver heeft de pers hem met fluwelen handschoenen aangepakt. Hij kreeg weliswaar minder aandacht dan Trump, zijn uitverkochte zaaloptredens – en Sanders heeft al meer mensen op de been gebracht dan Trump – worden niet live op CNN uitgezonden. Maar de pers ging ook niet echt in op controversiële elementen uit de biografie of het programma van Sanders, alsof men hem wil oppeppen, schreef The Atlantic, om toch maar een waardige tegenstander te hebben voor Hillary Clinton. Niet dat Sanders de pers in het hart draagt. Zelfs zijn woordvoerder klaagt erover hoe knorrig hij met journalisten omgaat, en hoe beschuldigend hij vaak is in de richting van de pers, die volgens hem te veel over het spel en te weinig over de knikkers praat of schrijft, en die ook, zegt hij af en toe nog tussen neus en lippen, in handen is van het grootkapitaal.

Heel in het begin van zijn campagne dook in Mother Jones, een tijdschrift dat hem nochtans genegen is, een essay op uit 1972, verschenen in een obscuur blaadje, waarin hij een verkrachtingsfantasie van een vrouw beschrijft, die terwijl ze met haar vriend vrijt meerdere verkrachters verzint. Dat was in die mate controversieel dat Chuck Todd er hem in het NBC-programma Meet The Press naar vroeg.

“Dat was 43 jaar geleden”, aldus Sanders, die er een hekel aan heeft over zichzelf te praten. “Het was slecht geschreven, en als je het leest, zie je dat het over geslachtsstereotypes gaat – waarom mannen vrouwen onderdrukken, en waarom andere vrouwen ervan houden onderdanig te zijn. Weet je wel, iets als Vijftig tinten grijs“.

Orgasme tegen repressie

Er liggen, naar Amerikaanse normen, allicht wel meer elementen in het verdere verleden van Sanders, en in zijn politieke achtergrond, die hem stemmen kunnen kosten. De campagne van Hillary heeft volgens de Amerikaanse pers een dossier klaar over het radicalisme van Sanders. Sanders zelf zegt dat hij nooit negatief campagne zal voeren. “Heb ik nooit gedaan, zal ik nooit doen. Ik kan goed met Hillary overweg, maar op heel veel punten verschillen we van mening”.

Hij werd geboren in New York (zoals Trump), Brooklyn, in 1941, als zoon van een seculiere joodse verfverkoper. Zijn ouders stierven toen hij rond de twintig was, hij ging politieke wetenschappen en psychologie studeren in Chicago, was naar eigen zeggen een slechte student, maar maakte enige naam als politiek activist. Zijn acties gingen vooral tegen rassenscheiding en voor seksuele bevrijding (in 1961). Dat waren zijn voornaamste actiepunten. Hij legde toen al het verband tussen economische ongelijkheid en rassendiscriminatie. Hij citeerde en citeert graag Martin Luther King: ‘Wat baat het dat er geen gescheiden bediening meer is, als je geen geld hebt om aan de toog, die er voor iedereen is, een hamburger en een koffie te bestellen?”

Sanders dweepte met de orgasmetheorieën van Wilhelm Reich, zag seksuele onderdrukking als een kankerverwekkende vorm van fascisme, en schreef artikelen tegen preutsheid.

Terwijl hij zijn vele theorieën op ontelbare toehoorders uitprobeerde, leefde hijzelf in de marge, en doorgaans zonder geld.

‘Wij. Zijn. Niet. Gek’

Om toch iets te verdienen richtte hij met vrienden een schrijnwerkerscollectief op. Ze moesten, zeggen zijn toenmalige partners, aan de houtverkoper vragen hoe ze door klanten bestelde herstellingen moesten uitvoeren. Ze waren schabouwelijk en ze verdienden weinig. Sanders probeerde het ook als documentairemaker. Zo maakte hij in 1979 een documentaire over de legendarische socialistische presidentskandidaat Eugene Debs, die vanuit de gevangenis aan verkiezingen deelnam. De documentaire duurde een half uur. Je moest heel wat geduld oefenen alvorens je in de film een bewegend beeld zag. Het is meer dan een half mirakel dat de documentaire, mét de stem van Sanders, ooit op tv is uitgezonden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Sanders was slecht als schrijnwerker, slecht als documentairemaker, een slecht student, hij was jong gescheiden en had een kind ten laste. Hij moest bij gebrek aan geld bij een vriend intrekken, filosofieprofessor Richard Sugarman.

Sanders, gefrustreerd door zijn gebrek aan succes op alle fronten, maar vooral op het politieke front, stak er de deur open en zei: “We are not crazy”. Hij zei het half als zelfbemoediging half als vraag. “Bernard, zeg eens gewoon goeiedag of zo”, repliceerde de vriend. “Maar dat was vergeefs”, zei Sugarman in Mother Jones: hij herhaalde steeds, elke keer als hij het huis binnenkwam: “Wij. Zijn. Niet. Gek”.

Sugarman adviseerde hem, misschien vooral met het oog op een vast inkomen en een mogelijke verhuis, zich als onafhankelijke kandidaat te stellen voor het burgemeesterschap van Burlington, de hoofdstad van Vermont.

Burgemeester van Burlington

Sanders, die zelf naar eigen zeggen nooit een hippie is geweest, die van country muziek houdt, en “maar twee keer in mijn leven” marihuana heeft gerookt, was, zoals tienduizenden hippies, naar de staat van de mispelsiroop verhuisd. Socialisme had er een andere bijklank dan in de rest van het land. Radicaliteit was er een eerder geaccepteerde omgangsvorm. (Hij was geen hippie, beaamt Sugerman, maar “hij leefde wel in de buitenwijken van de samenleving”)

Sanders had op dat moment al 4 verkiezingen voor gouverneur en senator achter de rug en telkens verloren. In zijn beste uitslag had hij 6 procent van de stemmen gehaald.

Maar, tot veler verbazing, wist hij de uittredende Democratische burgemeester van Burlington met nageteld 10 stemmen te verslaan. De verslagen burgemeester was, toegegeven, niet heel populair geweest. En Sanders had een grote coalitie achter zich vergaard, met steun van onder meer de politievakbond.

Bernie Sanders in 1981, enkele maanden nadat hij burgemeester was geworden
Bernie Sanders in 1981, enkele maanden nadat hij burgemeester was geworden© Twitter

Sanders had voor het eerst in zijn leven een vast inkomen. “Het is zo vreemd gewoon geld te hebben”, was een van zijn eerste commentaren als kersvers burgemeester. Als teken van dank voorzag hij een onbezoldigde taak voor vriend Sugarman, die hij ‘schepen van realiteit’ maakte.

De verkiezing viel samen met de nationale ruk naar rechts: in dezelfde verkiezingscyclus 80-81 werd Ronald Reagan voor een eerste ambtstermijn verkozen. Sanders was een van de uitzonderingen op de trend.

De socialist bleek zijn pragmatische kanten te hebben. Zoals het sympathiserende Mother Jones het formuleert: “Hij verkoos relevantie boven zuiverheid”.

Ja, hij zeurde nog altijd iedereen de oren van de kop met zijn theorieën over het grootkapitaal, maar hij had ook oog voor de noden van Burlington, hij wist een heuvel die door kinderen als speelplek werd gebruikt te vrijwaren voor projectontwikkelaars, hij speelde in op de noden van alledag. En dus werd hij meermaals, met groeiende meerderheid, herkozen, en deed het er voor bewoners niet meer zo toe welke theorieën hij aanhing.

Na verloop van jaren werd hij verkozen tot lid van het Huis van Afgevaardigden en uiteindelijk tot senator.

Volgens sommigen werd hij gaandeweg wel iets te “relevant”, en al te weinig “zuiver”.

Sanders was heel gematigd inzake wapenbezit (Vermont heeft van de meest vrije wapenwetten), hij was tegen oorlogen, en tegen de invasie van Irak, maar hij was ervoor dat de wapenindustrie in Vermont zou investeren. Hij steunt het veelgeplaagde en peperdure F-35 gevechtsvliegtuig, omdat Lockheed de luchthaven van Burlington als standplaats wil gebruiken.

Black Lives Matter

Sanders, dat kan hem zuur opbreken, is een eenzijdige kandidaat. Alles draait bij hem om de economie. Af en toe vermeldt hij het milieu. Er was groeiende ergernis over zijn campagne bij Black Lives Matter, de organisatie die ontstond na de schietpartij in Ferguson, waarbij de 18-jarige Michael Brown het leven liet.

Sanders vertegenwoordigt een bijna homogeen witte staat, zijn publiek is wit, en zijn boodschap is er een van een economische kloof die moet gedicht worden. Black Lives Matter vond dat hij explicieter op problemen van zwarten moest ingaan, en dat hij vijftig jaar later niet meer kon teren op zijn contacten met Martin Luther King en de burgerrechtenbeweging. De groep gebruikte een meeting van Sanders in Seattle om dat duidelijk te maken. Sanders liet de vertegenwoordigers van de groep praten, en toen ze het podium niet verlieten, vertrok hij zelf. De tienduizend of zo bijna exclusief witte aanwezigen floten de actiegroep uit.

Vrijwel onmiddellijk na het incident nam Sanders een anti-discriminatiepassage in zijn toespraken op, en stelde hij een zwarte woordvoerder aan. Maar een echte klik met zwarte bevolkingsdelen is er volgens peilingen nog niet geweest. Sanders is nog altijd de kandidaat van progressief wit. Hij hinkt hopeloos achter bij Hillary Clinton als het om minderheden gaat. In South Carolina, de derde staat met voorverkiezingen, en een staat met een groot, zwart kiespubliek, heeft hij volgens recente peilingen nog altijd plusminus 50 procent achterstand op Clinton.

Socialist, zo taai als oud brood en toch de Democratische Donald Trump: Wie is Bernie Sanders?
© EPA

Dat is een levensgroot probleem voor zijn kandidatuur. Het andere probleem is organisatie. Hillary is aanwezig in alle staten, heeft geld en mensen die haar campagne lokaal organiseren. Sanders moet die plaatselijke werking nog grotendeels uitbouwen, en tegelijk de hand reiken aan nieuwe groepen.

“Mensen hebben me vaak ten onrechte onderschat”, zei Sanders bij de lancering van zijn campagne. Dat is zeker niet langer het geval. Maar heeft hij winstkansen?

Veel zal afhangen van de debatten tussen de Democratische presidentskandidaten, waarvan het eerste dinsdag door CNN wordt georganiseerd.

Hillary en Sanders zijn geen van beiden charismatische debaters. Maar ze zijn ervaren. Sanders heeft geleerd niet om de haverklap met de ogen te rollen, af en toe vriendelijk te zijn tegenover een interviewer en in ieder geval niemands neus af te bijten, niet al te veel statistieken op te rakelen, al eens een grap voor te bereiden. De mindere goden, Jim Webb, Lincoln Chafee en Martin O’Malley, die hoogstens enkele percenten halen in de peilingen, zullen hun best doen om op te vallen. Maar hoeveel mensen zullen kijken naar een debat zonder Trump, met vijf al bij al saaie figuren die blijkbaar niet echt zin hebben om mekaar aan te vallen?

Quid Biden?

Er is een kleine kans dat het debat ineens wel kijkvoer voor miljoenen wordt. Vicepresident Joe Biden, die na de dood van zijn zoon tobt over een presidentskandidatuur (op zijn sterfbed heeft zijn zoon hem aangeraden om zijn kans te wagen), heeft van CNN een open uitnodiging gekregen. Als hij tegen dinsdag een beslissing neemt, is hij welgekomen.

De intrede van Biden zou niet alleen het debat maar ook de Democratische race door mekaar schudden. Biden verschilt qua standpunten nauwelijks van Clinton wat maakt dat ze een groot aantal stemmen onder hun tweetjes zullen verdelen. In een race met drie kan Sanders, die zich in ieder geval onderscheidt, misschien een nationale voorsprong verwerven.

Maar ook zonder Biden wordt het debat de moeite van het volgen waard. Al was het maar om te tellen hoeveel keer Sanders (glim)lacht. Zijn record tijdens een langer debat is 0.

Door Rudi Rotthier vanuit Gallup, New Mexico, VS

Partner Content