NarcoFiles: kijk mee achter de schermen van een cocaïnemultinational

Brecht Castel

Een ontploffing van een schuur vlak bij Antwerpen, een inbeslagname van betonblokken in Barcelona en een politie-inval in een villa nabij Mexico City. Drie gebeurtenissen, één cokedeal. De cocaïnesmokkel overspant continenten en kartels, zo blijkt uit de NarcoFiles.

Bij drugshandel denkt u misschien aan strakke hiërarchieën die worden geleid door drugsbaronnen zoals Pablo Escobar of Joaquín ‘El Chapo’ Guzmán. Dat was vroeger. Vandaag is de realiteit veel complexer.

Nu de vraag naar cocaïne wereldwijd toeneemt en de markten in Azië, Afrika en Europa snel groeien, is de tijd dat één enkel kartel de hele aanvoerketen kon domineren voorbij. Het is nu veel waarschijnlijker dat netwerken van bendes zich met elkaar verbinden, vaak op freelancebasis, om de cocaïne over verschillende trajecten te vervoeren.

Om te zien hoe dat in de praktijk werkt, onderzochten Knack en De Tijd in samenwerking met het Organised Crime and Corruption Reporting Project (OCCRP) en zijn partners hoe een groep criminelen samenwerkte om een van ’s werelds drukste drugsroutes, die van Latijns-Amerika naar Europa, te bevoorraden.

Vanaf de cocaplantage in Colombia traceerden journalisten een smokkelroute die werd gebruikt om cocaïne via Mexico en Spanje naar Nederland te brengen, waar de drugs werden verwerkt en verkocht.

Het bedrijfsmodel bestond uit een losse en fluïde samenwerking van Colombiaanse, Mexicaanse, Spaanse, Nederlandse en andere criminelen, die zij aan zij werkten om grote hoeveelheden cocaïne te verbergen, vervoeren, verwerken en verkopen.

Volgens de politie verhandelde de groep al meer dan een half decennium drugs voordat de autoriteiten in 2020 toesloegen om hun operaties op te rollen. Meer dan een dozijn mensen die er naar verluidt aan deelnamen, zijn sindsdien gearresteerd in Latijns-Amerika en Europa.

Veel vragen blijven onbeantwoord. Zelfs na jaren van grensoverschrijdend onderzoek kon de politie niet zeggen wie de belangrijkste drijvende kracht achter de samenwerking was.

Maar dit onderzoek slaagde erin om zeldzame details over de activiteiten bloot te leggen dankzij de NarcoFiles, een lek van e-mails van het Colombiaanse Openbaar Ministerie, bevestigd door gerechtelijke dossiers, politierapporten, bedrijfsgegevens en interviews.

Ons onderzoek toont hoe de drugshandel zich de afgelopen jaren heeft opengesteld voor kleinere groepen en lokale spelers, die vaak zowel met elkaar als met grotere kartels samenwerken en specialismen aanbrengen in verschillende stadia van het smokkelproces.

Die trend – gedreven door nieuwe communicatietechnologie, de globalisering van de drugshandel, groeiende markten en de versplintering van voorheen monolithische groepen –  maakt het moeilijker dan ooit om op te treden tegen deze georganiseerde misdaad. 

De Europese politie vergelijkt hedendaagse georganiseerdemisdaadstructuren met de mythologische negenkoppige Hydra, die twee koppen kon krijgen voor elke kop die werd afgehakt. ‘Eén kop verwijderen doodt het monster niet’, schreef het Europese politieagentschap Europol in 2021 in een rapport.

Stap 1: geteeld in Colombia

De cocaïne die uiteindelijk in Nederland zou belanden, begon haar reis in Colombia, waar volgens de Verenigde Naties meer dan twee derde van alle cocabladeren ter wereld wordt verbouwd. De politie zegt dat de coca afkomstig was uit het zuidwestelijke departement Putumayo, een grensgebied en een hotspot voor rivaliserende smokkelbendes.

De cocaïneteelt is de afgelopen tien jaar toegenomen in Colombia, Peru en Bolivia. Een grote stijging in 2021, in combinatie met vooruitgang in landbouwtechnieken, zorgde ervoor dat de wereldwijde cocaïnevoorraad groter is dan ooit.

De versplintering van groepen die ooit de handel monopoliseerden, heeft ondertussen geleid tot een meer competitieve, ‘vrije markt’ die waarschijnlijk de teelt en verwerking van cocaïne efficiënter heeft gemaakt, zegt het drugs- en misdaadagentschap van de Verenigde Naties.

Die versnippering heeft ook mogelijkheden gecreëerd voor bendes van buiten Colombia, waar de kartels ooit de narcoticahandel van bron tot verkoop domineerden. Volgens de politie werd de samenwerking in de drugshandel die door het OCCRP is opgespoord voor een groot deel gecontroleerd door een Mexicaanse misdaadgroep.

De exacte identiteit van de Mexicaanse bende blijft in nevelen gehuld. Wat wel duidelijk is, zegt de Colombiaanse politie, is dat de groep een Colombiaanse connectie onderhield via een naar verluidt ervaren handelaar genaamd Jean Paul Hoyos Bohorquez, alias ‘Sodapuppy’.

Op basis van informatie van Nederlandse parket beweerde de Colombiaanse politie dat Hoyos Bohorquez een ‘hoofdcoördinator’ was van de cocaïnetransporten overzee en toezicht hield op de laatste fasen van de productie en verkoop in Nederland.

Over het verleden van Hoyos Bohorquez is niet veel bekend. We konden geen eerdere veroordelingen, onderzoeken of andere bewijzen vinden van zijn betrokkenheid bij drugshandel. Gevraagd naar een reactie verklaarde zijn advocaat dat het ‘onvoorzichtig’ zou zijn om commentaar te geven op de beweringen van de politie, omdat ze onderwerp zijn van een lopend onderzoek. Hij verwees naar het recht op privacy van zijn cliënt en benadrukte dat Hoyos Bohorquez onschuldig is tot het tegendeel is bewezen.

Hoyos Bohorquez werd in juli gearresteerd in Colombia. Het proces om hem uit te leveren aan Nederland, waar hij wordt beschuldigd van drugshandel en witwasserij, begon dit jaar.

Onderweg vanuit Colombia reisden de drugs niet noodzakelijkerwijs rechtstreeks naar hun eindbestemming. Smokkelaars volgen vaak de weg van de minste weerstand, in de richting van bondgenoten en weg van strenge politie of douane. In dit geval was de eerste stop het thuisland van de groep die de opdracht gaf voor de zending: Mexico.

Stap 2: verpakt in Mexico

Mexicaanse kartels, die vroeger vooral dienden als cocaïnekoeriers, zijn nu vaak grootleveranciers. Ze leveren meestal aan de Amerikaanse markt, maar uit recente drugsvangsten blijkt dat ze ook Europa zijn binnengedrongen, dankzij samenwerking met in Europa gevestigde criminele netwerken.

Zo ook in deze case. Nadat ze de cocaïne uit Colombia had bemachtigd, zou de Mexicaanse misdaadgroep die – samen met grote hoeveelheden methamfetamine – hebben overgebracht naar partners aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, blijkt uit Spaans politieonderzoek.

Net als de meeste cocaïne die in Europa in beslag word genomen, werden de drugs verzonden in zeecontainers. In de afgelopen jaren hebben smokkelaars geraffineerde methodes bedacht om drugs te verbergen, variërend van het binnensmokkelen van drugs in dozen met legale goederen tot het verstoppen van pakketten in de wanden van de containers.

Als dekmantel werkte de Mexicaanse groep naar verluidt via een lokaal exportbedrijf genaamd Magniexport S.A., dat vaak een zeeroute runde van de Mexicaanse haven Veracruz naar Barcelona.

De Spaanse politie beschreef het bedrijf als ‘ter beschikking’ van de misdaadgroep, maar gaf geen verdere details. Uit Mexicaanse bedrijfsgegevens blijkt dat de firma eigendom is van twee Mexicaanse staatsburgers, maar we konden geen andere relevante details over hen vinden of gegevens waaruit blijkt dat Magniexport in Mexico is onderzocht. Het bedrijf reageerde niet op verzoeken om commentaar.

De drugs waren verstopt in verborgen compartimenten ingebouwd in een soort betonblokken die als bouwmateriaal worden gebruikt. Volgens het Spaanse politierapport was de methode ‘ondetecteerbaar’ voor havencontroles en toonde het de ‘hoge technische capaciteit van het Mexicaanse kartel’ omdat de blokken op maat gemaakt leken om de drugs te verbergen. Het is nog onduidelijk wie uiteindelijk achter die operaties in Mexico zat.

Met ruwweg 150 kartels is de Mexicaanse onderwereld geregeld in beweging. Veel van de huidige bendes zijn volgens het VN-drugsagentschap ‘gefragmenteerde overblijfselen van voormalige grotere organisaties die voortdurend van alliantie wisselen en vechten om territoriale controle.’  

Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan zouden de vermeende spelers duidelijker worden.

Stap 3: pitstop in Spanje

Tussen 2011 en 2020 stuurde Magniexport tientallen zendingen betonblokken naar Barcelona, zo blijkt uit handelsgegevens.

De smokkelgroep probeerde een ‘legitieme’ handel in stand te houden en ‘veilige invoerkanalen’ op te zetten door enkele zendingen met blokken te versturen die aan lokale bedrijven konden worden verkocht, verklaarde de Spaanse politie. Dat bleek moeilijk: het materiaal was duur en werd niet veel gebruikt in de Spaanse bouw.

In april 2020 volgde de Spaanse politie een van de ladingen van Magniexport vanuit de haven van Barcelona naar een industriële opslagplaats. Daar boorde ze gaten in de betonnen blokken – en vond meer dan 830 kilogram cocaïne en 10 kilogram methamfetamine. Later die maand namen ze in een andere zending meer dan 500 kilogram cocaïne in beslag. De autoriteiten schatten dat alleen al de eerste lading meer dan 27 miljoen euro waard was.

De wettelijke vertegenwoordiger van Magniexport in Spanje, die de Spaans-Mexicaanse nationaliteit heeft, werd samen met drie anderen gearresteerd op verdenking van drugshandel. De zaak wacht nog op een proces.

Na zoveel jaren van succesvol smokkelen waren twee vermeende leden van het netwerk verrast door de arrestaties in Barcelona. ‘Twaalf jaar lang zijn we door zo veel controles geraakt en vonden ze niets [en nu dit]’, lezen we in versleutelde berichten die het Nederlandse parket kon ontcijferen.  

Alleen de drugsvrije betonblokken zouden in Spanje blijven, legt een officier van de Spaanse Guardia Civil uit, die deelnam aan het onderzoek. De andere zouden naar die andere belangrijke Europese basis van de groep worden gestuurd: Nederland.

Stap 4: gemaakt in Nederland

Poortvliet is een doodgewoon dorp in de Nederlandse provincie Zeeland, zo’n 50 kilometer ten noorden van Antwerpen. Knack bezocht het plaatsje met minder dan 2000 inwoners, een molen en een kerkje. 

Op een nacht eind maart 2020 werd dit rustige dorp opgeschrikt toen een schuur in vlammen opging. Daarbij stierven tientallen schapen en lammeren en kwam een schadelijke geur vrij, vertelt de Nederlandse politieagent Freek Pecht, die de plek onderzocht, aan Knack.

De intensiteit van de vlammen en de achtergebleven chemische resten maakten al snel duidelijk: ‘Dit is geen normale schuurbrand’, herinnert Pecht, een coördinator drugsbestrijding, zich.

Toen een kraan een grote ketel uit de verkoolde resten van de schuur trok, was het duidelijk dat de plek een ‘cocaïnewasserij’ was geweest. Volgens het Nederlands parket speelde Hoyos Bohorquez er een hoofdrol in.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Cocabladeren moeten een reeks chemische transformaties ondergaan om cocaïnehydrochloride te worden, de poedervorm die aan gebruikers wordt verkocht. Dat proces vindt van oudsher plaats in Zuid-Amerika.

Maar in Europa, met name in Spanje en Nederland (en dit jaar voor het eerst ook in België), duiken steeds meer faciliteiten op om het productieproces uit te voeren.

Een van de redenen daarvoor is de opkomst van chemisch geavanceerde methodes om cocaïne te verbergen in legale goederen. In sommige gevallen hebben smokkelaars producten zoals kleding of houtskool doordrenkt met cocaïnebasis, een rauwere vorm van de drug, die vervolgens na aankomst in Europa moet worden geëxtraheerd en verwerkt. Dat was precies de opzet van het lab in Poortvliet.

Volgens de Nederlandse autoriteiten bleek de locatie gebruikt te zijn voor de verwerking van zowel cocaïne als synthetische drugs.
Naast de laboratoriumapparatuur herbergde de schuur een kudde schapen en lammeren.
In het deel van de loods dat werd gebruikt voor de extractie van cocaïne vond de politie boilers, verwarmingsspiralen, een magnetron, een pers en jerrycans met chemicaliën.
Het is gebruikelijk dat de mensen die op deze locaties werken – en die vaak uit Latijns-Amerika komen – in de laboratoria eten en slapen tot een specifieke opdracht is voltooid.
In 2022 vond de Nederlandse politie 17 van dergelijke laboratoria voor de extractie van cocaïne.

De versleutelde chats die door de Nederlandse politie worden genoemd, laten zien dat Hoyos Bohorquez en een Mexicaanse collega, Alonso Alverdi Benavides, alias ‘Corncrusher’ in Nederland waren om toezicht te houden op de productie van de drug, terwijl ze contact hielden met bazen in Latijns-Amerika.

Volgens Nederlandse aanklagers speelden twee Nederlanders ook een belangrijke rol in het management en zouden ze Hoyos Bohorquez 130.000 euro hebben gegeven om een nieuw lab op te zetten nadat het eerste was afgebrand.

Zodra ze was verwerkt, werd de cocaïne doorgestuurd naar Latijns-Amerikaanse en Nederlandse leden van het netwerk, die het in Nederland distribueerden – altijd, zeiden Nederlandse aanklagers, ‘in grote hoeveelheden’.

Stap 5: winst maken

Met cocaïne die in Nederland meer dan 37.250 euro per kilo opbracht, was de winst groot. Versleutelde berichten die door de politie zijn onderschept, geven een glimp van de inkomsten van de groep.

Toen hij nog in Nederland was, stuurde Alverdi Benavides administratieve lijsten naar een in Mexico gevestigde figuur die de Nederlandse aanklagers niet konden identificeren, behalve zijn gebruikersnaam in EncroChat. Dat is een versleutelde chatapp, die de Nederlandse politie kon kraken.

De lijst bevatte betalingen en drugsverkopen van de afgelopen drie weken en vermeldde dat Hoyos Bohorquez bijna een halve ton cocaïne had ontvangen met een waarde van 24.000 euro per kilogram, en in dezelfde periode ongeveer 8,5 miljoen euro had overgemaakt.

Volgens Nederlandse onderzoekers zou Hoyos Bohorquez het geld rechtstreeks of via derden naar ontvangers in ‘Colombia en/of Mexico’ hebben gestuurd.

In vier maanden tijd in 2020 zou hij zo’n 18 miljoen euro hebben overgemaakt, onder andere via een ’token-systeem’ waarbij de ontvanger het serienummer van een bankbiljet als ‘sleutel’ gebruikt om het geld op te halen.

Leden van het netwerk stuurden naar verluidt meer geld terug naar Mexico via Spanje. Uit een Spaans onderzoek bleek dat er ‘grote sommen’ werden overgemaakt van de Verenigde Arabische Emiraten en Hongkong naar Mexico via de bankrekeningen van Spaanse bedrijven.

Volgens de Spaanse politie hadden lokale zakenlui geholpen om de herkomst van het geld te verdoezelen door bankrekeningen van Spaanse bedrijven te gebruiken voor overschrijvingen ‘die naar alle waarschijnlijkheid het gevolg waren van drugshandel’. Dat onderzoek loopt nog.

Autoriteiten hebben niet bekend gemaakt wie de transfers heeft ontvangen.

Wel werd Alverdi Benavides apart onderzocht vanwege zijn connecties in Mexico. In maart 2022 werd hij gearresteerd tijdens een inval in een luxueuze villa buiten Mexico City, waar de politie op zoek was naar een vermeende Colombiaanse drugsbaron, Eduard Fernando Giraldo Cardoza, bekend onder zijn alias ‘Boliqueso’ (een Cheetos-achtige snack).

Alverdi Benavides werd vrijgelaten wegens mishandeling tijdens de inval. Hij en Boliqueso reageerden niet op verzoeken om commentaar.

Jorge Lara, onderzoeker van het National Institute of Criminal Sciences, zei dat het gebrek aan een goed functionerend meldingssysteem ervoor zorgt dat onderzoeken naar witwaspraktijken vaak op niets uitlopen in Mexico. Tussen 2018 en 2022 werden slechts 7 van de 752 witwaszaken die werden doorverwezen naar het kantoor van de procureur-generaal en andere fiscale autoriteiten daadwerkelijk vervolgd – minder dan één procent. ‘De georganiseerde misdaad viert feest’, aldus Lara. 

Werkten mee aan dit onderzoek: Violeta Santiago (Quinto Elemento Lab), Iván Alamillo (Mexicanos Contra la Corrupción y la Impunidad), Juan Omar Fierro (Aristegui Noticias), David González (OCCRP), Lilia Saúl (OCCRP), Brecht Castel (Knack), Víctor Méndez (Narcodiario), Juanita Vélez, Antonio Baquero (OCCRP), Nathan Jaccard (OCCRP), Sally Mairs (OCCRP), Alexander Dziadosz (OCCRP), Paul Vugts (Het Parool).

Vormgeving: James O’Brien (OCCRP)

3D-animatie: Edin Pašović (OCCRP)

Dit artikel maakt deel uit van Narco Files: The New Criminal Order, een internationaal journalistiek onderzoek naar de wereldwijde georganiseerde misdaad, haar innovaties, haar tentakels en degenen die ze bestrijden. Het project, geleid door het Organised Crime and Corruption Reporting Project (OCCRP) in samenwerking met Centro Latinoamericano de Investigación Periodística (CLIP), begon met een lek van e-mails van het Colombiaanse Openbaar Ministerie die werden gedeeld met De Tijd en meer dan 40 andere media over de hele wereld. Verslaggevers onderzochten en checkten het materiaal, samen met honderden andere documenten, databanken en interviews.

Partner Content