Viktor Orban: Poetins Trojaanse paard in Europa?

Viktor Orban
Kamiel Vermeylen

Door zijn Ruslandpolitiek is Hongaars premier Viktor Orban bijna al zijn Europese bondgenoten kwijt.

Wie tijdens de Sovjetdictatuur in Hongarije het levenslicht zag, werd onvermijdelijk gevormd door de gewelddadige onderdrukking van de Hongaarse opstand in 1956. Voor de Hongaarse premier Viktor Orban (59) was dat niet anders. ‘Als we de ideeën van 1956 niet uit het oog willen verliezen, dan kiezen we een regering die meteen gesprekken start over de aftocht van Russische troepen’, zei hij in 1989 ter nagedachtenis van de overleden demonstranten op het Heldenplein in Boedapest.

De Sovjet-Unie stond op uiteenvallen en Orban greep de ontspanningspolitiek van Sovjetleider Michail Gorbatsjov met beide handen aan. Een jaar eerder had hij ondanks politiewaarschuwingen de stichtingsakte van zijn liberale partij voorgelezen in het Boedapestse café Ma Chérie. Niet veel later viel het IJzeren Gordijn en ging Orban met steun van de Amerikaans-Hongaarse miljardair George Soros in Oxford studeren. Zijn voormalige lidmaatschap van de Hongaarse Socialistische Arbeiderspartij deed Orban af als ‘naïef’.

Na een rist politieke schandalen en met een uitgesproken anticommunistische koers schopte de 35-jarige Orban het in 1998 tot Hongaars regeringsleider. Als een gematigde liberaal-democraat en een overtuigde pro-Europeaan loodste hij zijn land in de Europese Unie en de NAVO. Zo werd hij een uitgesproken bondgenoot van zijn Belgische collega-premier Guy Verhofstadt – de twee ontmoetten elkaar voor het eerst in 1989 in een hotel in Boedapest.

Intussen vindt de langst zittende Europese regeringsleider ook die opvattingen naïef. Vandaag staan Verhofstadt en Soros volgens Orban vooral symbool voor een ‘links-liberale en globalistische woke-agenda’. Ook de Europese Unie past volgens Orban in dat rijtje: tot ontsteltenis van velen vergeleek hij midden mei het Europese integratieproces met Hitlers streven naar Europese eenheid.

Mijlpaal

Orban haalt de mosterd onder meer bij ultraconservatieve en ultranationalistische kringen in Israël en de Verenigde Staten. Zionisten noemen hem de enige verdediger van Israël tegen het moralistische vingertje van de Europese Unie. In navolging van voormalig Amerikaans president Donald Trump, die Orban regelmatig in de Verenigde Staten bezoekt, stelde Orban begin maart voor om de Hongaarse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem te verhuizen.

Het voorstel zorgde voor het zoveelste incident met Brussel. Orbans gesleutel aan de rechtsstaat, misbruik van Europese middelen en pogingen om media, universiteiten en middenveldorganisaties te muilkorven zijn veel EU-lidstaten een doorn in het oog. Daarom besloot de Europese Commissie afgelopen december voor het eerst om Europese middelen voor Hongarije te blokkeren – een mijlpaal.

Dat brengt Orban in de problemen, want de inflatie is torenhoog en als niet-euroland betaalt Hongarije enorme rentes op de schulden die het heeft uitstaan. Niet omdat hij inhoudelijk bijdraait, maar wel omdat hij vreest voor de reactie van de financiële markten en buitenlandse investeerders toont Orban zich sinds kort bereid om de Europese voorwaarden te aanvaarden.

Ook Orbans Oekraïnepolitiek zorgt voor heel wat wrevel. Voor de tweede maal in een half jaar tijd verhindert hij dat Brussel de lidstaten financieel compenseert voor het wapenmaterieel dat ze aan Oekraïne leveren. Bovendien wil Hongarije als enige lidstaat van zowel de Europese Unie als de NAVO geen wapenleveringen voor Oekraïne over zijn grondgebied laten passeren.

Eerder bedong Boedapest uitzonderingen voor de invoer van Russische pijplijnolie en gaf het de opdracht aan een Frans-Russisch concern om twee nieuwe kernreactoren te bouwen. Ook wist het Europese sancties tegen enkele Russen ongedaan te maken en ging de Hongaarse buitenlandminister in Moskou op visite. Tot slot haalde Orban tijdens de verkiezingscampagne van 2022 voortdurend uit naar de Oekraïense president Volodymyr Zelensky, vooral om de Hongaarssprekende gemeenschap in Oost-Oekraïne het hof te maken.

(Lees verder onder de preview)

Het maakt dat Orbans critici hem geregeld wegzetten als een ‘Trojaans paard’ van de Russische president Vladimir Poetin in de Europese constructie. Ook dat is een overdrijving. Zo steunt hij het gros van de strafpakketten tegen Rusland en gaat hij akkoord met de Europese miljardenhulp om Oekraïne draaiende te houden. ‘Wat we doen is belangrijker dan wat we zeggen’, zei Orban al in 2006. Té ver gaat de uitgekookte premier zelden of nooit.

Eigen boeren

Tot voor kort had Hongarije met Polen, Tsjechië en Slowakije nog enkele solide Centraal-Europese bondgenoten. Met reden: allen werden ze in de loop van de geschiedenis door achtereenvolgens de nakomelingen van het Heilige Roomse Rijk – Oostenrijk-Hongarije en het Koninkrijk Pruisen – en de Sovjet-Unie bezet. Tegen die achtergrond richtten ze in 1990 de zogenaamde Visegradgroep op, die niet al te veel wil weten van Europese waarden, Brusselse bemoeienissen en niet-christelijke migranten.

Maar Orbans Oekraïnepolitiek heeft de vierkoppige club grotendeels uit elkaar geslagen. Polen, Tsjechië en Slowakije pleiten wél voor een strenge Ruslandpolitiek. Hoewel Polen en Hongarije in de Europese ambassadeursvergaderingen naast elkaar zitten, hebben beide landen nauwelijks nog contact. Orbangezinde media weigerden vorig jaar een Ruslandkritisch opiniestuk van de Poolse premier Matteusz Morawiecki. De Tsjechische president Peter Pavel wil de Visegradsamenwerking stopzetten.

Helemaal geïsoleerd staat Orban evenwel niet als het op Oekraïne en de nationale belangen aankomt. Net zoals Hongarije hielden ook Polen en Slowakije de invoer van spotgoedkoop Oekraïens graan tegen om de eigen boeren te beschermen. Bovendien vinden er eind september in Slowakije nieuwe verkiezingen plaats, met de Ruslandgezinde Robert Fico op kop in de peilingen. Orban, en misschien ook Poetin, hoopt alvast op een nieuwe bondgenoot.

Partner Content