Lieven Buysse

‘Comeback van Boris Johnson was gedoemd om te mislukken’

Lieven Buysse Lieven Buysse is professor Engelse taalkunde en Britse cultuur aan de KU Leuven Campus Brussel.

Lieven Buysse staat stil bij de vergeefse comeback van Boris Johnson. ‘Een keuze voor Johnson zou chaos en onzekerheid opgeleverd hebben.’

Boris Johnson maakt niet de snelste comeback uit de Britse politieke geschiedenis. Een felle campagne van zijn grootste fans en een vervroegde terugkeer uit vakantie volstonden niet om hem terug in Downing Street te krijgen. Het was een poging die hoe dan ook gedoemd was om te mislukken.

Zijn populariteit bij de partijbasis is nog altijd groot. Die heeft hij vooral te danken aan een selectieve lezing van Johnsons premierschap, waarbij telkens opnieuw (amper) drie verwezenlijkingen geciteerd worden. Is hij niet de man die de brexit eindelijk voor mekaar kreeg? Ja, maar enkele maanden later wou hij diezelfde brexit al heronderhandelen en daarmee het handelsakkoord met de EU op de helling zetten. In de coronacrisis bestelde hij in een vroeg stadium vaccins, maar verder voerde hij vooral een weifelend crisisbeleid. In de Oekraïne-oorlog was het VK er ook vroeg bij om wapens te leveren aan Oekraïne. En daar houdt het dan zowat op. Al met al een magere balans voor een leider die een daadkrachtig imago nastreefde, maar vooral bleef steken in ronkende beloftes.

Wellicht de belangrijkste motivatie om Johnsons kandidatuur te steunen, was het geloof in zijn winnaarskwaliteiten. Tenslotte had hij de Conservatieven de grootste parlementaire meerderheid in jaren opgeleverd. Dat gaf hem zowel de legitimiteit om die meerderheid verder te leiden als het krediet om de barslechte peilingen van de laatste weken om te buigen. Maar de situatie was danig veranderd sinds 2019. Aan zijn korte regeerperiode houdt Johnson zeker nog veel fans over, maar vooral de zwevende kiezer zal twee keer nadenken bij een volgende stembusslag. De economische situatie is bovendien een stuk minder gunstig, wat andere recepten vereist, en Labour kreeg een nieuw elan.

Een keuze voor Johnson zou chaos en onzekerheid opgeleverd hebben. Zijn bestuursstijl was al niet de meest standvastige, en in Johnson II zou zijn relatie met zijn parlementsfractie problematisch gebleken zijn. Een verkiezing zou hij te danken gehad hebben aan de partijbasis, tegen de wil van zijn fractie in, die amper enkele maanden geleden nog maar het vertrouwen in hem had opgezegd. Om de vele tientallen regeringsposten te vullen, zou hij enkel kunnen rekenen op parlementariërs van tweede of derde garnituur, en het scepticisme in zijn fractie zou garant gestaan hebben voor constante conflicten tussen Downing Street en het parlement.

Geloofwaardigheid blijft de achilleshiel van Johnson. Zich bewust van de reserves van veel collega-parlementariërs gaf hij aan fundamenteel veranderd te zijn. Zou een bezinningsperiode van amper enkele weken volstaan om die omslag te maken? Johnson heeft van zijn unieke, ogenschijnlijk non-conformistische stijl zijn handelsmerk gemaakt. Als premier gedroeg hij zich niet wezenlijk anders dan als burgemeester van Londen of als buitenlandminister. Als dat de aard van het beestje is, zou het vroeg of laat weer de kop op gestoken hebben.

Ook in de campagne Bring Back Boris van de voorbije dagen doemden de nachtmerries van de regering-Johnson weer op. Voortdurend werden berichten de wereld ingestuurd over het hoge aantal parlementsleden dat Johnson zou steunen, terwijl het hoogst twijfelachtig is of hij überhaupt de drempel gehaald heeft om een kandidatuur in te dienen. Dat doet sterk denken aan de opgeblazen verklaringen waar Johnson en zijn medestanders een abonnement op hadden in zijn kabinet en die zelden overeenstemden met de realiteit. Bubbels zijn mooi tot ze barsten.

Voor Johnson en de zijnen is het alvast een ontnuchterende vaststelling dat de luidruchtige groep achter hem en Truss in werkelijkheid nog altijd maar een marginaal aandeel inneemt in de Lagerhuisfractie. Daar kan een nieuwe premier moed uit putten. Johnsons terugtrekking uit de race maakt de weg vrij voor Rishi Sunak. Penny Mordaunt rekende er ongetwijfeld op dat de steun voor haar campagne zou aanzwellen, maar weinig aanhangers van Johnson willen zich achter een andere kandidaat scharen.

Hoe moet het nu verder met Johnson? Sunak zou hem in zijn kabinet kunnen opnemen om Johnsons achterban koest te houden, maar dat roept een slecht déjà-vugevoel op. Toen Theresa May hem buitenlandminister maakte – een prominente rol maar tegelijk ver weg van de binnenlandse politiek – sloeg Johnson een mal figuur door zijn schrijnend gebrek aan dossierkennis maar het hield hem wel constant in de aandacht en bood hem een springplank naar het premierschap. Een nieuwe premier, zijn partij en hijzelf zijn wellicht meer gebaat bij een langere tocht door de woestijn als gewoon parlementslid.

Als Sunaks regering het er goed afbrengt, zal zijn illustere voorganger vroeg of laat andere oorden opzoeken waar hij wel weer een prominente rol kan spelen en hopelijk minder schade kan berokkenen.

Lieven Buysse is hoogleraar Engelse taalkunde en Britse cultuur aan de KU Leuven Campus Brussel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content