In het huldeboek dat de VRT naar aanleiding van vijftig jaar televisie liet samenstellen, ontbreken een paar markante figuren uit de geschiedenis van de openbare omroep. Knack vult alvast één leemte op.

Mijn goede vriend Jef Jurion stelde me onlangs voor aan een van zijn biljartmakkers, een prille veertiger.

– ‘Ken jij Herman Jacquemijns?’

– ‘Herman wie?’

– ‘Wel, de zoon van Polleke, van Pol Jacquemijns.’

Er ging iets dagen bij de man. ‘Ha, de Pol van de duiven en het voetbal.’

Een vlug rekensommetje leerde mij dat de man hooguit zeven of acht jaar kon zijn geweest toen mijn vader in zijn laatste jaar op tv zijn wekelijkse voetbalpraatje hield. Een moment waarop het plots stil werd in de huiskamers in Vlaanderen. Van de heer, maar vooral van de vrouw des huizes moest iedereen zwijgen en luisteren. Voetbalminded of niet, het speelde geen rol.

Pol hield zijn babbel. Hij gesticuleerde, gedreven als de beste acteur, keek altijd recht in de lens van de camera, en zo recht in de ogen van de kijkers. Zijn gebarentaal en vertelkunst waren indrukwekkend. Hij hield zijn kijkers in de ban en men zag als het ware voor de ogen wat zich op het voetbalveld afspeelde, hoe de voorzet en het doelpunt tot stand kwamen. Hij vertelde het in verstaanbaar, eenvoudig en correct Nederlands. Qua populariteit stak hij in de jaren vijftig en zestig Armand Pien en Tony Corsari naar de kroon. En dat kon tellen.

Als nieuwslezer in die tijd defileerden zowat alle tv-journalisten. Om de andere dag, naargelang van de dienstregeling, zat een andere journalist als presentator voor de camera. Een nieuwsrol naast of in de camera bestond niet, en de man diende zich aan de teksten van zijn collega’s te houden. Dus kon hij slechts op het einde van iedere zin een paar seconden opkijken in de lens van de camera. Dat volstond niet om het contact met de kijker vast te houden. Mijn vader daarentegen kende zijn voetbalpraatje van buiten.

MET DE TRAM NAAR FLAGEY

Mijn vader was eigenlijk beroepsjournalist bij De StandaardHet Nieuwsblad. Hij reed niet met de auto en had er ook geen. Iedere zondag werd hij door een chauffeur van de krant, vergezeld van een fotograaf, thuis afgehaald voor een voetbalwedstrijd die hij zelf koos, meestal in de regio Antwerpen. Zijn verslag schreef hij in de auto tijdens de terugkeer naar de redactie. De letterzetters in die tijd waren meesters in het ontrafelen van met de hand gekrabbelde velletjes. Alle matchen werden toen nog op zondagnamiddag gespeeld. Van de acht uit de eerste klasse werden er voor tv-fragmenten van de belangrijkste twee gefilmd. Van de overige zes bracht mijn vader verslag uit in zijn voetbalpraatje. Om de krant tijdig klaar te stomen, was iedere sportjournalist zondagavond op post, samen met tal van tijdelijke medewerkers en soiristen.

Mijn vader deed rustig zijn ronde door de redactie, en verzamelde bij zijn collega’s de interessantste gegevens van de overige eersteklassewedstrijden. Dan spoorde hij met de tram van het Rogier- naar het Flageyplein. Tijdens de rit leerde hij zijn voetbalpraatje van buiten. Omdat hij een leesbril nodig had, waren zijn notities tijdens zijn babbel toch van geen nut. Om geen wedstrijd over te slaan of te vergeten had hij een slimmigheid ingebouwd: hij overliep systematisch provincie per provincie.

Nu ik zelf bijna 70 ben, 26 jaar na de dood van mijn vader en 33 jaar nadat hij op zijn 75e de laatste keer op het scherm verscheen, word ik nog altijd voorgesteld als ‘de zoon van Pol Jacquemijns’. Het was vroeger niet anders. Ik werd er soms hoorndol van. Tijdens mijn studentenjaren en tijdens mijn legerdienst was ik zelf losse medewerker bij Het Nieuwsblad. Toen ik werd aangezocht als beroepsjournalist was dat tegen de zin van mijn vader: ‘Waarom een goede baan en een goede bijverdienste, voor minder geld dan nog, ruilen voor een werk waar je een zondagsslaaf wordt?’

DE CHEF VAN MIJN VADER

Eigenlijk had hij gelijk. Na negen jaar krant stapte ik als programmator over naar de Vlaamse televisie. Iedere zondag was ik als producer verantwoordelijk voor twee programma’s die rechtstreeks vanuit studio zes werden uitgezonden. Om 15 uur Binnen en Buiten. Om 20.30 uur Sportweekend. Het was geen sinecure, de voorbereiding en het werk achter de schermen. Maar je mocht je uit de naad zwoegen, alle mogelijke lof en prijzen behalen, alleen insiders wisten wat je deed. Voor de massa bleef ik ‘de zoon van’ en dankzij dat grote geluk was ik bij de tv terechtgekomen.

Toen iemand mij dat eens zonder argwaan in mijn gezicht slingerde, werd het me toch wat te veel en antwoordde ik: ‘Ja maar, op tv ben ik de chef van mijn vader.’ Ik heb dat nooit meer herhaald. De meewarige blik van mijn gesprekspartner leerde mij te berusten in het lot. Nochtans was het waar: ik bepaalde de duur van zijn voetbalpraatje. Dat varieerde naargelang van het andere nieuws en het aantal ‘items’. Maar mijn vader hield zich nooit aan de duur die ik had opgelegd. Al stond ik als gek achter de camera te zwaaien dat hij ermee moest ophouden, hij maakte zijn praatje af zoals hij dat had voorbereid. Met als gevolg dat Sportweekend iedere week over zijn tijd ging, waardoor het prime-timeprogramma pas rond 21.15 uur kon starten. Iedere maandag mocht ik het ‘boven’ gaan uitleggen. Want: ‘De Vlamingen die ’s anderendaags werken, gaan tussen tien en elf uur naar bed.’

Dat deden wij op zondagavond niet. Na Sportweekend ging ik met mijn vader en de andere medewerkers gezellig keuvelen in de ‘club’. Ik woonde in Brussel, maar hij moest naar Hove. Onveranderlijk bracht ik hem tegen middernacht naar de laatste boemeltrein voor Antwerpen. Op zijn 74e stapte hij nog om 1 uur ’s nachts van het station van Hove anderhalve kilometer eenzaam de nacht in.

Toen ik de tv geruild had voor een lucratievere bezigheid en ’s zondags eens rustig naar Anderlecht of RWDM kon gaan kijken, miste ik de stress van de zondagse programma’s niet. Ik miste mijn vader.

Herman Jacquemijns

‘Hij gesticuleerde, gedreven als de beste acteur, en keek altijd recht in de ogen van de kijkers.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content