Na discussie over leeflonen: ‘Je mag een leefloon niet als een hangmat zien’

© DIETER TELEMANS
Karin Eeckhout

Een op sociale media gelekt inkomensattest gericht aan een allochtone OCMW-cliënte doet de emoties hoog oplaaien. Onze overheid zou te gul zijn voor de (allochtone) niet-werkende medemens, terwijl de hardwerkende of gepensioneerde Vlaming in de kou zou blijven staan – althans volgens sommige socialemediagebruikers. ‘Onze uitkeringen zijn helemaal niet zo royaal, en een leefloon mag je ook niet als een hangmat zien’, reageert professor sociaal beleid Wim Van Lancker (KULeuven).

Nadat op sociale media een brief viraal ging van een OCMW aan een cliënte, met daarin de bedragen waarop ze volgens de wet recht zou hebben, werd de rekening van de vrouw snel gemaakt. Leefloon, Groeipakket en huursubsidie zouden samen goed zijn voor een netto maandinkomen van 2649,56 euro. “’t Zijn zotten die werken”, was de teneur van heel wat Facebook- en Twitterreacties. Ook professor sociaal beleid Wim Van Lancker (KULeuven) zag de gelekte brief en de reacties erop voorbij komen. ‘Het gaat hier niet om fraude of om een aberratie van het systeem, dit is de normale toepassing van de wetgeving’, benadrukt hij in een gesprek met Knack. De bewuste bedragen zijn trouwens helemaal niet zo genereus.’ 

Volgens sommigen zou de vrouw meer leefloon krijgen dan sommige werkenden verdienen. Klopt dat? 

Van Lancker: ‘ Er bestaan drie categorieën leefloners: een samenwonende, die de kosten voor het huishouden deelt met iemand anders, krijgt 758,64 euro per maand, een alleenstaande 1137,97 euro per maand, een samenwonende met gezinslast heeft recht op 1537,90 euro per maand. De vrouw behoort tot die laatste categorie. Ze heeft kinderen ten laste en woont ofwel alleen met haar kinderen, ofwel woont ze samen met iemand die geen inkomen heeft. Het aantal kinderen heeft geen invloed op de hoogte van het leefloon. Die bedragen zijn dus dezelfde voor iedereen die recht heeft op een leefloon en hangen enkel en alleen af van de gezinssamenstelling. Zo genereus is ons leefloon trouwens niet. In vergelijking met Nederland, bijvoorbeeld, is het zelfs eerder aan de gierige kant.’

Is het geen hoog bedrag in vergelijking met iemand die een bescheiden inkomen heeft uit arbeid?

Van Lancker: ‘Ik vind van niet. Wie voltijds werkt aan het gewaarborgd minimumloon van 1879 euro per maand, houdt een stuk meer over. Wie onvrijwillig deeltijds werkt aan een laag loon en daarmee het bedrag van het leefloon niet haalt, kan van het OCMW een stuk leefloon ter aanvulling krijgen. Maar het is vooral een misvatting om het leefloon te zien als een soort hangmat. Het is het laatste vangnet voor wie niet over een ander inkomen beschikt, en je moet aan nogal wat voorwaarden voldoen om het te krijgen: je moet bewijzen dat je geen bestaansmiddelen hebt, dat je bereid bent te werken of werk te zoeken, een taal- of andere opleiding te volgen, enzovoort. Belangrijk om weten is dat het een maatregel is  die je kansen om werk te vinden moet vergroten. Wie iedere dag een overlevingsstrijd moet voeren, heeft gewoon niet de tijd of de energie om zijn maatschappelijke situatie te verbeteren, zo simpel is dat. Het is een systeem dat kwetsbare mensen het noodzakelijke duwtje in de rug geeft om vooruit te komen in het leven.’

Wie werkt heeft ook extra kosten, werpen sommigen tegen. Denk maar aan woon-werkverkeer en kinderopvang.

Van Lancker: ‘Klopt, maar ook op dat vlak leven misvattingen: wie een leefloon geniet, heeft ook deftige kleren nodig om te gaan solliciteren en moet ook kinderopvang vinden om een cursus te kunnen volgen.’

Heel wat gepensioneerden moeten het met minder stellen dan 1537,90 euro per maand. Begrijpt u de onvrede daarover? 

Van Lancker: Zeker wel. Maar het is niet het leefloon dat te genereus is, het zijn de pensioenen die te mager uitvallen. Waar wachten onze politici op om werk te maken van de beloofde pensioenhervorming? Je lost het probleem van de lage pensioenen niet op door te snoeien in andere uitkeringen en daarmee nog meer mensen in de armoede te storten.’

De vrouw uit de brief krijgt volgens sommigen ook wel ‘heel veel kindergeld’.

Van Lancker: ‘We lezen dat het Groeipakket (de vroegere kinderbijslag) waarop ze recht heeft 848,55 euro per maand bedraagt. Ik vermoed dat ze vijf kinderen heeft, en voor elk van die kinderen het basisbedrag krijgt – zoals iedereen. Volgens de huidige regeling bedraagt het basisbedrag 171,49 euro per kind per maand, een bedrag dat slechts een fractie van de opvoedingskosten dekt. Vlaanderen is ook daarmee niet genereus in vergelijking met andere landen, behalve dan voor goedverdienende ouders die het wellicht niet nodig hebben.’

Wat met de huursubsidie waarvan sprake in de brief?

Van Lancker: ‘Het gaat om een bedrag van 263,11 euro per maand dat ze, voor alle duidelijkheid, enkel kan krijgen als ze aan de voorwaarden voldoet, zoals de brief ook duidelijk stelt. Een huursubsidie kan worden toegekend als je verhuist van een onaangepaste naar een meer geschikte woning. Een laag inkomen volstaat niet om de subsidie te krijgen, het gaat over heel specifieke situaties: je bent dakloos en je vindt een huis, je huurt een krot van een huisjesmelker en je slaagt erin een meer kwalitatieve of meer energiezuinige woonst te vinden voor je gezin. In 2021 zijn er 4421 aanvragen voor een huursubsidie  goedgekeurd. Al bij al een marginaal fenomeen, als je weet dat er 180.000 gezinnen op de wachtlijst staan voor een sociale woning. ’

De idee leeft ook sterk dat mensen met een leefloon daar nog andere voordelen bovenop krijgen, zoals het sociaal energietarief.

Van Lancker: ‘Dat kan, maar ook daar gelden dezelfde regels  als voor iedereen. Ook werkenden of gepensioneerden met een laag inkomen kunnen aanspraak maken op het sociaal tarief.’

Kunnen we alle mensen die kwaad reageerden op deze brief zomaar wegzetten als ontevredenen of racisten? 

Van Lancker: ‘Wanneer mensen het moeilijk hebben, zoals nu met de hoge energieprijzen voor heel wat mensen het geval is, dan zijn ze sneller geneigd om te vergelijken met anderen waarvan ze vermoeden dat die net iets meer hebben gekregen dan zijzelf. Dat is een menselijke reactie, alleen is de kans groot dat ze vergelijken met een situatie die ze niet helemaal kennen. Of het om autochtone of allochtone mensen gaat, bijvoorbeeld, speelt zoals eerder uitgelegd geen rol bij de toekenning van een leefloon of andere uitkeringen, maar een partij als Vlaams Belang stuurt die boodschap helaas graag de wereld in, vanuit een andere agenda.’ 

Heeft de politiek een rol te spelen in dit soort polemiek?

Van Lancker: ‘Ik betreur het dat we politici van andere partijen nu niet horen. Tijdens de coronacrisis hebben we royaal hulp geboden aan de hardwerkende Vlaming die inkomensverlies leed. Over die steun klopten politici van allerlei strekkingen zich op de borst. Waarom neemt niemand de verdediging van ons sociaal systeem op als het gaat over hulp aan mensen in de marge? Eigenlijk is het niet aan academici maar aan politici om uit te leggen hoe ons systeem van sociale zekerheid werkt. Dat we mensen die niets hebben iets geven, zodat ze hun leven op orde kunnen krijgen en kunnen integreren in de samenleving, dat is toch perfect verdedigbaar? Waarom horen we die argumenten dan niet?’ 

Ja, waarom niet?

Van Lancker: ‘Ik vermoed dat heel wat politici zelf niet goed genoeg weten hoe die systemen werken en dat ze zich ook niet voldoende bewust zijn van de miserie die bij de OCMW’s terechtkomt. De problematiek staat gewoon te ver van hun leefwereld af, vrees ik.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content