Vorige week maakte Romano Prodi zijn nieuwe commissie bekend. Om de vuurproef van het parlement te doorstaan, kregen de grote landen de zwaarste portefeuilles.

“Wat heeft Emma Bonino misdaan?” Zo luidde de kop van een paginagrote advertentie in de Franse krant Le Monde, waarmee de Partito Radicale tien dagen geleden de mediagenieke Italiaanse politica in de nieuwe Europese commissie probeerde te hijsen. De poging mislukte en op voorstel van de Italiaanse regering behield Mario Monti zijn zetel. Bonino moet genoegen nemen met een plaats in het Europees parlement. De lijst-Bonino deed het bij de verkiezingen uitzonderlijk goed en behaalde 8,5 procent van de stemmen of een winst van 6,4 procentpunt in vergelijking met 1994.

Volgens de advertentietekst werd er zware druk op premier Massimo D’Alema uitgeoefend om Bonino aan de kant te zetten. Vooral de familie Agnelli en de drie officiële vakbonden zouden zich hebben ingespannen om Bonino te liquideren. Dat zegt veel over de Italiaanse politieke zeden en over de felle strijd die in vele lidstaten rond de commissieposten werd gevoerd. Romano Prodi, die in tegenstelling tot zijn voorgangers wel het recht had om de kandidaten te weigeren, kwam herhaaldelijk in aanvaring met de regeringsleiders. De grote landen gaven Prodi weinig inspraak en zelfs in de kleine lidstaten kreeg de toekomstige commissievoorzitter zelden een voet tussen de deur. In België werden de twee kandidaten die veruit zijn voorkeur genoten – Jean-Luc Dehaene (CVP) en Philippe Maystadt (PSC) – door de nieuwe coalitie niet geselecteerd.

Het dreamteam waar Prodi op had gehoopt, kwam er niet en nogal wat figuren missen allure. Ondanks de nieuwe bevoegdheden die het verdrag van Maastricht hem verleent, kon de commissievoorzitter niet op tegen de nationale regeringen. Zij domineerden deze eerste krachtproef en dat is weinig hoopgevend. Nu al rijzen er twijfels of de commissie-Prodi genoeg weerwerk zal kunnen leveren in de machtsstrijd met de regeringsleiders. Jacques Santer kon dat niet en werd in vele dossiers door de raad overvleugeld. Een situatie die grondig verschilde met het tijdperk van Jacques Delors die op de beslissende momenten de lijnen uitzette en de hoofdsteden de agenda van de Unie oplegde. Ondanks de groeiende irritatie kon Delors aanblijven omdat hij het vertrouwen had van Helmut Kohl en François Mitterrand, die met hun tweeën de Europese raad domineerden. Santer kon de lijn-Delors niet doortrekken. Het ontbrak hem aan veel, onder meer aan visie, uitstraling en slagkracht.

CDU OP OORLOGSPAD

Prodi moest water en vuur verzoenen. Hij moest de sociaal-democraten die het in de meeste regeringen voor het zeggen hebben, plezieren, maar ook de oppositie van christen-democraten en conservatieven. Die laatsten deden het op 13 juni heel goed en vormen nu veruit de grootste fractie in het Europees parlement. Terwijl ze in de vorige zittingsperiode zowat twintig zetels minder hadden dan de socialisten, hebben ze er nu vijftig meer, 232 tegen 180. Die score bemoeilijkte het formatiewerk van Prodi. De EVP stond erop dat de nieuwe commissie een afspiegeling van de nieuwe politieke machtsverhouding werd. Opdat er geen misverstand zou bestaan, liet EVP-voorzitter Wilfried Martens op 23 juni een brief met veel dreigementen uitlekken. “Bij de samenstelling van de commissie wordt onvoldoende rekening gehouden met de nieuwe meerderheid in het Europees parlement.”

Prodi werd verplicht om bij te sturen en bewerkte vooral kanselier Gerhard Schröder. Tevergeefs. De Duitse regeringsleider wou of kon niet afwijken van het regeerakkoord waarin de twee Duitse commissiezetels aan de rood-groene coalitie worden beloofd. Prodi bleef aandringen en dat werkte Schröder zodanig op de zenuwen dat hij een laatste afspraak met Prodi annuleerde. Alles was al gezegd, zo vond hij.

In de nieuwe commissie zit dus geen Duitse christen-democraat en dat zal in september, wanneer het Europees parlement over de investituur stemt, voor problemen zorgen. Maanden geleden al kondigde de nieuwe fractieleider van de EVP, de CDU’er Hans-Gert Poettering aan dat de Duitse christen-democraten de nieuwe commissie het vertrouwen zullen weigeren, indien zij er zelf niet in zijn vertegenwoordigd. Of Poettering de hele EVP-fractie tot een nee wil bewegen, is vooralsnog onduidelijk. De nieuwe commissie telt “slechts” tien sociaal-democraten en dat zijn er enkele minder dan in de vorige. De EVP kan zeggen dat ze vijf posten kreeg – Prodi niet meegerekend – en sommige zijn erg belangrijk.

De Spaanse Loyola De Palacio, een vertrouwelinge van premier José Maria Aznar en minister van Landbouw in zijn regering, krijgt het vice-voorzitterschap en wordt verantwoordelijk voor de relaties met het parlement. Dat is een Florentijnse zet van Prodi. Op deze manier is hij er bijna zeker van dat de Partido Popular de commissie zal steunen. Ook de conservatieve en devote rooms-katholiek Chris Patten, de voormalige gouverneur van Hongkong, kreeg met buitenlandse betrekkingen een zware portefeuille. De kans is dus groot dat een deel van de Tories voor Prodi stemt. Ook de liberale fractie zal niet moeilijk doen. Frits Bolkestein kreeg met het intern marktbeleid, inclusief de belastingharmonisatie, een strategisch belangrijke portefeuille. Bovendien trad de pas opgerichte partij van Prodi toe tot de liberale fractie, zodat ze de voorzitter van de commissie als een van de hunnen kan beschouwen.

Kortom, Prodi moest een beroep doen op al zijn Italiaanse, politieke knowhow om een squadra samen te stellen, die zowel voor de regeringen als voor het Europees parlement aanvaardbaar is. Desondanks schuwde hij op de persconferentie waarop hij zijn team voorstelde de pathos niet en kondigde hij niets minder dan een revolutie aan. “Dit is een nieuw begin. Ik heb beloofd om met de nieuwe Europese Commissie een periode van verandering te beginnen. Vanaf vandaag is het zover.”

PRODI LONKT NAAR DE GROTEN

Als boegbeeld van de Olijfboomcoalitie leerde Il Professore dat rechtlijnigheid en politieke doeltreffendheid niet altijd verzoenbaar zijn. Op dat punt verschilt de Europese Unie niet grondig van Italië en Prodi moest voortdurend schipperen en slalommen. Toch zit er een lijn in het knutselwerk. De grote landen werden erg goed bediend en hebben weinig reden om de commissie in september te laten struikelen. Londen, Berlijn, Parijs, Madrid en Rome zullen hun Europese parlementsleden de volgende weken inpeperen dat ze Prodi en zijn team moeten ontzien. Tony Blair stelde tevreden vast dat zowel Patten als Neil Kinnock, een van de vier commissarissen uit de ploeg-Santer die zijn behouden, een vol bord kregen. Samen met Javier Solana, die het internationaal gezicht van de Unie wordt, moet Patten het buitenlands beleid van Europa uittekenen.

Kinnock schopte het dan weer tot vice-voorzitter en wordt na Prodi de tweede in bevel. Hij zal de interne hervormingen tot een goed einde moeten brengen. Hoe noodzakelijk die wel zijn, bleek uit het rapport van de wijzen dat tot het collectief ontslag van de commissie-Santer heeft geleid. Ook de Fransen kregen meer dan ze hadden gehoopt. De socialistische bankier Pascal Lamy, de voormalige kabinetschef van Delors en momenteel nummer twee van Crédit Lyonnais, wordt tot grote verbazing van de euro-watchers de Europese vertegenwoordiger op de wereldhandelsbesprekingen. Hij volgt Sir Leon Brittan op. De tweede Franse commissaris, de gaullist en vroegere minister van Europese Zaken Michel Barnier, wordt verantwoordelijk voor het regionaal beleid, een miljardenportefeuille.

Spanje werd in de watten gelegd met het vice-voorzitterschap van de Palacio en het economisch en monetair departement van Pedro Solbes. Hij wordt de “voogdijoverheid” van de Europese centrale bank. Ondanks de botsing met Schröder gaf Prodi de Duitse commissarissen enkele lekkere brokken. De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Günter Verheugen, tot 1982 liberaal en directe medewerker van Hans-Dietrich Genscher, wordt verantwoordelijk voor de uitbreiding van de Unie. De volgende jaren zou dat wel eens de belangrijkste portefeuille van de Unie kunnen worden. De eerste groene Europese commissaris, de onbekende Michaele Schreyer, zal op de centen van de Unie moeten letten, begroting dus. Als ze de hoorzittingen overleeft, krijgt ze in het parlement een Duitse tegenspeelster. De onverbiddelijke Diemut Theato (CDU) leidt de begrotingscommissie en zal de groene commissaris met plezier alle hoeken van het Europees parlement laten zien.

Ook het eigen Italië werd door Prodi niet vergeten. Terwijl de flamboyante Bonino, een politieke concurrent van Prodi, zonder pardon aan de kant werd gezet, kreeg de bedaarde technocraat Mario Monti – op zijn 26 was hij al hoogleraar – de meest begeerde portefeuille van allemaal, concurrentiebeleid. Hij moet Karel Van Miert doen vergeten. Met de “voorkeursbehandeling” van de grote landen trekt Prodi een lijn door die zich de laatste tijd steeds duidelijker in de Unie aftekent. De kleine landen krijgen het bijzonder moeilijk als het om Europese topbenoemingen gaat. Niet voor niets waarschuwde de nieuwe voorzitter van de Unie, de Finse premier Paavo Lipponen, voor een “directorium” van de grote landen. “Sommige lidstaten denken dat we nog altijd in de negentiende eeuw leven en dat ze hun wil aan Europa kunnen opleggen.”

Omdat Prodi de confrontatie met het Europees parlement vreest, zocht hij bescherming bij de grote lidstaten en kregen ze de beste portefeuilles. Het zal Prodi ongetwijfeld helpen om het vertrouwen van het parlement te krijgen. Toch riskeert hij averij. Tijdens de hoorzittingen zullen enkele commissarissen het hard te verduren krijgen. Bolkestein zal zich moeten verantwoorden voor de vele euro-sceptische verklaringen die hij ooit aflegde, terwijl De Palacio in eigen land nog voor een parlementaire onderzoekscommissie moet verschijnen. Toen ze minister van Landbouw was, verdwenen miljoenen aan EU-geld bij een gigantische zwendel in de Spaanse vlasindustrie.

De leider van de Spaanse socialisten Joaquin Almunia kondigde al aan dat De Palacio, een prominent lid van Opus Dei, niet in de commissie thuishoort. “Ze hield de fraudeurs de hand boven het hoofd.” Na Edith Cresson dreigt De Palacio de nieuwe kop van Jut van de commissie te worden. Maar Prodi heeft geleerd van de affaire-Cresson. Op de top van Keulen liet hij de regeringsleiders weten dat een commissaris moet opstappen als hij, Prodi, dat noodzakelijk acht.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content