JA

Twee Albanese wapenhandelaars zijn vrijgelaten omdat hun dossier twee keer niet tijdig ter inzage lag. Hoe vaak komen verdachten op grond van procedurefouten vrij terwijl hun schuld bewezen is?

Ik heb geen studie om dat te staven, maar op grond van 35 jaar ervaring zou ik zeggen: zeker minder dan 2 procent. Heel weinig dus. Maar elke keer is er een te veel.

Een van de oorzaken is dat er geen duidelijke regeling bestaat over de nietigheid in strafzaken, zegt u. Hoezo?

In het burgerlijk procesrecht wordt de nietigheid geregeld door de artikelen 860 tot 867 van het gerechtelijk wetboek. De regeling is complex, maar komt er kort gezegd op neer dat de rechter een proceshandeling nietig kan verklaren als dat a) de bij wet bepaalde sanctie is voor het niet nakomen van een procedureverplichting; én b) als de verdachte daardoor benadeeld is. Het probleem is dat zo’n wettelijke regeling, hoewel wij daar al meer dan twintig jaar om vragen, in het strafrecht niet bestaat.

Wat heeft dat als gevolg?

Dat advocaten bij élke procedureregel die wordt overtreden, uittesten of ze op basis daarvan de hele procedure nietig kunnen laten verklaren. Dat is hun taak, maar in de praktijk is het evenwicht soms zoek tussen de schending van de procedure en de gevolgen ervan.

Telkens weer moeten rechters zelf de afweging maken, en dat resulteert eerder in veel dan in weinig nietigverklaringen. Sinds 2003 bepaalt het Antigoonarrest (van het Hof van Cassatie, nvdr) wanneer men onrechtmatig verkregen bewijs uit een dossier moet verwijderen en wanneer niet, maar er zijn nog heel wat andere procedurefouten die daar niets mee te maken hebben. Fouten waarbij men de wettelijk voorziene termijnen niet respecteert, bijvoorbeeld.

De politiek moet hier dringend principiële beslissingen over nemen. Eigenlijk zouden die er al moeten zíjn.

Maar ook de maatschappij heeft haar rechten, toch?

Het is altijd een moeilijke evenwichtsoefening. Aan de ene kant hebben politie, justitie en een groot deel van de bevolking de onweerstaanbare drang om de misdaad almaar efficiënter te bestrijden. Anderzijds moeten we in een democratische rechtsstaat een aantal fundamentele grondrechten vrijwaren. Ik stel de laatste jaren vast dat de rechtsbescherming van de individuele burger – en ook een verdachte is een burger – steeds meer in de verdrukking komt. Het evenwicht is zoek.

Als wapenhandelaars die tegen enkele jaren gevangenis aankijken vrijuit gaan wegens procedurefouten lijkt dat verdict toch buiten proportie.

Ogenschijnlijk wel. Ik kan begrijpen dat de modale burger dat vindt. Maar het is toch een elementair recht van verdediging dat je je strafdossier op tijd kunt doornemen?

Zou de rechter, per uitzondering, de procedure geen dag kunnen uitstellen in plaats van meteen tot vrijlating te beslissen?

Als je procedurefouten niet ernstig bestraft, laat je toe dat de overheid haar zelfgemaakte regels met de voeten treedt. Omdat zij het monopolie heeft op opsporing en vervolging, zet je de legitimiteit van het hele rechtssysteem zo op de helling.

Voor de politie betekent deze vrijlating veel werk voor niets. Demotiverend, niet?

Ik heb met hen te doen, maar naast de heilige plicht om misdadigers op te sporen heeft de politie er volgens de wet op het politieambt nog een andere: waken over onze grondrechten, zoals het recht op privacy.

Men focust altijd op die paar sensationele vrijlatingen die de pers halen, maar de medaille heeft ook een keerzijde. Een veel groter aantal mensen zit bijvoorbeeld langer in voorhechtenis dan juridisch noodzakelijk is. Ook dat is onrecht.

NEE

Twee Albanese wapenhandelaars zijn vrijgelaten omdat hun dossier twee keer niet tijdig ter inzage lag. Hoe vaak komen verdachten op grond van procedurefouten vrij terwijl hun schuld bewezen is?

Ik heb geen studie om dat te staven, maar op grond van 35 jaar ervaring zou ik zeggen: zeker minder dan 2 procent. Heel weinig dus. Maar elke keer is er een te veel.

Een van de oorzaken is dat er geen duidelijke regeling bestaat over de nietigheid in strafzaken, zegt u. Hoezo?

In het burgerlijk procesrecht wordt de nietigheid geregeld door de artikelen 860 tot 867 van het gerechtelijk wetboek. De regeling is complex, maar komt er kort gezegd op neer dat de rechter een proceshandeling nietig kan verklaren als dat a) de bij wet bepaalde sanctie is voor het niet nakomen van een procedureverplichting; én b) als de verdachte daardoor benadeeld is. Het probleem is dat zo’n wettelijke regeling, hoewel wij daar al meer dan twintig jaar om vragen, in het strafrecht niet bestaat.

Wat heeft dat als gevolg?

Dat advocaten bij élke procedureregel die wordt overtreden, uittesten of ze op basis daarvan de hele procedure nietig kunnen laten verklaren. Dat is hun taak, maar in de praktijk is het evenwicht soms zoek tussen de schending van de procedure en de gevolgen ervan.

Telkens weer moeten rechters zelf de afweging maken, en dat resulteert eerder in veel dan in weinig nietigverklaringen. Sinds 2003 bepaalt het Antigoonarrest (van het Hof van Cassatie, nvdr) wanneer men onrechtmatig verkregen bewijs uit een dossier moet verwijderen en wanneer niet, maar er zijn nog heel wat andere procedurefouten die daar niets mee te maken hebben. Fouten waarbij men de wettelijk voorziene termijnen niet respecteert, bijvoorbeeld.

De politiek moet hier dringend principiële beslissingen over nemen. Eigenlijk zouden die er al moeten zíjn.

Maar ook de maatschappij heeft haar rechten, toch?

Het is altijd een moeilijke evenwichtsoefening. Aan de ene kant hebben politie, justitie en een groot deel van de bevolking de onweerstaanbare drang om de misdaad almaar efficiënter te bestrijden. Anderzijds moeten we in een democratische rechtsstaat een aantal fundamentele grondrechten vrijwaren. Ik stel de laatste jaren vast dat de rechtsbescherming van de individuele burger – en ook een verdachte is een burger – steeds meer in de verdrukking komt. Het evenwicht is zoek.

Als wapenhandelaars die tegen enkele jaren gevangenis aankijken vrijuit gaan wegens procedurefouten lijkt dat verdict toch buiten proportie.

Ogenschijnlijk wel. Ik kan begrijpen dat de modale burger dat vindt. Maar het is toch een elementair recht van verdediging dat je je strafdossier op tijd kunt doornemen?

Zou de rechter, per uitzondering, de procedure geen dag kunnen uitstellen in plaats van meteen tot vrijlating te beslissen?

Als je procedurefouten niet ernstig bestraft, laat je toe dat de overheid haar zelfgemaakte regels met de voeten treedt. Omdat zij het monopolie heeft op opsporing en vervolging, zet je de legitimiteit van het hele rechtssysteem zo op de helling.

Voor de politie betekent deze vrijlating veel werk voor niets. Demotiverend, niet?

Ik heb met hen te doen, maar naast de heilige plicht om misdadigers op te sporen heeft de politie er volgens de wet op het politieambt nog een andere: waken over onze grondrechten, zoals het recht op privacy.

Men focust altijd op die paar sensationele vrijlatingen die de pers halen, maar de medaille heeft ook een keerzijde. Een veel groter aantal mensen zit bijvoorbeeld langer in voorhechtenis dan juridisch noodzakelijk is. Ook dat is onrecht.

Opgetekend door Jan Jagers

‘De politiek moet hier dringend principiële beslissingen over nemen.’

‘Men focust altijd op de paar sensationele vrijlatingen die de pers halen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content