Er moet een bijzondere regelgeving worden opgesteld voor de wapenproductie en de wapenhandel. Een Europese Code is aanvaard, maar er valt nog veel weg af te leggen.

De Navo-landen spenderen nog altijd 450 à 470 miljard dollar per jaar aan defensie. De enorme uitgaven voor bewapening in het Noorden blijven de ontwikkeling elders ter wereld belemmeren omdat ze zoveel geld opslorpen dat niet aan maatschappelijk nuttige productie kan worden besteed. In ontwikkelingslanden helpt wapentuig bovendien vaak lokale elites de bevolking onrechtvaardige economische structuren op te leggen en elke verandering, die op bevrijding is gericht, in repressie te smoren.

Het einde van de Koude Oorlog en de hoge staatsschulden hebben de wapenmarkt wel behoorlijk doen slinken. In de wapenindustrie heerst daardoor een moordende concurrentie. Er circuleren over de wereld massa’s lichte wapens, die vaak spotgoedkoop te verkrijgen zijn. Hun aanwezigheid op het terrein doet een conflict makkelijk omslaan in openlijk geweld.

Met steeds beperktere defensiebudgetten in de rijke landen, biedt de marktlogica maar een uitweg: meer exporteren.

EEN EUROPESE GEDRAGSCODE

Volgens het Verdrag van Rome is de wapenhandel een exclusieve bevoegdheid van de nationale regeringen. Binnen de Europese Unie zijn in het verleden criteria opgesteld, waaraan de wapenexport moet voldoen. De Britse minister van Buitenlandse Zaken, had in oktober aangekondigd dat er onder zijn voorzitterschap van de Europese ministerraad een initiatief zou worden genomen om te komen tot een Europese gedragscode inzake wapenuitvoer. De eerste voorstellen – een gezamenlijke Frans-Britse verklaring – liggen al enkele maanden op tafel en zijn half mei door de buitenlandministers aanvaard. Het gaat hierbij slechts om een code, niet om een bindende wetgeving. Bijzonder teleurstellend is dat die code zo licht weegt. De Europese Unie nam in 1996 zowat 40 procent van de wereldwapenmarkt voor haar rekening. Daarom – zo heet het – dragen de EU-lidstaten een specifieke verantwoordelijkheid inzake terughoudendheid en transparantie in de wapenhandel.

Voor organisaties die zich inzetten voor de bescherming van de mensenrechten (zoals Amnesty International), voor vrede (zoals Vrede of Pax Christi) en ontwikkelingssamenwerking (zoals Oxfam) had het allemaal wel iets meer mogen zijn dan de huidige voorstellen. Het Frans-Britse initiatief biedt immers weinig garanties dat er van efficiënte controle, terughoudendheid en transparantie in de wapenhandel iets zal in huis komen.

Een ander teer punt is het criterium mensenrechten om wapenexport te weigeren. Dat zal immers niet worden toegepast als kan worden aangetoond dat “het eindgebruik van de te leveren wapens legitiem is, bijvoorbeeld ter bescherming van veiligheidstroepen tegen geweld”. Hiermee kan uiteindelijk elke wapenlevering worden verantwoord.

De gedragscode voorziet niet in een verbetering van de parlementaire controle op de wapenhandel, noch nationaal, noch Europees. Er zou op zijn minst moeten worden bepaald dat elk parlement eenmaal per jaar een volledig rapport dient te krijgen over toegekende en geweigerde exportvergunningen. Al die informatie moet worden samengebracht in een Europees register. Voor alle transacties moeten makelaars een vergunning vragen, los van het feit of hun wapenleveringen al dan niet via het grondgebied van de Europese Unie gebeuren.

Naar het voorbeeld van de wereldwijde campagne tegen de antipersoonsmijnen, wordt nu gewerkt aan een campagne voor de internationale reglementering inzake lichte wapens. Een voorstel van gedragscode, opgesteld door Nobelprijswinnaars, zou daartoe de grondslag vormen.

Georges Spriet, voor Oxfam-Solidariteit. Meer informatie: Vrede VZW Tel. (09) 233.46.88, Pax Christi Vlaanderen Tel. (03) 225.10.00, Amnesty International Tel. (03) 271.16.16, Oxfam-Solidariteit Tel. (02) 512.99.90.

Deze reeks is een gemeenschappelijk initiatief van de Liga voor de Rechten van de Mens, Amnesty International Vlaanderen, Artsen zonder Grenzen, Oxfam-Solidariteit en de redactie van Knack.

“Het is van het hoogste belang om de ontwikkeling van vriendschappelijke betrekkingen tussen de naties te bevorderen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content