Nieuw bloed voor de vrouwenbeweging : een groep enthousiaste jongeren popelt om van de 25ste Vrouwendag een groot succes te maken voor zowel jong als oud.

DE VROUWENDAG IS dit jaar in Gent aan zijn 25ste editie toe. Een reden tot feesten ? Daar zag het vorig jaar niet naar uit. De Vrouwendag ’95 in Diepenbeek trok zo weinig volk amper duizend man dat de organisatoren zich afvroegen : heeft het nog zin ? Is het feminisme niet voorbijgestreefd ? Renée Van Mechelen (inmiddels bijna vijftig jaar) reed die dag naar Diepenbeek, samen met drie jonge vrouwen. ?Ik zou hun moeder kunnen zijn,? besefte ze plots. Ze dacht vol heimwee terug aan de memorabele eerste Vrouwendag : 11 november ’72 in de Brusselse Passage 44, waar onder anderen Simone de Beauvoir, Germaine Greer en Joke Smit het woord voerden. Wel tienduizend vrouwen stonden te drummen aan de ingang, een aantal dat op niet één van de volgende Vrouwendagen werd geëvenaard. ?Dat was de eerste en enige tweetalige Vrouwendag. Het ging er echt op zijn Belgisch aan toe : vijf minuten voor een Vlaamse spreekster, vijf minuten voor een Franstalige. Die vorm hebben we meteen aan de kant gezet, en sindsdien bereist de Vrouwendag het Vlaamse land en doet elk jaar een andere stad aan,? zegt Renée Van Mechelen, een van de eerste leden van het Vrouwen Overleg Komitee, in die progressieve dagen ook progressief gespeld.

Van Mechelen is een oudgediende in de zaak, maar voor haar gezellen in de auto op weg naar Diepenbeek was het de eerste keer. Jonge feministisch gezinde vrouwen, kennen zij de voorgeschiedenis wel ? Zij vinden het normaal dat de overheid een gelijkekansenbeleid voert, maar is dat zo vanzelfsprekend ? Dat, en nog veel andere dingen, hield moeder Van Mechelen bezig. Ten behoeve van die nieuwe generatie, borstelde ze een kwarteeuw geschiedenis van het Belgisch feminisme onder de zoutloze titel ?De meerderheid, een minderheid?. Het boek met de al even steriele ondertitel ?Feiten, herinneringen en bedenkingen omtrent de tweede golf? is nu in de handel.

SUFFRAGETTES.

En historisch overzicht. Het begon allemaal met een eerste feministische golf, eind vorige eeuw. Toen vochten suffragettes letterlijk en figuurlijk voor stemrecht. In 1892, als reactie op die eerste oproerkraaisters, zei Henri la Fontaine : ?Wij willen niet dat onze vrouwen geëmancipeerd worden. Wij willen dat de vrouw vrouw blijft, voor onze vreugde en hun geluk.?

In ons land liep het niet zo’n vaart. Er werd in de eerste plaats geijverd voor meer kansen op onderwijs voor meisjes, en voor betere arbeidsomstandigheden voor vrouwen. Op stemrecht moesten ze nog een halve eeuw wachten : tot in 1948, nog geen vijftig jaar geleden. België kreeg een eerste vrouwelijke minister in 1965, voor Gezin en Huisvesting dan nog. Kiesgerechtigd en wel, hielden de vrouwengelederen zich een hele poos koest. De tijdelijke windstilte werd slechts onderbroken door duizenden FN-arbeidsters, die in ’66 op straat kwamen voor gelijk loon om gelijk werk. Dat voorval zou kunnen betiteld worden als de aanzet van de tweede feministische golf die, eind van de jaren zestig, ontstond in linkse studentenkringen die ook pap lustten van experimenteren, communes en centraal wonen. Dolle Mina schopte wild om zich heen. Ze eiste openbaar plasrecht en het recht op longkanker, ze verbrandde korsetten en beha’s, op straat floot ze naar mannen en kneep hen in de billen. Niets was haar te dol. Ludiek heette dat, met een woord eigen aan die tijd.

Maar niet iedereen gedroeg zich als rebelse pubers. PAG (Pluralistische Actiegroepen voor Gelijke rechten voor man en vrouw) stelde zich stukken bedaarder op dan het dolle zusje Mina, en bereikte zeker niet minder. De twee groeperingen die gelijktijdig ontstonden, bewandelden andere wegen, gebruikten andere middelen, maar heiligden dezelfde doelen. In koor scandeerden ze slogans als ?Lust zonder last? en ?Baas in eigen buik?. Ze bedachten fraaie namen voor groeperingen als VIM, Vrouwen In de Middenleeftijd die vooral last hadden van hun lege nest ; Vol, Vrouwen op Oudere Leeftijd ; VOS, Vrouwen Onderzoeken hun eigen Situatie, of Vrouwen Oriënteren zich in de Samenleving. Als ze er maar wat leuks van konden bakken.

WIJVEN.

Bij de aanvang van de jaren zeventig was Rika De Backer (CVP) de enige Belgische politica met enige naam, maar geleidelijk aan zetelden wat meer vrouwen in het parlement, en dat was wennen voor de heren politici. Toen Nelly Maes (VU) er in ’72 per se wilde werken onder haar eigen naam en niet die van haar man, sprak Louis Major de legendarische woorden : ?Wijven moeten niet zoveel complimenten maken.? Twee jaar later veroverde Wivina Demeester (CVP) een zetel in het parlement, en in één klap verdubbelde het aantal vrouwelijke parlementsleden. ?Veel betekende dat niet,? zegt Van Mechelen. ?Hun aanwezigheid was gestegen van drie naar zes procent. In die tijd eisten vrouwen nog vijftig procent deelname in alle beleidsorganen. Nu hebben ze meer realiteitszin en schroefden dat streven terug : voor het einde van dit millennium willen ze 33 procent vrouwelijke kandidaten op de verkiezingslijsten krijgen.?

De beginnende mondigheid van het zwakke geslacht schoot sommigen in het verkeerde keelgat. Leo Tindemans (CVP) wees verontrust op het dalende geboortecijfer, volgens hem te wijten aan het stijgend aantal vrouwen op de arbeidsmarkt. En ook ?de ongebreidelde seksualiteit? bracht hij ermee in verband.

Maar er was geen houden meer aan. De veranderende tijdsgeest drong langzaam maar zeker door tot de klassieke vrouwenorganisaties, die zich zij het schoorvoetend aanpasten. Het tijdschrift van de KVLV (Katholiek Vormingswerk voor Landelijke Vrouwen, de vroegere boerinnenbond) heette ?Bij de haard?, tot het werd omgedoopt tot ?Eigen aard? : kwestie om van die haard af te komen en toch in de buurt te blijven. De KAV (Katholieke Arbeidersvrouwengilden : geen arbeidsters, maar arbeidersvrouwen) begon in het ledenblad ?Vrouw en Wereld? ook te schrijven over verantwoord ouderschap, maar dat was nog iets heel anders dan abortus en ?Baas in eigen Buik?, waar Dolle Mina al om schreeuwde. Pas in 1973 werd informatie over anticonceptiva toegestaan. Voor die tijd was het bij wet verboden om ?voorbehoedsmiddelen tentoon te stellen, te verspreiden, of te verkopen indien winstbejag hieraan ten gronde lag.? Abortus was strafbaar en bleef dat, tot de wetgeving in ’90 werd versoepeld.

MALAISE.

?Het is waar,? geeft Van Mechelen toe. ?Een jonge vrouw heeft het in België doorgaans niet slecht. Het is geen schande als ze op haar 25ste nog niet aan de man is gebracht, ze kan vrijen zonder angst voor zwangerschap, ze kan studeren, werken. Al die verworvenheden heeft ze te danken aan de pioniersters van de jaren zeventig en tachtig.? In haar boek bouwt Van Mechelen monumentjes voor de ondernemende vrouwen die de kastanjes uit het vuur haalden, om te vermijden dat ze verdwijnen in de vergetelheid en de nevelen van de tijd : anciennes als Miet Smet, Wivina Demeester, Rita Mulier, Paula D’Hondt, Paula Semer… ?Waar zouden de vrouwen van vandaag staan zonder ons, die standpunten formuleerden en eisen verdedigden ? Kijk eens wat wij voor jullie gedaan hebben,? klinkt het tussen de regels.

Van Mechelen zelf heeft ook haar strepen verdiend, achter de schermen. De PMS-psychologe richtte in 1977 RoSa op, ?Rol en Samenleving?, een documentatiecentrum. Ze leverde talloze artikels, bijdragen aan boeken, en in ’86 kreeg ze de Marie Popelin-prijs voor haar jarenlange inzet voor vrouwenzaak. En nu pleegde ze dit boek over Dolle Mina’s en het Vrouwen Overleg Komitee, vluchthuizen, Stem-Vrouwcampagnes, vrouwenjaar en vrouwendagen, praatgroepen en lesbische groeperingen.

Maar in de vrouwenbeweging heerst momenteel wel een malaise ; ze is op sterven na dood, of toch op zijn minst met pensioen. Dolle Mina is al lang ingedommeld, de PAG’s hebben hun glorietijd achter de rug, de oudstrijdsters zijn moe. En waar zouden ze nog voor strijden ? Huishoudelijke taken en de opvoeding van kinderen zijn geen vrouwentaken meer, maar gezinskwesties. (Alleen, leg dat als vrouw maar eens uit aan je man.) Het oude debat is ingehaald door de werkelijkheid. Vraag voetballiefhebbers aan de ingang van het stadion wie bij hen het huishouden doet, en zij zeggen gegarandeerd : mijn vrouw. Terwijl hij zelf nu boodschappen doet, en de kinderen naar school brengt. De klassieke stereotiepen zijn fragiel geworden. Wat studeren en werken betreft, hebben vrouwen hun achterstand ingelopen : iets meer dan de helft van de studenten aan universiteiten en hogescholen zijn meisjes. In geïndustrialiseerde landen dragen vrouwen meer dan de helft van de economie.

SEKSISTISCH.

?Akkoord,? zegt Van Mechelen. ?Steeds meer vrouwen zijn beter opgeleid, maar toch stoten ze nog tegen het zogeheten glazen plafond, waardoor ze niet aan de top komen. En er komen inderdaad nieuwe banen, en dat zijn doorgaans vrouwenjobs. Maar dat betekent dat ze deeltijds zijn, of van een lagere categorie, waardoor vrouwen nog altijd veel minder verdienen dan een man.?

In haar boek kapittelt Van Mechelen vrouwen die hun neus ophalen voor het feminisme ; vrouwen die zeggen dat positieve actie seksistisch is en hun mening verdedigen met ?Ben ik zo dom, zo lelijk, zo onmondig en hulpbehoevend dat ik een voorkeursbehandeling nodig heb ?? Of zoals de macha’s en bijenkoninginnen : ?Als ik erin slaagde een loopbaan op te bouwen, waarom anderen dan niet ?? Is het feminisme overbodig ? ?Dat zou al te mooi zijn, want dat wil zeggen dat alles verwezenlijkt is,? antwoordt Renée Van Mechelen. ?Helaas is dat niet het geval. Er is heel veel verbeterd, maar toch. Kijk naar de wereld van vandaag. Zeventig procent van de armsten zijn vrouwen, twee vrouwen op drie zijn analfabeet. Vrouwen, jonge meisjes en kinderen zijn nog altijd de belangrijkste slachtoffers van mensenhandel, gedwongen prostitutie en mishandeling. Vrouwen in Algerije en Afghanistan worden verhinderd te werken en ongesluierd op straat te komen, een aantal moest hun zelfstandigheid al met het leven bekopen.?

Allemaal waar, maar in eigen land hebben vrouwen toch niet te klagen ? Van Mechelen : ?Nee ? Heeft de hele affaire-Dutroux niet te maken met onderdrukking van vrouwen ? Die meisjes werden niet erkend als volwaardige menselijke wezens ? Op economisch vlak is onafhankelijkheid voor veel vrouwen een fata morgana. Neem de pensioenen. Het minimumpensioen bedraagt ongeveer 28.000 frank, toch ontvingen in 1994 zo’n 600.000 Belgische vrouwen gemiddeld slechts 11.000 frank. De beslissing van de regering om ook voor vrouwen het pensioen te berekenen in 45sten, betekent nog een bijkomend verlies van elf procent. Zes jaar geleden werd de abortuswet wel versoepeld, maar de kleinschalige centra waar 84 procent van de abortussen wordt uitgevoerd moeten een steeds hogere opleg vragen aan hun cliëntes wegens gebrek aan subsidies. En er is nu zelfs sprake van om de abortuswet te herzien.?

HAKKEN.

Feministen roepen al jaren dat er een derde golf nodig is, en het lijkt of die er nu aankomt. Een nieuwe generatie staat klaar om de ?Hakken Los? te slaan, zoals ze op de affiche voor de Vrouwendag ’96 schreven.

Feminisme ? De belegen term, ruikend naar geitenwollensokken en tuinbroeken, deed hen aanvankelijk aarzelen. ?De jongste tien jaar was het onmogelijk om iemand die jonger was dan dertig te interesseren voor de vrouwenbeweging,? zegt Van Mechelen. ?Nu zegt een aantal jonge vrouwen : het gaat niet om het label, maar om de inhoud.?

De oude garde van het Vrouwen Overleg Komitee is maar al te blij dat ze op de 25ste verjaardag niet alleen een zilveren jubileum vieren, maar dat ze ?een brug kan slaan? naar de generatie die geboren is rond 1972, het jaar van de eerste Vrouwendag. Onverwacht doken in Gent jongeren op die popelen om van deze Vrouwendag een bruisende happening te maken voor oud én jong. Ze zijn niet georganiseerd, wel enthousiast en hun gemiddelde leeftijd is 25 jaar. Isabelle Van Cauwenberge (24), hun woordvoerster, bezocht nooit eerder een Vrouwendag en in het begin kende ze de andere organisatoren van haar noch pluim. Ze bepaalden samen de inhoud van de Vrouwendag 1996, en konden daarbij rekenen op de ervaring en deskundigheid van de ouderen.

?Vorig jaar was het een dieptepunt, met amper duizend man,? zegt Isabelle van Cauwenberghe. ?Dat moet en kan beter.? Op hoeveel mensen ze deze keer rekenen ? ?Zoveel mogelijk,? is het strategische antwoord ?Wij willen vooral jonge vrouwen aantrekken, en dat doen we vooral via universiteiten, hogescholen en jeugdbewegingen.?

Griet Schrauwen

?De meerderheid, een minderheid?. Renée Van Mechelen. Uitg. Van Halewyck. 156 blz., 498 Bef.

In de jaren zeventig bewandelden vrouwengroeperingen andere wegen, gebruikten andere middelen, maar heiligden dezelfde doelen.

De affiche van de eerste Vrouwendag : nog altijd geketend.

Hakken Los, het thema van de 25ste Vrouwendag : lichtvoetig.

De jonge organisatie van de 25ste Vrouwendag : ideeën bij de vleet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content