Het jaaroverzicht Sport 2004 heeft het ons breed geserveerd: de olympische hoogtepunten van Axel, Ilse en Justine, de wereldprestaties van Kim en Stefan, de bijna-prestaties, en de prestaties in de schaduw van doping. Men kan zich niet van de indruk ontdoen dat er opvallend veel dopingmeldingen zijn voor een klein land. De lijst gaat van triatleten over mountainbikers tot wielrenners en veldrijders. Dit is des te meer intrigerend als men weet dat dopingcontroles eigenlijk willekeurig moeten zijn. Zijn onze atleten dan gewoon pechvogels en worden ze meer dan normaal door het lot aangewezen voor dopingcontroles, of is doping de regel eerder dan de uitzondering?

Als we de wetten van de statistiek mogen geloven, moet dit het topje van de ijsberg zijn. Wanneer men in een groep personen wil onderzoeken of een bepaald gegeven afwijkt van het gemiddelde in de hele populatie, dan neemt men een steekproef uit die groep en vergelijkt die met het populatiegemiddelde. Als we nu vaststellen hoeveel atleten positief testen in de steekproef, kan dat alleen maar betekenen dat er in de hele groep atleten veel dopinggebruik moet zijn. Doping is een statistisch significant gegeven geworden in de sport. Raymond – la science – Goethals wist het al, ‘ ze pakken allemoe’.

Maar doping is wetenschappelijk méér dan een statistisch gegeven, het is eigenlijk topresearch. De nieuwste vormen van doping zoals erytropoëtine (EPO) zijn pure stamceltherapie. EPO is een hormoon dat stamcellen in het beenmerg stimuleert om zich te differentiëren tot rode bloedcellen. En meer rode bloedcellen betekent meer zuurstof en betere prestaties, vooral bij duursporters. Het gebruik van EPO kan je evenwel ook duur te staan komen, want het bloed wordt er dikker van en dat geeft stollingsrisico. Als de fameuze hematocriet, een maat voor de bloeddikte, boven de 50 komt, is het wetenschappelijk gezien hoog tijd om zout te eten en veel te drinken.

Door de negatieve connotatie zou het zonde zijn te vergeten dat EPO in de eerste plaats een medicijn is. EPO wordt gebruikt om bloedarmoede te bestrijden bij nierpatiënten, kankerpatiënten en te vroeg geboren kinderen. In The Journal of the American Medical Association 2005 werd bovendien gemeld dat EPO ook een beschermende rol kan spelen bij hersenschade. Meer nog, Chinese, Japanse en Canadese onderzoeksgroepen hebben aangetoond dat EPO bij de muis kan helpen bij het omvormen van embryonale stamcellen tot bloedstamcellen, waarmee de link naar therapeutisch klonen is gelegd.

Doping is verder ook een thema voor onderzoekers in de humane wetenschappen. De manier van communiceren na betrapping toont sterk uiteenlopende profielen. Er is de jonge roekeloze mountainbiker die ruiterlijk toegeeft doping te hebben gebruikt en daarmee een bijna zekere olympische titel aan de waarheid offert. Heel anders is het met een ervaren Vlaamse Leeuw die zich schoon wrijvend met het sponsordoekje blijft ontkennen iets te weten over wespen en gesneden broden. Dat beide manieren van communiceren op begrip kunnen rekenen bij het publiek, kan erop wijzen dat we onszelf herkennen.

Het is tijd om het cynisme te stoppen. Laat de wetenschap uitdiepen tot waar biomedische vooruitgang veilig kan samengaan met het verhogen van sportprestaties. Onderzoek de drang of dwang van atleten tot dopinggebruik, zonder de dreiging van represailles. Onderzoek in hoeverre het dopingbeeld bij atleten een afspiegeling is van een brede onderstroom van prestatiedruk in de maatschappij. Laat de wetenschap de mens dienen.

JOSIANE VAN DER ELST

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content