Sinds het academiejaar 2000-2001 telt Vlaanderen 28 hogescholen in plaats van 29. Op 1 september fuseerden de Katholieke Vlaamse Hogeschool en de Handelshogeschool Antwerpen tot de Lessius Hogeschool (2891 studenten). De grootste hogeschool, Hogeschool Gent, telt een kleine 11.000 studenten. Slechts vier hogescholen tellen minder dan 1000 studenten : de Hogere Zeevaartschool, Hogeschool Sint-Lukas Brussel, Katholieke Hogeschool Brussel en IRIS Hogeschool Brussel.

Dit academiejaar zien we de grootste absolute stijging niet in het studiegebied Onderwijs, maar in Industriële Wetenschappen en Technologie (+ 1550 studenten of +8,6 procent). Andere studiegebieden met een stijgend aantal studenten blijven Onderwijs (+863 studenten) en Handelswetenschappen en Bedrijfskunde (+74 studenten). Volgens de Vlaamse Hogescholenraad (Vlhora) neemt het aantal kandidaat-leraars voor het lager onderwijs spectaculair toe met meer dan 14 procent. Opvallendste daler is Toegepaste Taalkunde (-773 studenten).

Ook in de studiegebieden Sociaal-Agogisch Werk, Muziek en Dramatische Kunst, Architectuur en Audiovisuele en Beeldende Kunst constateren we een terugval van het aantal inschrijvingen.

In het hogeschoolonderwijs is het aandeel van de vrouwelijke studenten het grootst in de studiegebieden Gezondheidszorg (bijna 81 procent), Toegepaste Taalkunde (79 procent), Sociaal-Agogisch Werk (76 procent) en Onderwijs (74 procent). Maar het studiegebied Industriële Wetenschappen en Technologie lokt slechts 19 procent vrouwen.

Het hogeschooldecreet van 1994 stelt elf studiegebieden in. Binnen elk studiegebied definieert het decreet basisopleidingen. Ze duren één cyclus (in principe drie studiejaren) of twee cycli (in principe elk van twee studiejaren). De tweede cyclus van de basisopleidingen voor de graad van handelsingenieur, architect, licentiaat in productontwikkeling, meester in productdesign of meester in muziek is ingedeeld in drie studiejaren. Binnen eenzelfde basisopleiding zijn dan weer opties mogelijk.

De opleidingen in hogescholen zijn van academisch niveau. Ze zijn in vergelijking met het academische onderwijs veeleer op toepassing in een beroep gericht. In een basisopleiding van één cyclus wordt een student bijvoorbeeld opgeleid tot iemand die in een medisch secretariaat kan functioneren.

* Onderstaande tabel is al bij Tony

AANTAL STUDENTEN PER STUDIEGEBIED

Studiegebied man vrouw totaal evolutie

Handelswetenschappen en Bedrijfskunde 16.342 16.601 32.943 +0,23% Industriële Wetenschappen en Technologie 15.902 3.739 19.641 +8,57% Onderwijs 4.574 12.755 17.329 +5,24% Gezondheidszorg 2.010 8.469 10.479 +0,88% Sociaal-Agogisch werk 1.867 5.804 7.671 -5,00% Audiovisuele en Beeldende Kunst 1.745 1.997 3.742 -4,27% Architectuur 1.665 1.692 3.357 -8,48% Toegepaste Taalkunde 485 1.867 2.352 -24,74% Muziek en Dramatische Kunst 859 932 1.791 -10,63% Biotechniek 827 412 1.239 -0,16% Productontwikkeling 265 149 414 +3,24% ————————————————————————— Algemeen totaal 46.541 54.417 100.958 +0,72%

Bron: Beperkte Statistische Telling, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap – departement Onderwijs, 31 oktober 2000.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content