De vredesidee wint veld in Israël. Zelfs in het leger.

Eén. Yigal Ben Moshe, een Israëlische soldaat van 19 jaar, kreeg 28 dagen cachot wegens insubordinatie. Hij had geweigerd zich naar zijn eenheid in Zuid-Libanon te begeven omdat hij ‘bang was’. Tientallen mensen, vooral vrouwen, hebben dan in Tel Aviv voor het ministerie van Defensie gemanifesteerd voor zijn vrijlating.

De betoging vond plaats na een oproep van Nieuw Profiel, een beweging die als doel heeft ‘de Israëlische samenleving te civiliseren en te demilitariseren’. In een perscommuniqué zegt Nieuw Profiel dat de regering wel beslist heeft Libanon te verlaten, maar niet de moed en de wijsheid kon opbrengen om een onmiddellijke terugtrekking te bevelen. ‘In deze absurde situatie is het Yigal Ben Moshe die de echte held is, omdat hij weigert mee te doen aan een oorlog die zijn bestaansredenen verloren heeft.’

Twee. Bijna een week lang is een moeder ’s nachts samen met haar zoon wacht gaan lopen in een militair kamp ergens in het noorden van Israël. Volgens de Israëlische staatsradio was de pas opgeroepen rekruut bang. Elke avond sloop zijn moeder het kamp binnen, ontmoette haar zoon op zijn wachtpost, en vertrok weer bij dageraad…

Wil dat zeggen dat het Israëlische leger, het befaamde Tsahal naar de verdommenis gaat? Men hoede zich voor veralgemeningen: meer dan de helft van de nieuwe rekruten vragen om in gevechtseenheden te dienen, aan het front. Tsahal blijft een formidabele oorlogsmachine. De respectieve inlichtingendiensten weten dat best, ook die van de Arabische landen. Maar dit gezegd zijnde, iets is veranderd. In de jaren vijftig en zestig was de begrafenis van een gesneuvelde soldaat een martiale aangelegenheid waarbij zelfs de ouders hun tranen inhielden. Tegenwoordig lijken militaire begrafenissen op de civiele, en familieleden en aanwezige soldaten schamen zich niet voor hun tranen of om hardop te weeklagen.

TWEE OORLOGEN TE VEEL

Het is allemaal begonnen met de oorlog van oktober 1973, die de Israëli’s toonde dat ze kwetsbaar waren en hun leiders, zelfs de beroemde generaal Moshe Dayan, die zich door de Egyptisch-Syrische aanval hadden laten verrassen, geen supermensen. De latere overwinning volstond niet om het gevoel van onbehagen weg te nemen. De invasie van Libanon in 1982, een oorlog die unilateraal begonnen was door de tandem Menachem Begin-Ariël Sharon, en niet opgedrongen door een Arabische aanval of de dreiging daarvan, versterkte dat nog. Voor het eerst in de geschiedenis van Israël begon men te twijfelen aan de goede zin van een gevecht dat ‘boven’ beslist was. Zo ontstond de beweging van de Vier moeders, met als eis: Onze zonen naar huis! Dat was ongehoord, maar in enkele maanden wisten de Vier moeders de sympathie van de Israëlische opinie te winnen, hun aanvoersters werden bij Ehud Barak ontvangen, die beloofde de Libanese knoeiboel te stoppen.

Daarmee zit de generale staf met een reëel probleem: hoe het moreel van de troepen in Zuid-Libanon hoog houden als premier Barak zelf beloofd heeft er die troepen tegen juli 2000 weg te halen? Dus zeggen soldaten: ‘Als we toch terugtrekken, waarom dan niet meteen? Waarom moeten wij nog dagelijks, uur na uur, ons leven riskeren?’ En soldatenmoeders zeggen op tv dat ze hun zonen ongehoorzaamheid aanraden als ze naar Libanon gestuurd worden.

Intussen is de groeiende revolte tegen de doden in Zuid-Libanon een stuk van een meer algemene malaise. Beetje bij beetje heeft Israël opgehouden het nieuwe Sparta te zijn, omdat het conflict met de Arabieren sinds de vrede met Egypte niet meer existentieel is – het is territoriaal geworden. De Arabische buurlanden blijven de geboorte van de joodse staat betreuren, maar ze willen zich wel neerleggen bij zijn bestaan, en zelfs de vrede met Israël tekenen, in ruil voor de Arabische gebieden die het veroverde in juni 1967. Voor veel Israëli’s is dat zeker onaanvaardbaar, maar dat belet niet dat de natuur van het conflict zelf veranderd is. De oorlog is niet meer onvermijdelijk. Sinds 1948 waren de Israëli’s ervan overtuigd dat ze verplicht waren om periodiek oorlog te voeren om het bestaan van het land zelf te verdedigen. Die overtuiging werd door de vrede met Egypte aan het wankelen gebracht, en nog meer door de vrede met Jordanië en de vredesonderhandelingen met de Palestijnen en de Syriërs. Stilaan lijkt een compromis tot de mogelijkheden te gaan behoren, de oorlog is niet langer de enige optie, niet langer het fatale Ein breira, we hebben geen andere keuze.

Historici denken nu dat de oktoberoorlog van 1973 wellicht vermeden had kunnen worden als Golda Meïr had willen nadenken over een evacuatie van de Sinaï in ruil voor vrede – zoals Menachem Begin vier jaar later deed. De Libanese oorlog van 1982 had dan zelf al niets meer te maken met een existentieel conflict voor het behoud van Israël, en de Israëli’s weten dat. Vandaar de groeiende demoralisatie wegens die oorlog, wegens de moorden in Sabra en Shatila, wegens de bezetting van Zuid-Libanon die al 18 jaar duurt.

Victor Cygielman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content