Johan Vande Lanotte waarschuwt lastige kameraden. ‘Wie verliest op 8 oktober, moet er niet aan denken om het de partij of de voorzitter te verwijten. Eigen schuld dikke bult.’

Behalve over de begroting heeft vice-premier Johan Vande Lanotte (SP) zich de jongste maanden ook gebogen over de verkiezingsresultaten van de SP over de jaren heen. Alle moeilijke sociologische analyses heeft hij gewikt en gewogen, de meeste te licht bevonden. Hij onthoudt: dat de SP de verkiezingen van 1995 won met de sociale zekerheid en die winst kon aanhouden tot begin 1996, toen de kaderwetten voor het eerst ter sprake kwamen, met een kleine heropleving van de psychose over lege pensioenkassen tot gevolg. Dat de SP met de dioxine zwaarder is achteruitgegaan dan was voorzien, maar dat de patiënt na negen maanden Verhofstadt I meer dan behoorlijk gerevalideerd is. Dat geen enkele grote partij wellicht ooit nog 25 procent zal behalen, en dat de SP zich dus niet hoeft te schamen.

Echt waar.

‘Het gaat goed met de SP. In een klein jaar tijd hebben we één procent bijgewonnen. Dat is een realiteit. Politologisch-statistisch kan ik dat met zekerheid zeggen. Eén procent over drie peilingen op rij, telkens met hetzelfde publiek. We gaan van 14,7 procent in september 1999 naar 15,8 procent in maart 2000. En de rest is flauwekul.’

Dat de sfeer in de partij desondanks een beetje zurig is, heeft met heel veel te maken, behalve met objectieve factoren. Eén, met de gemeenteraadsverkiezingen. Twee, met ‘de schandalige peiling van Knack en VTM(zie Knack nr.14). Drie, de nog altijd niet afgelopen lijdensweg van Agusta en het gat in de partijkas. In dalende volgorde van belangrijkheid.

In Oostende en Hasselt zit er nog altijd een tijger in de rode tank. Toch vreemd dat de SP sterk staat in middelgrote steden, terwijl die dynamiek nationaal volledig is weggevallen.

Johan Vande Lanotte: In de maanden voor de parlementsverkiezingen van 13 juni 1999 kende de SP een dubbele beweging. In de grote steden werden we kleiner, in de meer landelijke en kleinstedelijke gebieden zaten we een beetje in de lift. De neergang overtrof de opgang. We wisten dus met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat we op 13 juni een beetje verder zouden eroderen. Naar 18 à 19 procent. De dioxine heeft de knauw vier procent groter gemaakt. Dat is de enige juiste analyse. Met elke andere uitleg moet ik lachen. We reden met onze auto, geen sportwagen maar een kleine degelijke wagen, naar de verkiezingen. En toen slipten we op die olievlek die de dioxine was, en vlamden we tegen de boom. We konden de brokken niet vermijden. En het is niet omdat je de olievlek achteraf verwijdert, dat je auto hersteld is. Voor de rest is er geen enkel verband meer tussen die dioxinecrisis en de toestand waar CVP en SP zich vandaag in bevinden.

Maar u zit wel nog altijd met een ‘perte totale’?

Vande Lanotte: Waar en niet waar. De auto is opgelapt en we puffen ermee naar 8 oktober, maar daarna moeten we een echt nieuw vehikel zoeken. Op 8 oktober hebben de socialisten die auto overigens niet nodig. Dan gaat het om wat onze mensen de afgelopen zes jaar lokaal hebben gedaan. Een socialist die het straks goed of slecht doet, zal het volledig aan zichzelf te danken of te wijten hebben. Dat niemand dus begint op 9 oktober met dé partij iets te verwijten, of – het is nu toch in – Patrick Janssens. Wie daarmee aankomt, verkoopt dikke lulkoek. Want gemeenteraadsverkiezingen zijn gemeenteraadsverkiezingen en de vernieuwing van de partij begint daarna. Verder is er geen verband.

U hoopt toch ook dat de slechte sfeer rond Patrick Janssens zal verdwijnen als hij op 8 oktober goed scoort? Er is wel degelijk een verband.

Vande Lanotte: Nee, zijn test komt in 2003. Dat zijn voor hem de eerste verkiezingen. Vandaag is hij goed bezig met de meubels te redden in Antwerpen. Met de vernieuwde lijst die hij samenstelde, heeft hij al meer gerealiseerd dan alle voorzitters voor hem. En met de Joint Strike Fighter heeft hij de facto zijn gelijk gehaald. België doet niet mee.

Janssens doet zijn job. Iedereen in de SP die vandaag zanikt dat het slecht gaat met de partij moet goed weten dat dit niet de schuld van Janssens is. Die vijftien procent is er niet door hem gekomen. Niet Janssens is het probleem, maar de klagers. Eigen schuld dikke bult. Je hebt dat bij alle gemeenteraadsverkiezingen: zes maanden op voorhand zie je diegenen die denken dat ze morgen zullen verliezen, alvast excuses zoeken. Die zenuwachtigheid heb je altijd.

En nu nog meer, met de CVP nationaal in de oppositie?

Vande Lanotte: O nee, het is niet meer dan gewoonlijk. Het kriebelt zoals altijd. Maar daar kwam de jongste weken nog een tweede irriterende factor bij. La Libre Belgique heeft ons met zijn degelijke peilingen wat vertrouwen gegeven, en dan komen Knack en VTM de mensen vertellen dat de SP verliest. Ze hebben daarvoor 750 mensen ondervraagd van wie slechts 400 hebben geantwoord. Nog geen tien procent arbeiders, bijna geen laaggeschoolden. En de SP krijgt daar een fantastisch cijfer opgeplakt. Dat creëert een sfeertje. Dat de SP moeilijke tijden doormaakt, het zou nog maar dat te kort zijn als je negen maanden geleden op 15 procent bent teruggevallen. Ondertussen zit je ook nog altijd met de nasleep van Agusta. Dan komt die peiling van jullie erbij en dat verbrodt heel de sfeer. Ik weet niet of die 15,8 procent die La Libre ons toedicht juist is, maar wél objectief is dat de SP één procent gestegen is in een segment van de bevolking dat op geregelde tijdstippen gepeild werd gedurende een jaar. Ik mag dus met recht en rede zeggen dat we het niet slecht doen. En dat is ook niet zo verwonderlijk. Politiek is altijd zo geweest. Politiek is eerlijker dan men denkt: als je een programma brengt dat de mensen een beetje begrijpen, en als ze zien dat je het ook uitvoert, dan doe je het niet slecht.

Nochtans zegt SP-Jongerenvoorzitster Caroline Gennez juist dat de SP er niet in slaagt uit te leggen dat wat ze in de regering doet socialistisch is. Stop met het gemekker over de actieve welvaartsstaat, kameraad!

Vande Lanotte: Haar redenering klopt niet. Frank Vandenbroucke is hier onlangs in Bredene komen uitleggen dat de minimumpensioenen omhooggaan. Duizend frank erbij. Hij heeft daar het woord ‘actieve welvaartsstaat’ niet in de mond genomen. Die actieve welvaartsstaat is een nuttig kader als je het goed invult. Frank werkt eraan. En hij staat er overigens niet alleen voor, hè.

We zullen sowieso niet ontsnappen aan een positionering van de SP na 8 oktober. Of dat nu rond dat thema van de actieve welvaartsstaat of niet gebeurt, deze vraag is onafwendbaar: wat moet de SP zijn in een rijk land als Vlaanderen?

En hoe zal die partij werven?

Vande Lanotte: Ach, werven… Verloren stemmen moet je één voor één terugwinnen. Ik heb nooit gezegd dat we door in de regering te stappen de SP zouden vernieuwen. Als de ministers goed werken, winnen we misschien één, heel misschien twee procent. Dat is blijkbaar aan de gang. Een aantal redelijke mensen die twijfelden aan de SP en die dachten dat wij ‘zeveraars’ waren, zien en zeggen nu toch: ‘allez vooruit, ze doen het toch.’ Dat is meer dan verhoopt. Maar die vijf procent die je verloren hebt, haal je niet in één keer terug. We zijn blij met de twijfelaars die weerkeren, maar het is niet genoeg. De rest zal met de partij moeten worden verdiend. De partij moet nú niet klaar zijn, ze moet er eind 2002, begin 2003 staan. Kortom, Janssens doet het zeer goed.

En in Ekeren snelde hij u zelfs te hulp in het dossier van het asielcentrum, tegen de Antwerpse socialisten in van wie sommigen vervaarlijk bij extreem-rechts aanleunen.

Vande Lanotte:(Zucht) Antwerpen… Ze zijn daar allemaal een beetje verlamd, ook Agalev. En ik begrijp dat wel. Als je daar met een bruine bende van die omvang zit, is het niet meer dan eerbaar dat je daarmee in je kop en je maag zit. Antwerpen is altijd een stad van proteststemmers geweest. Een stad als Antwerpen besturen en heroveren, is geen evidentie. Maar ze moeten daar keuzes maken, uitmaken wat ze willen vernieuwen.

Kiezen is verliezen: ook voor de SP na 8 oktober. Welke groep stoot je af, welke behoud je, welke wil je erbij…

Vande Lanotte: Zo werkt dat niet. Wat we door die dioxine verloren hebben, zijn we kwijt. Als je in een emotionele bui je vinger afsnijdt, groeit hij ook niet weer aan. En dat is in de politiek ook zo. De CVP zal nu stem voor stem moeten terugwinnen. Wij ook. Daarom is dat ene procentje dat we volgens de peilingen teruggewonnen hebben, ook zoveel. Ook Agalev houdt zijn kiezers die het gewonnen heeft goed bij en zal ze maar één voor één verliezen, áls ze ze verliezen. De SP heeft dat ook in 1995 meegemaakt. We wonnen die verkiezingen met de sociale zekerheid. Na de verkiezingen wonnen we verder in de peilingen en klommen we naar 20 procent. Toen er opnieuw psychologische druk kwam op de sociale zekerheid, met de discussie over de kaderwetten, liep er weer een aantal mensen weg, ‘want de socialisten gingen ons laten vallen’. Dat ging één per één. Maar ja, met een affaire-Dutroux win je niemand bij. En met de miserie van Agusta win je ook niets.

Agusta was meer dan een olievlek?

Vande Lanotte: Daar hebben we onze auto echt op kapot gereden, ja.

Bent u er zeker van dat die periode nu helemaal achter de rug is?

Vande Lanotte: Nee, want er komt nog een proces (over geknoei in de partijboekhouding, nvdr). We zullen het nog even verder moeten uitzweten. Zeer onrechtvaardig allemaal. Het mag nu wel eens gezegd worden, vind ik, vooral nu we die discussie over het snelrecht achter de rug hebben. Traag recht is onrecht. Dat is ons overkomen. De traagheid van het gerecht in de Agusta-affaire is een politieke factor gebleken. Voor de SP is het een slijtageslag geworden. En dat sommigen nu opnieuw in die soep willen roeren, op een moment dat een nieuwe generatie zich zeer moeizaam opmaakt om vooruit te gaan, dat is heel erg. Maar ik hoop dat we er nu iets minder last van zullen hebben: we hebben de zwaarste mokerslag per slot van rekening al doorstaan. Dat was niet evident. Alle buitenlandse partijen die in zo’n corruptieschandaal verwikkeld zaten, zijn vandaag ontbonden.

Vandenbroucke moet straks wellicht opnieuw naar de rechter, al was het maar als getuige.

Vande Lanotte: We weten dat ze dat gaan proberen. Dat sommigen uit zijn op beschadiging. Bon, we weten ondertussen dat de premier zich geïnformeerd heeft bij het gerecht voor hij Frank als minister voorstelde aan de koning. Het gerecht heeft gezegd: doe maar.

De SP wist dat Verhofstadt als formateur die vraag gesteld heeft aan de Brusselse procureur des Konings Benoît Dejemeppe?

Vande Lanotte: Ik heb tegen Verhofstadt gezegd: ‘Als jij iemand voorstelt als minister, moet je er zeker van zijn.’ Vooraleer een minister van Binnenlandse Zaken een kandidaat-burgemeester aan de koning voordraagt, vraagt hij ook eerst een advies aan het parket. Dat is de normale procedure. Bij ministers gebeurt dat niet d’office, maar wel als men ook maar een vermoeden heeft dat er iets niet pluis zou kunnen zijn.

Bizar wel dat het advies moest worden gevraagd aan een procureur tegen wie deze regering nog een tuchtprocedure heeft lopen wegens zijn rol in het onderzoek naar de verdwenen en later vermoord teruggevonden Loubna Benaïssa.

Vande Lanotte: Tja, we kunnen om die reden toch geen advies gaan vragen aan de procureur van Gent. Dejemeppe is nu eenmaal diegene die de mensen vordert in deze zaak van de SP. En trouwens, wat Dejemeppe heeft gezegd aan Verhofstadt was perfect gedekt door de procureur-generaal (André Van Oudenhove, nvdr).

Men gaat in heel deze affaire weeral aan één zaak voorbij en dat is dat men niets vindt tegen Frank Vandenbroucke. Niets. Ik moest in augustus 1995 vice-premier worden omdat er iemand in het Luiks gerecht vond dat men Vandenbroucke moest vervolgen. Het gerecht bezorgde ons toen een abominabele Franstalige tekst boordevol fouten. Vandenbroucke zei met recht en reden dat de aanklacht nergens op leek. Maar het parlement durfde uiteraard niet te zeggen dat hij gelijk had. We moeten vandaag niet zeggen dat Frank de dans ontsprongen is. De realiteit is dat ze ons vier jaar een van onze beste krachten hebben afgepakt. En ik ben vice-premier moeten worden. Zo is dat.

Wie zijn dat dan, ‘ze’ bij het gerecht?

Vande Lanotte: Ach, ik zeg niet meer wat ik denk van het gerecht. Dat is niet goed, zeker niet in deze zaak. Maar een objectief gegeven is wel dat Frank vier jaar voor niets is uitgeschakeld.

Zullen jullie kunnen vermijden dat straks de vuile was van de SP wordt buitengehangen, als gewezen SP-penningmeester Etienne Mangé, ex-boekhouders Guido Triest en Guido van Biesen en ex-nationaal partijsecretaris Carla Galle voor de rechter verschijnen?

Vande Lanotte: Nee. Ik weet niet wat ze daar gaan vertellen. Ik heb niets tegen die mensen. Ik voel geen afkeer of geen haat, ze hebben mij niets misdaan. Het zijn mensen die een proces aan hun been hebben. En het is en blijft merkwaardig dat zij de enigen zijn, terwijl er op honderden plaatsen iets gebeurd is. Logisch dat ze straks voor zichzelf zullen vechten en dat er dan in alle richtingen kan worden geschoten. Mensen die jaren met elkaar hebben moeten of mogen samenwerken, worden door de zaak waar ze in zitten bijna gedwongen om elkaars tegenstander of zelfs vijand te worden. Dat verscheurt mensen. De partij hangt nog altijd samen ondanks die verschrikkelijke littekens.

Klopt het dat de SP failliet is?

Vande Lanotte: O, maar dat is niet erg. Ik weet dat Patrick Janssens het niet graag hoort, maar hoe minder geld hoe meer partij. De SP heeft geen geld nodig, ze heeft mensen met ideeën nodig. Mensen die een invulling weten te geven aan wat een socialistische partij moet zijn in een moderne samenleving die overstresst is. Tien jaar geleden zeiden we: iedereen moet aan het werk. Vandaag praten we over mensen die zeggen: potverdomme, wéér gaan werken, ik krijg er een punthoofd van. Waar staan we straks met de SP, in een maatschappij waar mensen worstelen met veroudering, vereenzaming, ongelijkheid die zich blijft doorzetten, ook in het onderwijs. Waar, en met wie zal de SP zich in die samenleving een plaats verwerven?

Inderdaad, met wie?

Vande Lanotte: Dat is de vraag. De zogenaamd jonge mensen zijn allemaal 45 of ouder. Het is door het versneld wegvallen van de oudere generatie dat ik omhooggeschoten ben. Mijn geluk bij al dat groot ongeluk voor de partij. Als we 2003 halen, ben ik zeven jaar minister. Ik hoop op dat ogenblik niet versleten te zijn, maar tegen dan moeten er ook anderen zijn die de toekomst garanderen. Wij zijn het heden, niet de toekomst.

Halen jullie 2003 als deze regering verder blijft uitgeven zoals ze uitgeeft?

Vande Lanotte: Het is alleen maar een indruk dat deze regering geld uitgeeft alsof het niet op kan. Dat is niet zo. De uitgaven zijn gewoon beter gericht. We hebben de principes vastgelegd bij de begrotingscontrole. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar iedereen heeft uiteindelijk dat akkoord getekend. Het zal wel aan het ernstige karakter van Vandenbroucke en mezelf liggen dat wij soms vinden dat de anderen iets te vluchtig over de rekeningen gaan. Maar het is nu eenmaal mijn rol als minister van Begroting om te zeggen wat kan en wat niet kan. Dat heb ik ook met de politiehervorming gedaan. Acht miljard mag het kosten, geen frank meer.

Kijkt u even streng toe op de belastingverlaging die Karel De Gucht wil voor 8 oktober? De VLD moet toch ook met iets anders dan de actieve welvaartsstaat naar haar kiezers kunnen trekken?

Vande Lanotte:(Haalt schouders op) Die belastingverlaging zal ook gericht moeten gebeuren. Niet lineair. Ik wil dat de verpleger en verpleegster minder belastingen betalen, maar niet de hoofdchirurg die al heel tevreden mag zijn dat hij vier keer meer verdient dan zijn verpleger. Er zijn 4,4 miljoen belastingbetalers. Geef aan iedereen duizend frank per jaar en je komt uit op 4,4 miljard. Dat is 80 frank per maand per persoon. Dan heb ik liever dat iedereen iets drinkt op mijn kosten, zo heb ik er ook plezier aan. Nee, als we een substantiële verlaging geven, moet ze gaan naar mensen die hun boterham verdienen met werken. Bovendien gaan we geen 80 miljard uitgeven zonder iets te doen voor de mensen die niets hebben. Ik wil geen fiscale politiek zonder een armoedepolitiek. Ik ben nu eenmaal ook minister van Armoede. Als men rijkdom verdeelt, ben ik daar zeer gelukkig mee. Maar je moet ook de armoede verdelen. Daarvoor gaan Frank en ik ook een plan op tafel leggen. Dat we lastigaards zijn, is bekend. De regering is geen idyllisch eiland met mensen die voor elkaar een liefdeserenade afsteken.

Hangt deze ploeg beter samen dan de vorige regering?

Vande Lanotte: Nee, deze ploeg draait zeker nog niet beter dan de vorige regering. We zijn nog altijd aan het inrijden. Dat is normaal. Ik werd kabinetschef van Louis Tobback in 1988. Het eerste half jaar hadden wij niets te zeggen in de regering, we konden amper mee. We hebben het daar ook moeten verdienen door ons met een paar dossiers op te werken. En nu zijn we al gedegen staatsmensen, voilà(lacht schamper). Nee, op dat vlak was de vorige regering een veel beter geoliede machine. Deze ploeg is nog maar net begonnen. Stilaan tekenen de krachtverhoudingen tussen de ministers zich af. De een weet al dat hij iets meer mag zeggen dan de ander. De coherentie neemt dus toe.

Wie…

Vande Lanotte: Nee, dring niet aan. Deze regering heeft een andere stijl. Het is ook geestiger regeren als je niet, zoals wij in september 1996, twee weken lang naar 120 miljard moet zoeken terwijl ze tegelijkertijd komen zeggen dat er weer een kinderlijk gevonden is. Dat is een feit. Ons project is vandaag iets rijker omdat de omstandigheden het ook toelaten. Maar zelfs daarmee zal geen enkele partij veel meer vergaren dan 20 procent van de stemmen. Dat is een vast gegeven en we zijn daarmee in België geen unicum. Ook de Nederlandse PvdA verloor in een van de vorige verkiezingen vijf procent van de stemmen en werd daarmee toch de grootste partij van Nederland. Er is een sociologische wetmatigheid in de samenstelling van de bevolking. Dat is de uitdaging. En hoe ga je met de macht om die je hebt? Hoe organiseer je een partij van 20 procent? Met wie ga je coalities of allianties vormen? Dat worden blijvende vragen.

Vorig jaar leek u ons iets zelfverzekerder. De weg van de SP naar het ACV/ACW en omgekeerd leek al bijna geplaveid.

Vande Lanotte: Ik blijf bij mijn analyse. We zijn het enige land waar je met de volslagen idiote situatie zit dat een socialistische beweging met een dito vakbond en een christelijke beweging met een dito vakbond praat, terwijl die vakbonden in 80 procent van de conflicten samen optrekken. Zolang dat verdeeld blijft, krijg je geen grote sociale partij. Die evolutie moet er zijn, maar ze kan niet worden geprogrammeerd. Het ACW is een trouw en dankbaar publiek. Ze hebben een kwarteeuw met de CVP samengewerkt. Het zouden hypocrieten zijn, mochten ze nu de deur achter zich dichtslaan. Ik zou het ook niet kunnen verdragen, mocht het op die manier gespeeld worden.

Ik hoop alleen maar dat zowel ABVV als ACV in alle rust zullen nagaan wie precies met hun thema’s bezig zijn. Dat is de SP. Wij zijn het meest bezig met de zaken die hen aanbelangen: de organisatie van een moderne sociale maatschappij. Als ze dat goed vinden, zou het vriendelijk zijn mochten ze ook voor ons stemmen. Ik heb onder mijn kiezers hier in de regio trouwens heel wat mensen van ACV-strekking.

Agalev lijkt zich anders in versneld tempo op te werken als de nieuwe politieke partner voor de vakbonden. Ze vaardigen zelfs experts van ABVV en ACV af om namens hen in een politieke werkgroep over de werknemersparticipatie te zetelen.

Vande Lanotte: Ik weet het. Sommige vakbondsmensen komen ons dat verwijtend zeggen: ‘Agalev vraagt ons, en jullie niet.’ Dat is een spel. Een handigheidje waarmee Agalev ons wat probeert te kietelen. Wij weigeren om het zo te spelen. In een politieke werkgroep zetten wij experts van de SP en niet van het ABVV. Dat we ze consulteren, dat is een ander verhaal.

Te weinig, klaagt Mia Devits.

Vande Lanotte: En gelijk heeft Mia. De regering moet nog veel leren om ordentelijk met de sociale partners om te gaan. Verhofstadt is van goede wil, maar hij heeft het niet in zijn genen.

Uw doelpubliek ligt bij ABVV en ACV, maar deze regering richt zich op het eerste gezicht vooral op een trendy links-liberaal publiek.

Vande Lanotte: Dat is larie. Kijk naar de genomen maatregelen zoals de verhoging van de laagste inkomens. Maar wij willen ook geen partij zijn die uitsluitend werkt voor leden van ABVV of ACV. We zijn er voor mensen die met werken hun brood verdienen. Ook voor zelfstandigen.

Walter Pauli Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content