De Peruaanse president Alberto Fujimori wil wel eens de hand lichten met de spelregels van de democratie. Zolang het de Peruanen economisch voor de wind ging, konden ze daar mee leven. Maar nu lijkt het tij te keren.

President Alberto Fujimori heeft zich nooit veel aan de democratische beginselen gelegen laten liggen. Al in april 1992 stuurde hij het Peruaanse Congres naar huis en verving het door een hem gunstig gezind parlement. Drie jaar later moest datzelfde parlement een grondwetswijziging slikken die de president herverkiesbaar maakte. Maar dat werd Fujimori toen allemaal vergeven door de Peruaanse bevolking die zich nog de hyperinflatie herinnerde waarmee zijn voorganger Alan Garcia het land had opgezadeld. En door de suksesvolle bestrijding van het terrorisme, werd Fujimori zelfs razend populair.

Daar is de voorbije jaren verandering in gekomen. Onder andere wegens de toenemende werkloosheid, mede veroorzaakt door de massale privatisering van staatsbedrijven – vaak in verdachte omstandigheden. Bovendien legden het sluiten van tv-stations die de regering niet genegen waren en de zware schendingen van de mensenrechten het autoritaire karakter van het regime bloot.

In dit troebele klimaat werd de campagne voor de presidentiële en parlementaire verkiezingen van zondag 9 april gehouden. Om korte metten te maken met de oppositie werden alle tv-stations, met uitzondering van één onafhankelijke zender die alleen op satelliet te zien was, uitsluitend ingezet voor de kandidaten van de officiële partij ‘Peru 2000’. Zelfs voor betaalde publiciteit was er voor de oppositie geen ruimte.

Dit belette niet dat een van de kandidaten van de oppositie voldoende bekendheid verwierf om Fujimori’s herverkiezing in gevaar te kunnen brengen: Alejandro Toledo. Wegens zijn Indiaanse afkomst kreeg hij de troetelnaam el cholo. Hij is zowat de belichaming van de Peruvian Dream. Als zevende van een gezin van 16, afkomstig van het Andesdorpje Cabana, schopte hij het van schoenpoetser tot doctor in de economie aan de universiteit van Stanford. Zijn populariteit werd nog versterkt door zijn echtgenote, de roodharige antropologe van Belgisch-Poolse afkomst, Eliane Karp, die tijdens de campagne de bevolking in het quechua, de indianentaal, toesprak.

Als reactie op het populistische discours van Toledo, die niet verlegen is om de nationalistische snaar van het Inca-verleden te beroeren, speelde Fujimori voor Sinterklaas in de slums. Ook was hij niet te beroerd om in gezelschap van schaars geklede dames voor de tv-camera’s een danspasje te wagen op de beat van een technocumbia tune te zijner ere. Het mocht niet baten. Zo leek het toch aanvankelijk. Bij het beëindigen van de kiesverrichtingen gaven de peilingen, opgetekend bij de stembureaus, Toledo 45,2 percent van de stemmen tegen 43,6 percent voor aftredend president Fujimori.

Maar in de daaropvolgende uren gaf het officiele verkiezingsorganisme ONPE ( Organismo Nacional de proceso electoral) heel andere cijfers. Fujimori werd de overwinnaar met 47 percent van de stemmen tegen 40 percent voor Toledo. Deze laatste beschuldigde het officiële verkiezingsorganisme van fraude en kreeg hierbij de steun van de andere kandidaten van de oppositie. Heel wat elementen leken deze beschuldiging te staven. Zo was er de vervalsing van een miljoen handtekeningen ter ondersteuning van de kandidaturen van de gelegenheidslijst ‘Peru 2000’. Er waren pogingen tot intimidatie geweest in de stembureaus waarbij het geheim karakter van de stemming in het gedrang kwam. Op bepaalde stembrieven ontbrak de lijst ‘Peru Posible’ van Alejandro Toledo. En bij de overdracht naar de centrale computer van de uitgebrachte stemmen, bleken meer kiezers een stem uitgebracht te hebben dan dat er zich bij de stemming hadden aangeboden.

STRIJD TEGEN DICTATUUR

Ook de waarnemers van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) stelden abnormaal grote verschillen vast tussen hun waarnemingen en de officiële resultaten. Als in de loop van de avond de cijfers van de ONPE een steeds groter percentage ten voordele van Fujimori suggereerden, verklaarde Toledo voor een almaar aangroeiende menigte sympathisanten dat hij in geen geval een overwinning van Fujimori in de eerste ronde zou aanvaarden. Fujimori van zijn kant beschuldigde zijn tegenstrever ervan een oproerkraaier te zijn die het normale verloop van de verkiezingen in het gedrang bracht. De dag na de verkiezingen sprak de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright haar twijfels uit over de legitimiteit van de verkiezingsuitslag. Amerikaanse senatoren verklaarden in een resolutie dat gemanipuleerde verkiezingen de bilaterale betrekkingen met de VS in het gedrang zouden brengen. Ex-minister Francisco Tudela, parlementskandidaat voor de partij ‘Peru 2000’, wees deze verklaringen af als een ongeoorloofde inmenging in de interne staatszaken.

In een fin de règne-sfeer werden de twee volgende dagen in heel het land betogingen gehouden tegen Fujimori en voor de democratie. De voornaamste massabijeenkomst ging door op de Plaza San Martin in Lima, waar op 12 april 25.000 betogers de slogans herhaalden van Toledo en zijn medestanders uit de andere oppositiepartijen. Een sterk emotioneel moment was de toespraak van Susana Higushi, de voormalige echtgenote van Fujimori die verklaarde ‘zich aan te sluiten bij hen die strijd voerden tegen de dictatuur.’ Tot dat, in de late namiddag, de ONPE de lange spanning doorbrak en Fujimori met 49,84 percent tegen 40,31 percent voor Toledo, de overwinning gaf, maar niet de 50 percent plus één stem die hem de tweede stemronde op 28 juni zou hebben bespaard.

In zekere zin kan iedereen tevreden zijn. Fujimori kan zich als overwinnaar profileren, Toledo behoudt zijn kansen. Maar vooral, de volkswoede werd zonder bloedvergieten gekanaliseerd. Onder druk van de straat en van bepaalde internationale instanties werd een al te grove manipulatie van de verkiezingen vermeden. Maar de gebruikte remedies blijken even manipulatief als de kwaal die zij moesten bestrijden. Het probleem is dat autoritaire regimes, vooral als zij schuilgaan achter democratische instellingen die zij hebben weten in te lijven voor eigen gebruik, weinig gehoor geven aan protest dat zich via ‘officiële’ kanalen laat horen. En niets garandeert de Peruaanse kiezer dat, eenmaal de gemoederen bedaard zijn en de verontwaardiging geluwd is, de tweede stemronde eerlijker zal verlopen dan de eerste. Positief is wel dat de Peruaanse bevolking haar verlangen naar een beter functionerende democratie kenbaar heeft gemaakt. Onder de pretext van een efficiënte bestrijding van het terrorisme, had Fujimori die democratie al te vaak geweld aangedaan.

Francis Cromphout

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content