Als reactie op de Mohammed- cartoons heeft de Franse supermarkt Carrefour in Caïro Deense producten uit de schappen gehaald. Dit uit solidariteit met de moslimgemeenschap. Tegelijkertijd laat het Zwitserse Nestlé in grote advertenties in Arabische kranten weten dat het geen Deens bedrijf is en dat het melkpoeder van enkele bekende merken niet uit Denemarken afkomstig is. Is hier sprake van maatschappelijk verantwoord ondernemen of van misplaatst opportunisme?

De woordvoerder van Nestlé ontkent in de media desgevraagd dat zijn bedrijf de Deense boycot zou benutten om extra marktaandeel te bemachtigen ten koste van de Deense concurrent: ‘De advertenties hadden enkel tot doel om de consument te informeren, omdat twee van haar producten op een zwarte lijst waren gekomen, terwijl ze niets met Denemarken te maken hadden.’

Ook het grootste slachtoffer in deze kwestie, het Deense bedrijf Arla Foods, zocht bewust de publiciteit en verklaarde in de Arabische media afstand te nemen van de spotprenten. Vooralsnog mocht het niet baten, want intussen sloot het zijn productie in Saudi-Arabië.

De opstelling van het Deense Arla Foods is volstrekt begrijpelijk en legitiem. Arla Foods is in dit geval het slachtoffer van een politiek dispuut dat ze zelf nooit heeft gezocht.

Met een beetje goede wil is ook de opstelling van Nestlé nog te verklaren. Door (kennelijk) een misverstand in de Arabische wereld waren twee van haar melkpoeders abusievelijk op die zwarte lijst gekomen. Maar had Nestlé dat niet wat subtieler kunnen aankaarten in plaats van die advertentie op de voorpagina van de grootste krant in Saudi-Arabië?

De opstelling van Carrefour lijkt me daarentegen een brug te ver. Begint dit niet verdacht veel op lijkenpikkerij te lijken? Een vorm van platvloers opportunisme, gestoeld op een gebrek aan maatschappelijk engagement? Tegelijkertijd stel ik me de vraag in hoeverre Carrefour met deze opstelling niet in zijn eigen voet heeft geschoten? Toen ik er thuis over sprak, was de eerste reactie van mijn dochter: ‘Bij de Carrefour, daar zien ze me niet meer.’

Moderne bedrijven weten allang dat hun reputatie wordt gevormd door een positief bedrijfsimago. Dit zogenaamde corporate image komt niet alleen tot stand via productcommunicatie (advertising), maar ook door het feit of een bedrijf zich maatschappelijk engageert of juist niet. Bedrijven die dit in het verleden niet of te weinig deden, hebben daar vaak de wrange vruchten van moeten plukken. Denk aan Nike dat vroeger zijn schoen zou hebben laten maken door onderbetaalde kinderen in slechte werkomstandig-heden. Maar er zijn ook positieve voorbeelden, zoals The Body Shop die geen producten in het schap wil die op dieren zijn getest.

Terug naar de Deense boycot: de reactie van mijn dochter op Carrefour en de wijze waarop de islamitische consument heeft laten zien dat er meer is dan prijs en kwaliteit om al dan niet product X van bedrijf Y te kopen, zal in de toekomst ongetwijfeld een steeds grotere rol gaan spelen. Sterker nog: als de huidige botsing der beschavingen zich doorzet, is het dan te ver gezocht dat we naast groene stroom straks bij Shell en Esso ook democratische benzine kunnen tanken die gegarandeerd uit landen komt waar men het wél nauw neemt met de democratische principes, zoals vrijheid van meningsuiting en de gelijke rechten van de vrouw…

Evert van Wijk

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content