INFO : Peter Terrin is schrijver.

Ik houd van trappen; minder van wenteltrappen, hoegenaamd niet van roltrappen, maar dat spreekt voor zich, want een roltrap is een lift. Ik weet niet goed waarom ik zo van trappen houd. De eenvoud van de oplossing allicht, de doeltreffendheid. Ik houd van doeltreffendheid, dikwijls kan ik het niet meer onderscheiden van schoonheid. Een aardappelmesje, vlijmscherp uiteraard, vind ik mooi, ongeacht de kleur of het materiaal van het heft. Soms zou je aardappelen schillen uit afkeer van de wereld. Ritssluitingen zijn geniaal. Iedereen die reeds een rits heeft bestudeerd, zal zich hierbij aansluiten. Alleen loopt het met ritssluitingen nogal eens fout, daarom verkies ik knopen. De kleur, grootte, vorm of het aantal gaatjes erin, is bijzaak. Het knoopsgat echter is dan weer erg belangrijk, dat moet horizontaal zorgen voor een hechte sluiting, verticaal voor het makkelijk openen en dichtmaken van het kledingstuk. Hebt u dat ook?

Denkt u niet dat ik behept ben met een obsessioneel verlangen naar trappen, neen, dat is het niet. Het is gewoon dat ik geen trap kan betreden zonder minstens een ogenblik te denken aan de schoonheid van de constructie. Een ouderwets zoldertrapje of een designwand met zwevende treden, ik maak geen onderscheid. Soms overvalt het me bij een laag opstapje, of een onopvallende tussentrede, waar andere mensen ondankbaar overheen huppelen. Maar niet ik. Tussentreden zijn misschien wel de allermooiste.

Ik zou het bijvoorbeeld over de schoonheid van een elektromagnetische motor kunnen hebben: u kent het principe wel, het is dat apparaat met twee staven, ijzerdraad eromheen en een beetje elektriciteit. Op zich een bewonderenswaardig object, heel goed bedacht, maar bij de elektromagnetische motor ervaar ik niet meteen schoonheid. Bij de dompelpomp juist wel. De dompelpomp is zo mooi als een trap. Het valt niet meer te verbeteren. Een pomp, waaraan een armpje, dat dobbert op het stijgende water en bij een bepaald niveau, als een schakelaar, de pomp in werking stelt, zodat bijvoorbeeld de kelder niet overstroomt met grondwater. Het armpje zakt netjes met het water mee, en schakelt uiteindelijk de pomp weer uit. Men hoeft helemaal niets te doen, op beide oren slaapt men de nacht weg, dankzij de dompelpomp in de kelderput.

Ik houd, met grote hartstocht, van Nikolaj Vasiljevic Gogolj. Ik bedoel hiermee dat ik van zijn naam houd. Kijkt u ernaar, spreekt u hem uit. Het lijkt me een naam die ontzettend zijn doel treft. (Dat de brave ziel bij die naam ook nog eens het passende oeuvre heeft geschreven, is opmerkelijk.) Nikolaj Vasiljevic Gogolj is onnoemlijk veel mooier dan de inmiddels overbekende plastic zak die in een herfstig hoekje danst op de wind.

Die scène, uit de poëtische film American Beauty, lijkt mij enigszins verdacht. Veel toeval en effectbejag. Met schroefdraad bijvoorbeeld, of kruipolie heb je dat minder, terwijl je zelden een filmpersonage ziet dat zich verwondert over de pracht van kruipolie, iets wat mij onlangs overkwam. Schoonheid is altijd simpel, maar schuilt niet bij uitsluiting in het overbodige of toevallige.

Soms ontstaat schoonheid bij verdwijning. Vroeger liep ik argeloos langs de muren in mijn dagelijks leven. Iedereen heeft muren in zijn leven, binnenmuren, ik heb er een zestal die ik van zeer nabij ken. Elke muur heeft ooit te maken met gaten en scheuren. Iemand wees mij op het bestaan van kant-en-klare vulpasta. Aanbrengen, gladstrijken, even wachten en schilderen. Ik kan slechts denken aan die ontelbare, effen muren waarvan ik meende dat ze ongeschonden waren; nu loop ik er geen nog langs zonder op te kijken. Vulpasta is op z’n mooist als men hem niet meer ziet.

Peter Terrin

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content